Kamerstuk 32814-18

Gewijzigd amendement van de leden Leegte en Van der Werf ter vervanging van nr. 11 over het voorzien in een regeling voor directe lijnen

Dossier: Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas)

Gepubliceerd: 27 februari 2012
Indiener(s): René Leegte (VVD), Marieke van der Werf (CDA)
Onderwerpen: energie natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32814-18.html
ID: 32814-18
Origineel: 32814-11
Wijzigingen: 32814-21

70,7 %
29,3 %

SGP

PvdD

PVV

VVD

D66

SP

GL

CU

PvdA

CDA


Nr. 18 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN LEEGTE EN VAN DER WERF TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 27 februari 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt onderdeel A als volgt gewijzigd:

1. Het tweede onderdeel komt te luiden:

  • 2. In onderdeel i wordt na «behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen» ingevoegd: onderdeel uitmaken van een directe lijn of.

2. In het vierde onderdeel komt onderdeel ar te luiden:

ar. directe lijn:

een elektriciteitslijn die geen net is en die:

  • 1°. een geïsoleerde producent rechtstreeks verbindt met een geïsoleerde verbruiker van elektriciteit; of

  • 2°. een producent met tussenkomst van een leverancier rechtstreeks verbindt met één of meer verbruikers van elektriciteit, niet zijnde in hoofdzaak huishoudelijke verbruikers, teneinde te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van deze verbruikers;.

II

In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

Na artikel 9g wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3. Directe lijn

Artikel 9h

Een producent die elektriciteit levert met een directe lijn aan verbruikers van elektriciteit meldt zo spoedig mogelijk na ingebruikname van een directe lijn aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit:

  • a. zijn naam en adres;

  • b. een globale beschrijving van de directe lijn;

  • c. een aanduiding van de locatie waar de directe lijn zich bevindt.

III

In artikel I wordt na onderdeel T een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ta

In artikel 30, tweede lid, wordt na «of een net» ingevoegd: of een directe lijn.

IV

In artikel I, onderdeel U, komt het derde onderdeel te luiden:

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 14. Het vijfde tot en met zevende lid vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk tijdstip kan verschillen voor de verschillende leden.

  • 15. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden regels gesteld omtrent de technische eisen waaraan een aansluiting van een gesloten distributiesysteem en een directe lijn moet voldoen.

V

In artikel I, onderdeel AB, wordt na onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 1a. In het eerste lid, onderdeel a, wordt voor »11a, tweede lid» ingevoegd: 9h,.

VI

In artikel I wordt na onderdeel AJ een onderdeel ingevoegd, luidende:

AJa

Na artikel 86f wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 12. Keuzevrijheid van leverancier

Artikel 86g

Iedere producent en verbruiker van elektriciteit heeft daadwerkelijke keuzevrijheid van leverancier.

VII

In artikel II wordt onderdeel A als volgt gewijzigd:

1. Het tweede onderdeel komt te luiden:

  • 2. In onderdeel d wordt na «behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen» ingevoegd: onderdeel uitmaken van een directe lijn of.

2. In het vijfde onderdeel komt onderdeel an te luiden:

an. directe lijn:

één of meer gasleidingen die geen gastransportnet zijn en die:

  • 1°. een geïsoleerde producent rechtstreeks verbindingen met een geïsoleerde verbruiker van gas; of

  • 2°. een producent met tussenkomst van een leverancier rechtstreeks verbinden met één of meer verbruikers van gas, niet zijnde in hoofdzaak huishoudelijke verbruikers, teneinde te voorzien in de gasbehoefte van deze verbruikers;.

VIII

In artikel II wordt aan onderdeel Q een onderdeel toegevoegd, luidende:

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden regels gesteld omtrent de technische eisen waaraan een aansluiting van een gesloten distributiesysteem en een directe lijn moet voldoen.

IX

In artikel II wordt na onderdeel AJ een onderdeel ingevoegd, luidende:

AJa

Na artikel 39g wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 5.1b. Directe lijn

Artikel 39h

Een producent die gas levert met een directe lijn meldt zo spoedig mogelijk na ingebruikname van een directe lijn aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit:

  • a. zijn naam en adres;

  • b. een globale beschrijving van de directe lijn;

  • c. een aanduiding van de locatie waar de directe lijn zich bevindt.

X

In artikel II, onderdeel AP, wordt na onderdeel 3 een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 3a. In het eerste lid, onderdeel a, wordt voor »40, tweede lid» ingevoegd: 39h, eerste lid,.

XI

In artikel II wordt onderdeel AR als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «wordt een paragraag ingevoegd» vervangen door: worden twee paragraven ingevoegd.

2. Na artikel 66e wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 5.13 Keuzevrijheid van leverancier

Artikel 66f

Iedere producent van gas en verbruiker van gas heeft daadwerkelijke keuzevrijheid van leverancier.

XII

Na artikel XXIE wordt een artikel ingevoegd, luidende:

XXIF

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 47 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Met betrekking tot elektriciteit wordt onder directe lijn verstaan een directe lijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ar, van de Elektriciteitswet 1998.

  • 5. Met betrekking tot aardgas wordt onder directe lijn verstaan een directe lijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel an, van de Gaswet.

2. Aan artikel 53 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien sprake is van een directe lijn, wordt in afwijking van het eerste en tweede lid bij de toepassing van artikel 50, vierde lid, de belasting geheven van degene die de levering van elektriciteit dan wel aardgas aan verbruikers verricht op de directe lijn.

Toelichting

De Elektriciteitsrichtlijn (2009/72/EG) maakt het mogelijk, in aanvulling op het systeem van gereguleerde transmissie- en distributienetten, dat producenten en leveranciers met een directe lijn kunnen voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de op deze directe lijn aangesloten elektriciteitsverbruikers. Onder een directe lijn dient in dit verband te worden verstaan één of meer verbindingen en hulpmiddelen bestemd voor het transport van elektriciteit die zonder tussenkomst van een net waarvoor een netbeheerder moet worden aangewezen een elektriciteitsproducent en één of meer elektriciteitsverbruikers met elkaar verbinden. Anders dan een gesloten distributiesysteem is een directe lijn niet geografisch begrensd. Een directe lijn kan zowel worden gebruikt voor het voorzien in de elektriciteitsbehoefte van eigen vestigingen en ondernemingen (concernmaatschappijen) als derden. Het toestaan van directe lijnen kan een krachtige impuls bieden aan de ontwikkeling van decentrale opwekking, waarbij in het bijzonder kan worden gedacht aan installaties voor warmtekrachtkoppeling en installaties voor de opwekking van duurzame elektriciteit, zoals biomassacentrales. Vanuit een oogpunt van bevordering van duurzame elektriciteit en de inzet van installaties voor warmtekrachtkoppeling is het wenselijk te voorzien in een regeling van directe lijnen. De voorgestelde regeling van directe lijnen resulteert tevens in aan een aanzienlijke reductie van administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

Het is onwenselijk dat directe lijnen worden ontwikkeld als alternatief voor aansluiting van deze huishoudens op door netbeheerders beheerde netten. De voorgestelde regeling staat daarom niet toe dat directe lijnen worden gebruikt om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van huishoudens. Een uitzondering is gemaakt voor levering van elektriciteit vanuit een directe lijn aan huishoudens in het geval de directe lijn voornamelijk wordt gebruikt voor levering van elektriciteit aan zakelijke energieverbruikers.

Kenmerkend voor een directe lijn is dat zij bestaat uit een samenstel van een of meer productie-installaties en elektriciteitsverbruikende installaties die onderling met één of meer verbindingen en hulpmiddelen bestemd voor transport van elektriciteit direct met elkaar zijn verbonden. Anders dan bij een installatie liggen de verbindingen en hulpmiddelen bestemd voor transport van elektriciteit niet alleen binnen de installatie, maar vormen zij ook de verbindingen tussen de te onderscheiden productie- en elektriciteitsverbruikende installaties. Anders dan bij een net is bij een directe lijn niet alleen sprake van een stelsel van leidingen en hulpmiddelen met een transportfunctie, maar tevens van een elektriciteitsproductie- en elektriciteitsverbruikende functie. De directe lijn is daarmee naar zijn aard noch een net, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel i Elektriciteitswet 1998, noch een installatie als bedoeld in voornoemd artikel, maar een zelfstandige tussencategorie. Met de voorgestelde wijziging van artikel 1, lid 1, onderdeel i Elektriciteitswet 1998 wordt dit karakter van de directe lijn tot uitdrukking gebracht. Gelijk een installatie wordt ook ten aanzien van een directe lijn niet voorzien in een systeem van gereguleerde toegang tot het systeem. Met de voorgestelde toevoeging van artikel 31, lid 15 wordt invulling gegeven aan artikel 5 Elektriciteitsrichtlijn (2009/72/EG), waarin uitdrukkelijk is opgenomen dat in de nationale wetgeving moet worden voorzien in technische eisen waaraan een gesloten distributiesysteem en directe lijnen moeten voldoen voor aansluiting op transmissie- en distributienetten.

Teneinde de raad van bestuur van de NMa in staat te stellen toezicht te houden op directe lijnen is in artikel 9h voorzien in een meldingsplicht voor directe lijnen. Ook personen en bedrijven aangesloten op een directe lijn hebben recht op bescherming tegen onredelijke tarieven en voorwaarden die voor het gebruik van een directe lijn met bijbehorende levering van elektriciteit jegens hun worden gehanteerd. Anders dan bij openbare netten en gesloten distributiesystemen wordt de bescherming van elektriciteitsverbruikers aangesloten op een directe lijn niet gewaarborgd door een stelsel van gereguleerde tarieven en voorwaarden, maar door het bieden van een alternatieve mogelijkheid in hun elektriciteitsbehoefte (transport, levering) te voorzien, namelijk in de vorm van een recht op toegang tot de gereguleerde openbare netten en gesloten distributienetten en daarmee tot de markt voor levering van elektriciteit.. Voorwaarde voor een effectieve bescherming van personen en bedrijven aangesloten op een directe lijn is dat de mogelijkheid te kiezen voor toegang tot openbare netten en gesloten distributienetten en daarmee tot de achterliggende markt voor levering van elektriciteit niet op ontoelaatbare wijze, bijvoorbeeld in de vorm van leveringscontracten met een onredelijk lange opzegtermijn, kan worden beperkt. Op grond van de Elektriciteitsrichtlijn heeft iedere producent en elektriciteitsverbruiker een gewaarborgd recht op toegang tot het net en een daarmee onlosmakelijk verbonden recht op keuzevrijheid van leverancier. Bij de uitleg van dit recht dient te worden aangesloten bij artikel 37, lid 1, onderdeel k Elektriciteitsrichtlijn, waarin is opgenomen dat restrictieve handelspraktijken die de keuzevrijheid van leverancier belemmeren niet zijn toegestaan. Door het recht op daadwerkelijke keuzevrijheid van leverancier uitdrukkelijk vast te leggen in artikel 86g Elektriciteitswet 1998 wordt bereikt dat in alle gevallen wordt gewaarborgd dat alle producenten en elektriciteitsverbruikers, dus ook personen en bedrijven aangesloten op een directe lijn, daadwerkelijk gebruik kunnen maken van hun recht op toegang tot openbare netten en gesloten distributiesystemen en de daarmee samenhangende elektriciteitsmarkt. Met deze aanvulling wordt invulling gegeven aan artikel 34, lid 3 Elektriciteitsrichtlijn (2009/72/EG). Aangezien het recht op keuzevrijheid van leverancier een recht is dat op grond van de Elektriciteitsrichtlijn (2009/72/EG) toekomt aan alle producenten en elektriciteitsverbruikers en niet slechts aan personen en bedrijven aangesloten op directe lijnen is dit fundamentele recht opgenomen in artikel 86g Elektriciteitswet 1998 dat van toepassing is op alle producenten en elektriciteitsverbruikers ongeacht of zij zijn aangesloten op een openbaar net, gesloten distributiesysteem of directe lijn.

Ook voor een elektriciteitsverbruiker aangesloten op een directe lijn geldt dat hij profiteert van systeemdiensten. Een elektriciteitsverbruiker aangesloten op een directe lijn is daarom het in artikel 30 Elektriciteitswet 1998 bedoelde systeemdienstentarief aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verschuldigd. Met de voorgestelde wijziging van artikel 30, lid 2 Elektriciteitswet 1998 wordt vastgelegd dat elektriciteitsverbruikers aangesloten op een directe lijn aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet het in artikel 30 bedoelde systeemdienstentarief verschuldigd zijn. Het systeemdienstentarief wordt berekend op basis van het eigen elektriciteitsverbruik van de betreffende aangeslotene op een directe lijn.

Ook de Gasrichtlijn (2009/73/EG) biedt de mogelijkheid tot het opnemen in de nationale wetgeving van een regeling voor directe lijnen. Met de voorgestelde wijziging van de Gaswet wordt het systeem van directe lijnen ook opgenomen in de Gaswet. De voorgestelde wettelijke regeling van directe lijnen sluit aan op de regeling van directe lijnen als opgenomen in de Elektriciteitswet 1998. Met de wijziging van artikel 12b wordt uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 8 Gasrichtlijn (2009/73/EG).

Teneinde buiten twijfel te stellen dat ook over leveringen van elektriciteit en gas aan verbruikers aangesloten op een directe lijn energiebelasting wordt geheven wordt de Wet belastingen op milieugrondslag aangepast. Met de wijziging van artikel 50 wordt eenduidig vastgelegd dat de leverancier die elektriciteit of gas levert aan verbruikers aangesloten op een directe lijn geldt als belastingplichtige en over deze leveringen op grond van artikel 50, lid 4, Wet belastingen op milieugrondslag energiebelasting verschuldigd is. Opgemerkt wordt dat in geval van een directe lijn waarbij sprake is van een geïsoleerde producent en geïsoleerde verbruiker de betreffende producent geldt als leverancier en daarmee voor de toepassing van de energiebelasting wordt aangemerkt als belastingplichtige. In het geval van directe lijnen waarbij een producent aan verbruikers levert met tussenkomst van een leverancier geldt dat deze leverancier voor de toepassing van de energiebelasting wordt aangemerkt als belastingplichtige.

Leegte Van der Werf