Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2011
Parallel aan het wetsvoorstel ter implementatie van het derde pakket energierichtlijnen stuur ik u de eindresultaten van een onderzoek dat in mijn opdracht door het bureau D-Cision is uitgevoerd1. Ik heb D-Cision gevraagd voor netten met recreatieve doeleinden in kaart te brengen welke kosten zijn verbonden aan de eisen die volgen uit de Europese regels c.q. het implementatiewetsvoorstel. Aanleiding voor het onderzoek is de voorbereiding van de in artikel I, onderdeel K, en artikel II, onderdeel I, van het wetsvoorstel opgenomen mogelijkheid om een Algemene Maatregel van Bestuur vast te stellen, op basis waarvan de waarde van een net kan worden bepaald.
Implementatiekosten
Het wetsvoorstel bevat een speciale regeling voor bestaande netten op recreatieparken. Voor nieuwe netten op recreatieparken gelden dezelfde eisen als voor openbare netten. Voor veel van de bestaande netten is op dit moment geen netbeheerder aangewezen. Deze situatie is in strijd met de huidige regelgeving, maar is tot nu toe impliciet gedoogd. Dit wetsvoorstel beoogt hieraan een einde te maken en te zorgen dat ook deze netten voldoen aan de eisen uit het derde pakket. Na een overgangsperiode van drie jaar moeten ook op deze netten afnemers zelf hun leverancier kunnen kiezen. Hoewel recreatienetten dus op dit moment al moeten voldoen aan de eisen die zijn gesteld in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, zullen zij in de praktijk kosten moeten maken om deze netten aan de eisen te laten voldoen.
D-Cision heeft de verschillende kostencategorieën inzichtelijk gemaakt en per categorie de kosten per aansluiting geraamd. Hierbij heeft D-Cision de informatie over de feitelijke situatie op recreatienetten verkregen via interviews. D-Cision geeft daarbij aan dat het gaat om een inschatting van de ordegrootte van de verwachte implementatiekosten van het wetsvoorstel. De implementatiekosten voor elektriciteitsnetten worden per aansluiting eenmalig op € 810 geraamd. De raming van de structurele jaarlijkse kosten is € 274. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde grootte van 100 aansluitingen op een recreatienet. Voor gas zijn de kosten geraamd op € 635 (eenmalig) en € 213 (structureel).
Brancheorganisatie RECRON schat het totale aantal aansluitingen op 150 000. Onderzoekers van EIM komen tot een conservatievere inschatting van 40 000 aansluitingen. De totale kosten laten daarom een grote bandbreedte zien. Voor gas zijn onvoldoende cijfers beschikbaar van de aanwezige aardgasnetten waardoor een inschatting moeilijk te maken is. Naar verwachting liggen de totale kosten voor gasnetten op recreatieparken dan ook een stuk lager. Voor elektriciteitsnetten bedragen de kosten:
EIM ( 40 000) |
RECRON (150 000) |
|
---|---|---|
Initiële kosten (€) |
32 400 000 |
121 500 000 |
Structurele kosten (€) |
10 960 000 |
41 100 000 |
Uit het onderzoek blijkt dat de implementatiekosten voortkomen uit het mogelijk maken van derdentoegang. Kosten zijn gerelateerd aan het implementeren van de administratieve scheiding tussen het beheer van het recreatienet en andere activiteiten van de eigenaar/beheerder van dat net, het installeren van nieuwe (comptabele) meters, de waardering van het net en het opstellen van tarieven, en indien afnemers daarom verzoeken, het verzwaren van de netwerken en de aansluitingen. Daarnaast leidt het wetsvoorstel tot extra kosten voor verplichtingen die gerelateerd zijn aan meteruitlezing, communicatie met diverse betrokken partijen (leveranciers, netbeheerders, afnemers) en het uitvoeren van switches. De in het rapport opgenomen kostenposten betreffen zowel een precisering als een inhoudelijke verbreding ten opzichte van de paragraaf over administratieve lasten die in het wetsvoorstel is opgenomen.
Het onderzoek doet geen uitspraken over de verdeling van de kosten over eigenaren van recreatieparken en afnemers of over de baten van vrije leverancierskeuze voor afnemers. Ten aanzien van de baten geldt in het algemeen – zo blijkt uit monitoring door de NMa – dat overstappen van leverancier kan leiden tot een lagere energierekening. Bovendien kunnen consumenten kiezen voor een op hun eigen situatie toegesneden niveau van dienstverlening. In de analyse is daarnaast geen rekening gehouden met het realiseren van kostenbesparingen door schaalvoordelen. Hier kunnen mogelijkheden liggen als eigenaren van recreatienetten samenwerken om te voldoen aan de verplichtingen van het wetsvoorstel dan wel via het (gemeenschappelijk) uitbesteden van het beheer aan derden. Het rapport geeft hiervoor een aantal concrete handvaten.
Vervolgstappen
Gelet op de kosten die aan dit onderdeel van het wetsvoorstel zijn verbonden, wil ik de komende periode nader overleg voeren met afnemersorganisaties, RECRON en Netbeheer Nederland. In de eerste plaats wil ik dit overleg gebruiken om met de meest betrokken partijen de resultaten van het onderzoek nader te valideren. Ook wil ik weten welke mogelijkheden zij thans zien om de implementatiekosten te beperken, bijvoorbeeld via samenwerking en/of uitbesteding. Tot slot wil ik bezien of er nog aanvullende mogelijkheden zijn om de kosten van implementatie van de vereisten uit het derde pakket verder terug te brengen.
Voor deze vervolgstappen is de actieve medewerking van partijen nodig, in het bijzonder van de recreatiesector. Eventuele aanpassing van het wetsvoorstel is alleen wenselijk als de gesprekken leiden tot een voorstel dat past binnen de kaders van het energiebeleid en dat kan rekenen op breed gedragen steun van alle betrokken partijen.
Mijn inzet is om u over de uitkomst van deze gesprekken te informeren, parallel aan de nota naar aanleiding van het verslag van uw Kamer of zoveel eerder als mogelijk is.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen