Ontvangen 8 maart 2013
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt de aanhef vervangen door:
Artikel 3:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het derde lid worden drie leden ingevoegd, luidende:
3a. In afwijking van het derde lid kan de vrouwelijke werknemer de werkgever verzoeken het bevallingsverlof op te delen na de 42ste dag waarop zij recht op dat verlof heeft. De vrouwelijke werknemer kan dit deel van het verlof opnemen gedurende het tijdvak van 30 weken, welk tijdstip aanvangt de dag nadat het bevallingsverlof is opgedeeld. Het verzoek wordt gedaan uiterlijk vier weken voor de 42ste dag van het bevallingsverlof.
3b. De omvang van het bevallingsverlof dat is opgedeeld en dat later wordt opgenomen is gelijk aan de arbeidsduur per week ten tijde van het bevallingsverlof dat volgt na de dag van de bevalling.
3c. De werkgever stemt uiterlijk twee weken voor de afloop van het bevallingsverlof in met een verzoek van de vrouwelijke werknemer als bedoeld in lid 3a, tenzij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet.
4. Ingeval van toepassing van het vijfde lid, ziet het verzoek, bedoeld in lid 3a, op de periode na afloop van de verlenging, bedoeld in het vijfde lid.
2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
Dit amendement regelt dat de resterende dagen van het bevallingsverlof, na de 42e dag na de bevalling, flexibel kan worden ingezet. Op deze manier is men niet verplicht om volledig verlof op te nemen, maar kan men over een langere periode deeltijd verlof aanvragen. Hiermee krijgen vrouwen meer eigen regie over hun indeling van werk en gezin na de bevalling. Dit is belangrijk, omdat bevallingen zeer uiteenlopend kunnen zijn; een vaste regeling past hier niet bij. Op deze manier kan er beter voldaan worden aan de wensen van vrouwen bij hun terugkeer naar werk.
Van Weyenberg Pia Dijkstra