Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403) noodzaakt tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel i wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
i1. het overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde doen van informatieverzoeken aan de daartoe bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland, ten behoeve van de beoordeling door de Dienst Wegverkeer of een andere rijbewijsafgevende autoriteit in Nederland van aanvragen tot afgifte van een rijbewijs;.
2. In onderdeel n wordt na «111, vijfde lid,» ingevoegd: 127, derde en vierde lid,.
B
In het opschrift van Hoofdstuk IB wordt «Toezicht op het CBR» vervangen door: het CBR
C
Na artikel 4z wordt een artikel ingevoegd, luidende:
D
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:
h. motorrijtuigen, indien die bestuurders in Nederland woonachtig zijn en aan hen door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie waarmee wordt gereden:
1°. indien het een rijbewijs betreft dat is afgegeven overeenkomstig richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403), gedurende de periode die is gelegen tussen de datum van vestiging van die bestuurders in Nederland en de datum waarop sedert de datum van afgifte van dat rijbewijs maximaal vijftien jaren zijn verstreken, dan wel;
2°. indien het een rijbewijs betreft dat niet overeenkomstig vorengenoemde richtlijn is afgegeven, gedurende de periode die is gelegen tussen de datum van vestiging van die bestuurders in Nederland en de datum waarop sedert de datum van afgifte van dat rijbewijs tien jaren zijn verstreken dan wel, indien die periode korter is dan twee jaar, gedurende twee jaar vanaf het moment van vestiging van die bestuurders in Nederland.
2. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:
i. bromfietsen, indien:
1°. die bestuurders buiten Nederland, anders dan in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, woonachtig zijn en zij zich bevinden in het internationale verkeer;
2°. die bestuurders afkomstig zijn uit een staat anders dan een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland en zij in Nederland woonachtig zijn, zolang sedert de dag waarop zij zich in Nederland hebben gevestigd, nog geen 185 dagen verstreken zijn;
3°. die bestuurders in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, woonachtig zijn en zij zich in het internationale verkeer bevinden, en zij beschikken over een door het daartoe bevoegd gezag in een van deze staten afgegeven:
a. rijbewijs dat geldig is voor de categorie AM, of
b. rijbewijs dat geldig is voor een andere categorie dan AM, of
4°. die bestuurders in Nederland woonachtig zijn en aan hen door het daartoe bevoegd gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende Europese Economische Ruimte of Zwitserland, een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor een andere categorie dan AM, gedurende de in onderdeel h bedoelde periode.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel i, onder 3°, is artikel 107 niet van toepassing op bestuurders van bromfietsen die in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, woonachtig zijn en die zich bevinden in het internationaal verkeer, indien het een bromfiets betreft waarop richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403) niet van toepassing is.
E
Artikel 110 komt te luiden:
Motorrijtuigen mogen slechts worden bestuurd door personen die een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde minimumleeftijd hebben bereikt.
Daarbij kan voor het ontvangen van rijonderricht in de zin van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde gevallen en onder de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden een lagere leeftijd worden vastgesteld.
F
Artikel 110b, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. degene aan wie rijonderricht wordt gegeven nog niet de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde minimumleeftijd heeft bereikt voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie waarvoor rijonderricht wordt gegeven;.
G
Artikel 111, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde minimumleeftijd heeft bereikt voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie waarop de aanvraag tot afgifte van een rijbewijs betrekking heeft en.
H
Artikel 112 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «, of» vervangen door: ;.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel e, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. ten aanzien van wie is gebleken dat in een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland het rijbewijs is geschorst of een beperkende maatregel met betrekking tot het rijbewijs of de rijbevoegdheid onherroepelijk is geworden, tenzij is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden.
3. In het tweede lid wordt «eerste lid, onderdelen b, c en d,» vervangen door: eerste lid, onderdelen, b, c, d en f,.
I
Artikel 122 komt als volgt te luiden:
J
In artikel 123, eerste lid, onderdeel b, wordt na «waarop de omwisseling betrekking heeft» toegevoegd: , dan wel door uitreiking van een rijbewijs dat aan de houder door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland is afgegeven, terwijl betrokkene op dat tijdstip houder was van een rijbewijs en in Nederland woonachtig is.
K
Aan artikel 124, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. in afwijking van onderdeel c vindt ongeldigverklaring plaats door de Dienst Wegverkeer, indien deze dienst beschikt over gegevens uit het buitenland waaruit blijkt dat betrokkene tevens houder is van een rijbewijs afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
L
Artikel 127 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt na «autoriteiten buiten Nederland» ingevoegd: anders dan in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland,.
2. Onder vernummering van het vierde tot het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Aan de met afgifte van rijbewijzen, dan wel met de beoordeling van de geldigheid van afgegeven rijbewijzen, belaste autoriteiten binnen de andere lidstaten van de Europese Unie, de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland worden in de bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen in het kader van de uitwisseling van gegevens op de door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze en tegen betaling van het door deze dienst vastgestelde tarief desgevraagd gegevens verstrekt die zij voor de uitvoering van hun taak behoeven.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het register» vervangen door: het in artikel 126, eerste lid, bedoelde register.
De Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «de categorieën C, CE, D of DE» vervangen door: C, C1, CE C1E, D, D1, DE of D1E.
2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «in de motorrijtuigcategorieën C of D» vervangen door: in de motorrijtuigcategorieën C, C1, D of D1.
3. In het vierde lid wordt «de motorrijtuigcategorie A» vervangen door: de motorrijtuigcategorieën A1, A2 en A.
B
Artikel 12a, eerste lid, laatste volzin, komt te luiden:
Het voldoen aan de regels voor de stage in de motorrijtuigcategorieën B, C1, C, D1 of D wordt gelijkgesteld met het voldoen aan de regels voor de stage in de motorrijtuigcategorieën BE, C1E, CE, D1E of DE.
C
In artikel 13, onderdeel a, onder 2, wordt «voor de categorie A, C of D» vervangen door: voor de categorie A1, A2, A, C1, C, D1 of D.
Artikel 110, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, blijft van toepassing ten aanzien van bestuurders van motorrijtuigen:
a. aan wie voor het in de aanhef bedoelde tijdstip overeenkomstig de tot dat tijdstip bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde regels een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie als waarmee wordt gereden;
b. aan wie na het in de aanhef bedoelde tijdstip, op grond van de artikelen 119, eerste lid, onderdelen a, c, d, e en f, of 120 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie als waarmee wordt gereden en het eerder afgegeven rijbewijs was afgegeven voor dat tijdstip.
Artikel 111, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994 zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel G, blijft van toepassing ten aanzien van aanvragers van rijbewijzen:
a. die voor het in de aanhef bedoelde tijdstip beschikken over een rijbewijs dat overeenkomstig de voor dat tijdstip bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde regels is afgegeven en dat op dat tijdstip nog geldig is, dan wel zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur;
b. indien die rijbewijzen na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel G, worden afgegeven op grond van de artikelen 119, eerste lid, onderdelen a, c, d, e en f, of 120 van de Wegenverkeerswet 1994, en het eerder afgegeven rijbewijs was afgegeven voor dat tijdstip;
c. indien ten aanzien van die rijbewijzen het besluit tot afgifte wordt genomen na het in de aanhef bedoelde tijdstip, doch de daarvoor benodigde verklaring of verklaringen van rijvaardigheid voor dat tijdstip is of zijn geregistreerd in het rijbewijzenregister.
Artikel 122, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel I, blijft van toepassing:
a. ten aanzien bestuurders van motorrijtuigen aan wie voor het in de aanhef bedoelde tijdstip overeenkomstig de tot dat tijdstip bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde regels een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie als waarmee wordt gereden;
b. ten aanzien van rijbewijzen die na dat tijdstip worden afgegeven op grond van artikel 120 van de Wegenverkeerswet 1994.
Certificaten die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II de bevoegdheid geven tot het bedrijfsmatig geven van rijonderricht in de zin van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 voor respectievelijk de rijbewijscategorieën A, C, E bij C, D of E bij D, blijven geldig tot de op het certificaat vermelde geldigheidsduur en geven voor de toepassing van die wet vanaf dat tijdstip en tot het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat tevens de bevoegdheid tot het geven van rijonderricht voor respectievelijk de rijbewijscategorieën A1, A2 en A, C1 en C, E bij C1 en E bij C, D1 en D of E bij D1 en E bij D.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Milieu,