Vastgesteld 5 juli 2011
De commissie voor de Rijksuitgaven1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennis genomen van het voorstel voor wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 in verband met de wijziging van een aantal begrotingen en enkele technische aanpassingen. De VVD-fractie geeft aan dat zij het uitgangspunt van wetgevingsdoelmatigheid in dit kader onderschrijft, maar vraagt nog nadere toelichting ten aanzien van een onderdeel van het wetvoorstel.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Deze leden hebben geen additionele vragen.
Artikel I, onderdeel A, onder 4
De leden van de VVD-fractie merken op dat ten aanzien van de toevoeging van onderdeel j bij artikel 1 lid 1 van de Comptabiliteitswet 2001 (voorstel, Artikel I, onderdeel A4), de Algemene Rekenkamer een alternatieve tekst voorstelt om de enigszins ruime definitie van de tekst te beperken tot uitsluitend programmabegrotingen. De minister beschrijft in zijn reactie de nadelen van de voorgestelde formulering. Welke alternatieve tekst acht de minister op dit punt wel mogelijk voor dit onderdeel om tegemoet te komen aan het commentaar van de Algemene Rekenkamer?
De Voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Van Gerven
De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Groen