Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Wetsartikel 3
Artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 schrijft voor dat een meerjarige begrotingsreserve kan worden aangehouden ten laste van een beleidsartikel.
De begrotingsreserve inzake garantiestelling restschuld speelt een rol voor zo wel het universitair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het middelbaar onderwijs, het voortgezet onderwijs als het primair onderwijs. Uit een oogpunt van administratieve doelmatigheid is het niet gewenst dat er vijf aparte begrotingsreserves worden aangehouden ten laste van de betrokken beleidsartikelen (1, 3, 4, 6 en 7). Om die reden wordt door middel van dit wetsartikel bepaald dat de begrotingsreserve gekoppeld kan worden aan het niet-beleidsartikel Ministerie Algemeen (artikelnummer 18). Inhoudelijk is de begrotingsreserve bestemd om het begrotingsbeheer met betrekking tot de betrokken beleidsartikelen op een doelmatige wijze vorm te geven.
De geest van artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt daarmee geen geweld aangedaan. In het kader van de voorgenomen herziening van de Comptabiliteitswet zal een algemene wettelijke voorziening worden getroffen. Zolang die voorziening er nog niet is, zal jaarlijks in de begrotingswet van OCW deze afwijkingsbepaling worden opgenomen.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
1. |
Leeswijzer |
2. |
Het beleid |
2.1 |
Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties |
2.2 |
Beleidsartikelen |
2.3 |
Niet-beleidsartikelen |
In deze 1e suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2011 een uitgavenpeil van € 33,9 miljard geraamd.
De effecten van de herziening van het subsidiebeleid van onderwijssubsidies (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 160) zijn niet in deze 1e suppletoire begroting verwerkt. Deze worden verwerkt in de begroting 2012.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van toelichtingen op de volgende onderdelen:
– Uitvoeringsbeeld (paragraaf 2.1.1);
– Fasering maatregelen langstudeerders en passend onderwijs (paragraaf 2.1.2);
– Doorverdeling middelen Caribisch Nederland (paragraaf 2.1.3);
– Technische mutaties, waaronder loon- en prijsbijstelling (paragraaf 2.1.4)
Aansluitend wordt ook per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 2.2). Op de beleidsartikelen worden alleen de beleidsmatige en autonome mutaties groter dan € 2,2 miljoen toegelicht.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Leerlingen- en studentenaantallen |
38,8 |
129,8 |
204,6 |
232,6 |
265,8 |
281,5 |
a. primair onderwijs |
0,0 |
5,4 |
3,9 |
2,6 |
8,1 |
15,2 |
|
b. voortgezet onderwijs |
41,9 |
62,2 |
65,0 |
75,8 |
87,4 |
95,4 |
|
c.beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
7,8 |
37,4 |
88,1 |
94,0 |
110,3 |
111,9 |
|
d. hoger beroepsonderwijs |
– 22,2 |
3,2 |
19,1 |
26,6 |
28,1 |
30,6 |
|
e. wetenschappelijk onderwijs |
7,7 |
16,2 |
20,6 |
20,7 |
16,7 |
11,4 |
|
f. studiefinanciering |
3,6 |
5,5 |
7,7 |
12,9 |
15,2 |
17,0 |
|
2 |
Ramingsbijstelling studiefinanciering |
– 129,5 |
– 125,7 |
– 73,8 |
– 31,1 |
28,7 |
18,6 |
3 |
Inzet enveloppe Kwaliteitsimpuls/ramingsrisico |
0,0 |
– 70,0 |
– 180,0 |
– 220,0 |
– 270,0 |
– 270,0 |
4 |
Inzet ter dekking fasering langstudeerders en passend onderwijs |
0,0 |
119,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
5 |
Incidentele kwaliteitsimpuls onderwijs |
0,0 |
15,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
6 |
Tegenvaller VO en dekking |
56,0 |
– 56,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
7 |
Systeemvernieuwing DUO |
7,5 |
7,8 |
7,8 |
4,0 |
4,0 |
4,0 |
Totaal * |
– 27 |
21 |
– 42 |
– 15 |
28 |
34 |
* Het meerjarige beeld sluit over de jaren heen op nul.
Toelichting:
1. In de verschillende onderwijssectoren is in het aantal leerlingen en studenten per saldo hoger dan waarmee tot nu toe in de begroting rekening was gehouden. De grootste opwaartse mutaties doen zich voor in het VO en het MBO. In het VO stijgt de gemiddelde verblijfsduur iets. In het MBO hangt de geraamde stijging vooral samen met het vorig jaar zich al aftekenende, maar nu meerjarig verwerkte substitutie-effect tussen BOL en BBL. In het HBO doet zich in 2011 overigens een kleine daling voor.
2. De raming van de uitgaven voor studiefinanciering vertoont tot en met 2014 per saldo een meevaller, daarna worden per saldo tegenvallers geraamd. De ramingsbijstelling is het gevolg van een aantal ontwikkelingen. Bij de omzetting van prestatiebeurs in gift worden op grond van de actuele inzichten in het omzettingsritme de eerste jaren meevallers verwacht, die vanaf 2015 omslaan in tegenvallers. Bij de aanvullende beurs is er een lager gebruik dan eerder werd geraamd. Daarnaast zijn de renteontvangsten hoger dan eerder geraamd. Dit leidt tot een structurele meevaller. Bij de uitgaven voor de OV-studentenkaart doen zich tegenvallers voor.
3. De RA-enveloppe kwaliteitsimpuls/reservering ramingsrisico wordt volledig ingezet.
4. De ruimte ad € 119 miljoen uit het uitvoeringsbeeld wordt ingezet om de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het Regeerakkoord mogelijk te maken. Het totaalbeeld van deze faseringsmaatregelen inclusief de dekking wordt weergegeven onder paragraaf 2.1.2, tabel 2a en 2b.
5. De resterende ruimte uit het uitvoeringsbeeld is beschikbaar voor kwaliteitsbeleid.
6. De loonbijstelling tranche 2011 wordt niet uitgekeerd. In de sector VO ontstaat daardoor een liquiditeitsprobleem. Ter dekking van de kosten van de arbeidsvoorwaarden is een kasschuif van € 56 miljoen van 2012 naar 2011 noodzakelijk (zie de toelichting bij artikel 3 VO).
7. Voor de vernieuwing van de studiefinancieringssystemen is een reservering opgenomen. De huidige systemen voldoen niet meer. Vernieuwing was op zich al wenselijk om tot een meer doelmatige uitvoering te komen. Daar komt nu de uitwerking van de in het regeerakkoord opgenomen maatregelen binnen de studiefinanciering (zoals het sociaal leenstelsel) bij. Definitieve toekenning van budgetten zal plaatsvinden op basis van een gevalideerde businesscase. Deze wordt momenteel ontwikkeld.
De maatregelen uit het Regeerakkoord, verhoging van het collegegeld voor langstudeerders en de efficiencykorting op de instellingen en de bezuiniging op passend onderwijs, worden gefaseerd ingevoerd (zie tabel 2a). De dekking vindt volledig binnen de OCW-begroting plaats (zie tabel 2b), zie brief aan de Tweede Kamer, d.d. 13 april 2011 (Kamerstuk 32 618, nr. 32).
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Langstudeerders |
||||||
– Verhoging collegegeld met 0-3000-3000 |
0 |
– 62 |
– 178 |
– 163 |
– 163 |
– 163 |
|
– Efficiencykorting instellingen gefaseerd (incl. gedragseffect) |
0 |
0 |
– 200 |
– 220 |
– 230 |
– 230 |
|
Totaal fasering langstudeerdersmaatregel (nieuwe reeks) |
0 |
– 62 |
– 378 |
– 383 |
– 393 |
– 393 |
|
Langstudeerdersmaatregel (reeks conform RA) |
0 |
– 370 |
– 370 |
– 370 |
– 370 |
– 370 |
|
Te dekken (t.b.v. fasering maatregel langstudeerders) |
0 |
– 308 |
8 |
13 |
23 |
23 |
|
2 |
Passend onderwijs |
||||||
Fasering maatregel passend onderwijs (nieuwe reeks) |
0 |
0 |
– 100 |
– 200 |
– 300 |
– 300 |
|
Maatregel passend onderwijs (conform RA) |
0 |
– 50 |
– 300 |
– 300 |
– 300 |
– 300 |
|
Te dekken (t.b.v. fasering maatregel passend onderwijs) |
0 |
– 50 |
– 200 |
– 100 |
0 |
0 |
|
3 |
Totaal te dekken (3=1+2) |
0 |
– 358 |
– 192 |
– 87 |
23 |
23 |
– = tekort, + = overschot
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Prijsbijstelling tranche 2011 |
120 |
120 |
62 |
0 |
0 |
0 |
2 |
Ruimte OCW-begroting |
0 |
119 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3 |
Prestatiebeloning (maatregel RA) |
0 |
0 |
0 |
0 |
120 |
0 |
4 |
Versterken centrale en uniforme toetsing (maatregel RA) |
0 |
10 |
10 |
0 |
0 |
0 |
5 |
Maatschappelijke stage * |
0 |
10 |
10 |
10 |
0 |
0 |
6 |
Kasschuif over de jaren heen |
– 120 |
99 |
110 |
77 |
– 143 |
– 23 |
Totaal dekking |
0 |
358 |
192 |
87 |
– 23 |
– 23 |
bron: brief aan de TK, d.d. 13 april 2011 (Kamerstuk 32 618, nr. 32)
* Het nieuwe kasritme maatschappelijke stage: € 3 miljoen in 2011, € 7,5 miljoen in 2012 t/m 2014 en € 4,5 miljoen in 2015 (totaal € 30 miljoen)
Toelichting op tabel 2b, de dekking:
1. De prijsbijstelling tranche 2011 wordt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 gedeeltelijk ingezet.
2. Er wordt voor € 119 miljoen aan incidentele ruimte uit de OCW-begroting ingezet.
3. In het Regeerakkoord is afgesproken dat een prestatiebeloning voor (teams van) leraren wordt ingevoerd. Hiervoor is structureel € 250 miljoen beschikbaar. De jaren ervoor betreft dit een oplopende reeks van € 10 miljoen in 2012, € 20 miljoen in 2013, € 40 miljoen in 2014 en
4. € 200 miljoen in 2015. Eenmalig wordt in 2015 € 120 miljoen gekort. De structurele middelen blijven ongewijzigd.
5. In het Regeerakkoord is vanaf 2012 een bedrag van structureel € 80 miljoen beschikbaar gesteld voor centrale en/of uniforme toetsing in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, zodat de leerwinst objectief getoetst kan worden. Incidenteel wordt in 2012 en 2013 € 10 miljoen minder beschikbaar gesteld. De middelen vanaf 2014 blijven ongewijzigd.
6. Het vorig kabinet heeft de maatschappelijke stage ingevoerd. Hiervoor is € 55 miljoen structureel beschikbaar. Incidenteel wordt in 2011 t/m 2014 in totaal € 30 miljoen minder beschikbaar gesteld. De middelen vanaf 2015 blijven ongewijzigd.
Artikel |
Uitgaven 2011 |
|
---|---|---|
BES-middelen, doorverdeling naar PO, VO en BVE |
8 |
– 31,3 |
Lumpsum PO |
1 |
7,2 |
Schoolcoaches en zorgkosten EOZ-middelen |
1 |
0,9 |
Lumpsum VO |
3 |
6,9 |
Lumpsum BVE |
4 |
1,6 |
Verbetermiddelen, inclusief huisvesting en uitvoering |
4 |
11,9 |
Overig |
diversen |
2,9 |
Totaal |
Totaal |
0,0 |
Lumpsum PO, VO en BVE
De wijze van bekostiging van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs op Caribisch Nederland is ingericht naar de lumpsumfinanciering.
Voor het primair onderwijs is € 7,2 miljoen gereserveerd op basis van het aantal leerlingen. Voor het voortgezet onderwijs is € 6,9 miljoen gereserveerd en voor het middelbaar beroepsonderwijs € 1,6 miljoen. De toereikendheid van deze bedragen wordt nader onderzocht.
Schoolcoaches en zorgkosten EOZ-middelen (Expertisecentrum onderwijszorg)
De invoering van de lumpsumbekostiging geeft de schoolbesturen eigen verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit op hun scholen en creëert een grote mate van autonomie. De integrale opdracht van de schoolcoach is het bewerkstelligen van een meer autonome school en het ondersteunen van de schoolbesturen met het voldoen aan de basiseisen voor onderwijs naar Nederlandse maatstaven. De EOZ-middelen zijn bedoeld voor zorgleerlingen in Caribisch Nederland.
Verbetermiddelen
De verbetermiddelen worden ingezet voor het verhogen van de leerprestaties van alle leerlingen tot een niveau dat naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar is. Momenteel is er sprake van grote achterstanden in het onderwijs en huisvesting. De komende vijf jaar wordt er gewerkt aan een inhaalslag op het gebied van huisvesting, die uiteindelijk bijdraagt aan de verhoging van de leerprestaties en de algemene onderwijskwaliteit.
Overig
Deze middelen zijn onder andere beschikbaar voor de samenwerking met Curaçao, Sint-Maarten en Aruba.
In deze 1e suppletoire begroting is een groot aantal technische wijzigingen opgenomen. Het betreft onder meer (interne) overboekingen tussen de artikelen in de OCW-begroting en overboekingen met andere departementen.
Loonbijstelling
In het regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2011. Dit betekent dat de loonbijstellingstranche 2011 die aan de departementen wordt uitgekeerd geen vergoeding bevat voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten.
Prijsbijstelling
De prijsbijstelling tranche 2011 is aan de OCW-begroting toegevoegd. Voor de jaren 2011, 2012 en 2013 zijn respectievelijk € 120, € 120 en € 62 miljoen ingezet ter dekking van de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het Regeerakkoord. Daarnaast is het wettelijke deel van de prijsbijstelling doorverdeeld naar de desbetreffende beleidsartikelen.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
9 502 556 |
0 |
40 742 |
9 543 298 |
53 752 |
– 87 011 |
– 198 629 |
– 303 344 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
0 |
||||||||
Totale uitgaven |
9 503 772 |
0 |
40 742 |
9 544 514 |
53 752 |
– 87 011 |
– 198 629 |
– 303 344 |
|
Programma-uitgaven |
9 498 352 |
0 |
41 701 |
9 540 053 |
54 724 |
– 86 039 |
– 197 657 |
– 302 372 |
|
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs |
8 928 254 |
0 |
39 993 |
8 968 248 |
56 136 |
– 84 803 |
– 196 515 |
– 301 258 |
|
• |
Personele bekostiging |
7 751 162 |
0 |
9 652 |
7 760 813 |
27 580 |
– 112 440 |
– 224 396 |
– 329 847 |
• |
Materiële bekostiging |
1 136 952 |
0 |
20 112 |
1 157 064 |
18 273 |
17 456 |
17 757 |
18 464 |
• |
Bekostiging Caribisch Nederland |
0 |
0 |
8 098 |
8 098 |
8 202 |
8 100 |
8 100 |
8 100 |
• |
Verbeteren binnenmilieu |
2 047 |
0 |
56 |
2 103 |
56 |
56 |
0 |
0 |
• |
Onderwijspersoneelsbeleid |
3 517 |
0 |
63 |
3 580 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Invoering persoonsgebonden nummer |
2 000 |
0 |
55 |
2 055 |
55 |
55 |
55 |
55 |
• |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
10 000 |
0 |
0 |
10 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Aanpak (zeer) zwakke scholen |
960 |
0 |
0 |
960 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
21 616 |
0 |
1 957 |
23 574 |
1 970 |
1 970 |
1 970 |
1 970 |
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit |
67 191 |
0 |
2 826 |
70 017 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten |
31 496 |
0 |
2 468 |
33 964 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Excellentie en talentontwikkeling |
3 131 |
0 |
0 |
3 131 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Verbreding techniek in het basisonderwijs |
14 800 |
0 |
0 |
14 800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Cultuur en school |
10 782 |
0 |
297 |
11 079 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
6 982 |
0 |
61 |
7 043 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leerlingen kunnen zonder drempels het primair onderwijs volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoeften |
445 044 |
0 |
– 2 |
445 042 |
237 |
93 |
101 |
86 |
|
• |
Passend onderwijs en LGF |
94 213 |
0 |
– 959 |
93 253 |
50 |
50 |
66 |
51 |
• |
Onderwijsachterstandenbeleid |
294 406 |
0 |
1 216 |
295 622 |
139 |
0 |
0 |
0 |
• |
Segregatie |
1 809 |
0 |
– 400 |
1 409 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten |
23 862 |
0 |
0 |
23 862 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Veiligheid op school |
23 410 |
0 |
13 |
23 423 |
37 |
32 |
24 |
24 |
• |
Overig |
7 344 |
0 |
129 |
7 473 |
11 |
11 |
11 |
11 |
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school |
15 454 |
0 |
– 8 342 |
7 112 |
719 |
720 |
719 |
719 |
|
• |
Brede scholen |
11 106 |
0 |
– 8 462 |
2 644 |
600 |
600 |
600 |
600 |
• |
Dagarrangementen en combinatiefuncties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Tussenschoolse opvang |
4 348 |
0 |
120 |
4 468 |
119 |
120 |
119 |
119 |
• |
Overig |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Voorcalculatorische uitdelingen |
5 473 |
0 |
6 704 |
12 177 |
– 2 368 |
– 2 048 |
– 1 963 |
– 1 918 |
|
Programmakosten-overig |
36 936 |
0 |
522 |
37 458 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
24 937 |
0 |
522 |
25 459 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
11 999 |
0 |
0 |
11 999 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Apparaatsuitgaven |
5 420 |
0 |
– 959 |
4 461 |
– 972 |
– 972 |
– 972 |
– 972 |
|
Ontvangsten |
1 661 |
0 |
0 |
1 661 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 1 (Primair onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 40,7 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011. Voor € 29,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 11,6 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor primair onderwijs
Algemeen
In totaal wordt op deze doelstelling het budget met € 40 miljoen verhoogd.
Personele bekostiging
De personele bekostiging is verhoogd met € 9,7 miljoen. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door het verwerken van actuele prijzen in de bekostiging en een technische overboeking van materiële bekostiging naar personele bekostiging. Meerjarig zijn vanaf 2012 de ombuigingen uit het huidige regeerakkoord verwerkt.
Materiële bekostiging
De materiële bekostiging is structureel met € 20 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt doordat de prijsbijstelling voor de materiële bekostiging is toegevoegd aan de begroting.
Bekostiging Caribisch Nederland
Vanuit Internationaal beleid (artikel 8) wordt het beschikbare budget (€ 8,1 miljoen) voor de bekostiging van het primair onderwijs in het Caribisch Nederland structureel overgeboekt naar artikel 1 Primair Onderwijs.
Leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit
In totaal wordt op deze doelstelling het budget met € 2,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door het verschuiven van betalingen van 2010 naar 2011 in verband met de afronding van projecten.
Leerlingen krijgen een beter aanbod van aansluitende voorzieningen in en om de school
In totaal wordt op deze doelstelling het budget met € 8,5 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door een overboeking naar het Gemeentefonds voor het realiseren van combinatiefuncties in brede scholen.
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
6 787 485 |
0 |
101 779 |
6 889 264 |
5 445 |
14 006 |
– 34 884 |
– 49 848 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
6 818 367 |
0 |
101 779 |
6 920 146 |
5 445 |
14 006 |
– 34 884 |
– 49 848 |
|
Programma-uitgaven |
6 814 138 |
0 |
98 686 |
6 912 824 |
5 445 |
14 006 |
– 34 884 |
– 49 848 |
|
Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs |
6 662 795 |
0 |
85 110 |
6 747 905 |
– 631 |
7 670 |
– 45 752 |
– 47 050 |
|
• |
Personele en materiële bekostiging |
6 553 198 |
0 |
90 283 |
6 643 481 |
– 367 |
8 058 |
– 45 722 |
– 47 481 |
• |
Actieprogramma «Onderwijs bewijs» |
5 683 |
0 |
– 308 |
5 375 |
– 264 |
– 388 |
– 30 |
431 |
• |
Onderwijsverzorging |
51 323 |
0 |
– 2 181 |
49 142 |
||||
• |
Projecten |
18 165 |
0 |
– 153 |
18 012 |
||||
• |
Belangenbeht.dienstverl. ICT (po, vo, be) |
34 426 |
0 |
– 2 531 |
31 895 |
||||
Leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit |
59 195 |
0 |
282 |
59 477 |
402 |
522 |
671 |
785 |
|
• |
Kwaliteitsprojecten via VO-Raad |
3 600 |
0 |
0 |
3 600 |
||||
• |
Kwaliteitsbeleid voortgezet onderwijs |
55 595 |
0 |
282 |
55 877 |
402 |
522 |
671 |
785 |
Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn |
15 980 |
0 |
12 705 |
28 685 |
12 705 |
12 705 |
16 913 |
0 |
|
• |
Experimenten vmbo-mbo2 |
15 980 |
0 |
– 4 208 |
11 772 |
– 4 208 |
– 4 208 |
||
• |
Borgingscohort experimenten vmbo-mbo2 |
0 |
0 |
16 913 |
16 913 |
16 913 |
16 913 |
16 913 |
|
Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden |
54 586 |
0 |
– 2 671 |
51 915 |
– 7 031 |
– 6 891 |
– 6 716 |
– 3 583 |
|
• |
Maatschappelijke stages |
54 586 |
0 |
– 2 671 |
51 915 |
– 7 031 |
– 6 891 |
– 6 716 |
– 3 583 |
Programmakosten-overig |
21 582 |
0 |
3 260 |
24 842 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
21 582 |
3 260 |
24 842 |
|||||
Apparaatsuitgaven |
4 229 |
0 |
3 093 |
7 322 |
|||||
Ontvangsten |
1 361 |
0 |
0 |
1 361 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 3 (Voortgezet onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 101,8 miljoen in 2011 ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Voor € 6,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 95,7 miljoen gestegen.
Ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011 zijn de ontvangsten ongewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling
Op basis van de meest recente raming van de autonome leerlingenontwikkeling wordt de operationele doelstelling «Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs» in 2011 met € 41,9 miljoen verhoogd.
Daarnaast is de begroting voor dezelfde operationele doelstelling in 2011 verhoogd met een bedrag van € 56 miljoen. Vorig jaar heeft er een kasschuif plaatsgevonden uit de loonbijstelling 2011 naar 2010, ter dekking van de kosten van de arbeidsvoorwaarden in de sector VO. De loonbijstelling tranche 2011 wordt gedeeltelijk uitgekeerd. Daarom vindt nu een kasschuif plaats van 2012 naar 2011. Dekking vindt nu plaats uit de loonbijstelling 2012. In het geval dat die loonbijstelling niet beschikbaar komt, levert OCW in 2012 alternatieve dekking.
Voorts is er in 2011 sprake van een overheveling van middelen ad. € 16,9 miljoen van de operationele doelstelling «Leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor voortgezet onderwijs»en «Leerlingen ervaren een goede aansluiting tussen onderwijsfases in hun doorlopende leerlijn» in verband met het afzonderlijk zichtbaar maken van kosten van het borgingscohort van de experimenten vmbo-mbo2.
De operationele doelstelling «Leerlingen krijgen een beter leeraanbod gericht op sociale en maatschappelijke vaardigheden» is onder meer in 2011 verlaagd met een bedrag van € 3 miljoen. Deze verlaging is een van de dekkingsmaatregelen van de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs.
Resteert een bedrag van + € 6,9 miljoen in 2011, waarvan € 6,1 miljoen bestaan uit technische mutaties. Deze zijn verdeeld over diverse operationele doelstellingen en bestaan uit diverse interne (OCW) en interdepartementale overboekingen.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 419 730 |
0 |
117 959 |
3 537 689 |
32 386 |
– 17 787 |
– 145 977 |
– 145 726 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
3 418 894 |
1 000 |
73 645 |
3 493 539 |
71 860 |
18 944 |
– 26 495 |
– 147 336 |
|
Programma-uitgaven |
3 415 486 |
1 000 |
73 040 |
3 489 526 |
71 414 |
18 498 |
– 26 941 |
– 147 782 |
|
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen |
2 944 006 |
0 |
54 065 |
2 998 071 |
53 137 |
3 491 |
– 36 409 |
– 157 260 |
|
• |
Bekostiging roc’s/overige regelingen |
2 839 099 |
0 |
58 173 |
2 897 272 |
65 360 |
25 898 |
– 10 822 |
– 130 304 |
• |
Korting 2e teldatum (coalitieakkoord) |
– 27 290 |
0 |
0 |
– 27 290 |
– 9 286 |
– 9 286 |
– 9 286 |
– 9 286 |
• |
Bekostiging kbb’s |
98 521 |
0 |
50 |
98 571 |
50 |
50 |
50 |
50 |
• |
BES |
0 |
0 |
13 775 |
13 775 |
17 682 |
7 520 |
4 341 |
2 982 |
• |
School-ex programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Competentiegerichte kwalificatiestructuur |
20 628 |
0 |
– 20 628 |
0 |
– 20 639 |
– 20 651 |
– 20 662 |
– 20 662 |
• |
Overig |
13 048 |
0 |
2 695 |
15 743 |
– 30 |
– 40 |
– 30 |
– 40 |
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken |
156 095 |
1 000 |
2 426 |
159 521 |
100 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Taal en rekenen |
56 769 |
0 |
996 |
57 765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Innovatiearrangement |
10 000 |
0 |
0 |
10 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Innovatiebox regulier |
43 136 |
0 |
0 |
43 136 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Regeling stagebox |
35 000 |
0 |
0 |
35 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Stage en leerbaanoffensief Kenniscentra |
3 000 |
0 |
0 |
3 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Netwerkscholen (Fes) |
3 500 |
1 000 |
0 |
4 500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
4 690 |
0 |
1 430 |
6 120 |
100 |
0 |
0 |
0 |
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften |
193 104 |
0 |
8 415 |
201 519 |
7 759 |
7 869 |
7 859 |
7 869 |
|
• |
Leerlinggebonden financiering (LGF) |
32 172 |
0 |
7 829 |
40 001 |
7 829 |
7 829 |
7 829 |
7 829 |
• |
Educatie |
115 354 |
0 |
0 |
115 354 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Aanvalsplan Laaggeletterdheid |
4 000 |
0 |
0 |
4 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Leven Lang Leren en EVC |
15 022 |
0 |
107 |
15 129 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Schoolmaatschappelijk werk |
15 000 |
0 |
0 |
15 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
11 556 |
0 |
479 |
12 035 |
– 70 |
40 |
30 |
40 |
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs |
111 810 |
0 |
7 334 |
119 144 |
9 618 |
6 338 |
809 |
809 |
|
• |
RMC’s/GSB |
31 471 |
0 |
0 |
31 471 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Convenanten met RMC-regio’s |
53 960 |
0 |
0 |
53 960 |
11 360 |
0 |
0 |
0 |
• |
Programmagelden regio’s |
25 275 |
0 |
0 |
25 275 |
5 975 |
0 |
0 |
0 |
• |
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo |
6 000 |
0 |
– 2 088 |
3 912 |
– 1 414 |
566 |
1 037 |
1 037 |
• |
Verbetering melding verzuim |
2 000 |
0 |
0 |
2 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Plusvoorziening «overbelaste jongeren" |
0 |
0 |
194 |
194 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
– 6 896 |
0 |
9 228 |
2 332 |
– 6 303 |
5 772 |
– 228 |
– 228 |
Programmakosten-overig |
10 471 |
0 |
800 |
11 271 |
800 |
800 |
800 |
800 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
10 471 |
0 |
800 |
11 271 |
800 |
800 |
800 |
800 |
Apparaatsuitgaven |
3 408 |
0 |
605 |
4 013 |
446 |
446 |
446 |
446 |
|
Ontvangsten |
3 500 |
– 3 500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 4 (Beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 73,6 miljoen ten opzichte van de geautoriseerde begroting 2011.
Voor € 24,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 49,5 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Deelnemers volgen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in voldoende toegeruste instellingen
De stijging van € 54,1 miljoen op deze operationele doelstelling wordt onder andere veroorzaakt door het saldo van de volgende mutaties:
– In het regeerakkoord is afgesproken dat de kwalificatiestructuur vereenvoudigd wordt, studievertraging tegen wordt gegaan en de leerlijnen verkort en geïntensiveerd worden. Dit is uitgewerkt in het Actieplan mbo «Focus op vakmanschap 2011–2015». Deze maatregel moet een besparing opleveren van € 30 miljoen in 2013 oplopend naar € 160 miljoen in 2018. De bijbehorende intensivering voor extra onderwijsuren zal in de miljoenennota 2012 verwerkt worden.
– Tevens is in het regeerakkoord aangekondigd dat de publieke bekostiging van mbo opleidingen voor studenten vanaf 30 jaar stopt. Dit levert een besparing op van € 80 miljoen in 2013 oplopend naar € 170 miljoen in 2015, waaraan EL&I in 2013 € 7 miljoen bijdraagt oplopend naar € 15 miljoen in 2015. Daarnaast wordt er een nieuw onderwijsarrangement voor 30-plussers ingericht dat de maatschappelijke belangen goed borgt. Aan dit arrangement betaalt het ministerie van VWS in 2013 € 9,4 miljoen mee oplopend naar structureel € 20 miljoen vanaf 2015.
– Het budget wordt structureel opgehoogd met € 38,8 miljoen in 2012 oplopend naar € 111,7 miljoen in 2015 vanwege een stijging van het aantal deelnemers berekend in de referentieraming 2011. (Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletoire begroting)
– Uit de telling van 1 februari 2011 blijkt dat het aantal deelnemers meer is afgenomen ten opzichte van 1 oktober 2010 dan vorig jaar is geraamd. De korting tweede teldatum wordt als gevolg hiervan structureel opgehoogd met € 9,3 miljoen.
– De middelen voor de beroepsgerichte kwalificatiestructuur van € 20,7 miljoen worden structureel toegevoegd aan lumpsum.
– Op artikel 8 waren middelen gereserveerd voor het integreren van de BES-eilanden in Nederland wat betreft de OCW-beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met andere landen in het koninkrijk. De middelen voor het BVE-terrein en het bestedingsplan BES zijn overgeboekt naar artikel 4. Hierbij gaat het om een bedrag van € 15,3 miljoen voor 2011 aflopend naar € 4,5 miljoen in 2015. (Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletoire begroting)
– De einddeclaraties van de subsidies voor versterking van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de bestrijding van vroegtijdig schoolverlaters (vsv) verstrekt door het Europees Structuur Fonds zijn in 2010 niet op tijd ontvangen. De behandeling van de einddeclaraties en betaling hiervan vindt in 2011 plaats. Daarom is € 12,9 miljoen via een kasschuif doorgeschoven naar 2011 en daarnaast is via de eindejaarsmarge € 6,5 miljoen voor leerlinggebonden financiering doorgeschoven.
– Daarnaast is het wettelijke deel van de prijsbijstelling tranche 2011 uitgedeeld (zie de toelichting in het algemene deel van deze suppletoire begroting).
– In 2010 is bij de instellingen € 3,7 miljoen ingehouden vanwege het niet naleven van de 850-uren norm. Instellingen kunnen hiertegen bezwaar en beroep aantekenen en mogelijkerwijs moeten de gelden terugbetaald worden, daarom zijn deze middelen doorgeschoven naar 2011.
– Een mutatie op de post «overig» van € 2,7 miljoen is het gevolg van een kasschuif van de overlopende verplichtingen uit 2010 naar 2011. Vanwege uitstel en vertraging bij diverse projecten, waaronder het communicatietraject beroepsgerichte kwalificatiestructuur en het onderzoek naar de tevredenheid bij het bedrijfsleven, zullen deze betalingen plaatsvinden in 2011.
Deelnemers volgens beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit in innovatieve instellingen en via hoogwaardige stageplekken
De stijging van € 2,4 miljoen op dit onderdeel wordt veroorzaakt door het saldo van de volgende mutaties:
– Voor taal en rekenen is er een mutatie van € 1 miljoen door een kasschuif van 2010 naar 2011 vanwege overlopende verplichtingen.
– Een mutatie op de post «overig» van € 1,4 miljoen is het gevolg van een kasschuif van de overlopende verplichtingen uit 2010 naar 2011. Vanwege uitstel en vertraging bij diverse projecten zullen deze betalingen plaatsvinden in 2011.
Deelnemers kunnen zonder drempels beroepsonderwijs en volwasseneneducatie volgen dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften
De stijging van € 8,4 miljoen op deze operationele doelstelling wordt onder andere veroorzaakt door het saldo van de volgende mutaties:
– Een structurele verhoging van het LGF-budget van € 7,8 miljoen. Gebleken is dat in het studiejaar 2010/2011 meer geïndiceerde deelnemers met een handicap zijn ingestroomd dan verwacht. Dit heeft geleidt tot een overschrijding van het budget voor 2010. Als gevolg van deze ontwikkeling is ook het budget voor 2011 verhoogd.
– De onderuitputting bij FES is ontstaan doordat dit bedrag in 2010 als buffer is gebruikt voor onvoorziene kosten bij de uitvoering van de FES-regelingen rond leren en werken. Dat is echter niet nodig gebleken. Deze FES-middelen worden van 2010 doorgeschoven naar 2011 om benut te worden voor de slotbetaling van de stimuleringsregeling voor doelgroepen (volledig conform de FES-richtlijnen).
Er vallen minder leerlingen gedurende hun schoolloopbaan voortijdig uit het onderwijs
De stijging van € 7,3 miljoen op dit onderdeel wordt veroorzaakt door het saldo van de volgende mutaties:
– De uitvoeringsregeling «bestrijding voortijdig schoolverlaten en regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten» en de specifieke uitkering aan de G4-gemeenten worden met één jaar verlengd. Daarnaast wordt de vaste voet van € 500 gelijktijdig met het voorschot van € 2 000 in oktober 2012 aan de instellingen uitbetaald. Hierdoor worden de budgetten in 2012 met respectievelijk € 11,4 miljoen en € 6,0 miljoen opgehoogd.
– Een mutatie op de post «overig» van € 9,2 miljoen is grotendeels het gevolg van een toevoeging van de eindejaarsmarge 2010/2011 aan het vsv-budget vanwege overlopende verplichtingen voortkomend uit de vsv-convenanten die niet tot betaling zijn gekomen. Daarnaast is er een kasschuif van 2011 naar latere jaren om de VSV-middelen over de jaren heen sluitend te krijgen om eerdergenoemde verlenging van de vsv-maatregelen in 2012 te kunnen uitvoeren.
Artikel 5 Technocentra
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
20 |
0 |
0 |
20 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven (programma + apparaat) |
20 |
0 |
0 |
20 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programma-uitgaven |
20 |
0 |
0 |
20 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Basissubsidie |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
• |
Speerpuntsubsidie |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
• |
Overig |
20 |
0 |
0 |
20 |
||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2 530 905 |
0 |
-27 873 |
2 503 032 |
– 185 062 |
– 175 800 |
– 173 243 |
– 176 711 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
2 538 673 |
0 |
-26 430 |
2 512 243 |
– 34 157 |
– 180 655 |
– 175 500 |
– 179 237 |
|
Programma-uitgaven |
2 533 575 |
0 |
– 26 547 |
2 507 028 |
– 34 244 |
– 180 742 |
– 175 587 |
– 179 324 |
|
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs |
2 415 844 |
0 |
– 22 231 |
2 393 613 |
– 29 537 |
– 180 442 |
– 175 587 |
– 179 324 |
|
• |
Reguliere bekostiging (lumpsum) |
2 415 844 |
0 |
– 22 231 |
2 393 613 |
– 29 537 |
– 180 442 |
– 175 587 |
– 179 324 |
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit |
5 476 |
0 |
0 |
5 476 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) |
5 476 |
0 |
5 476 |
|||||
• |
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlandse talent (kwaliteit en bekostiging) |
0 |
0 |
||||||
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden |
55 190 |
0 |
0 |
55 190 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) |
34 896 |
0 |
34 896 |
|||||
• |
Verhogen studierendement Nederlandse studenten met niet westerse allochtone studenten (lumpsum) |
12 794 |
0 |
12 794 |
|||||
• |
Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs |
2 400 |
0 |
2 400 |
|||||
• |
Erkenning van verworven competenties |
5 000 |
0 |
5 000 |
|||||
• |
Emancipatie |
100 |
0 |
100 |
|||||
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa |
43 490 |
0 |
– 4 316 |
39 174 |
– 4 707 |
– 300 |
0 |
0 |
|
• |
Praktijkgericht onderzoek (Raak) |
18 883 |
0 |
18 883 |
|||||
• |
Praktijkgericht onderzoek (lectoren en kenniskringen) (lumpsum) |
7 828 |
0 |
7 828 |
|||||
• |
Ondernemerschap |
5 316 |
0 |
– 4 316 |
1 000 |
– 4 707 |
– 300 |
||
• |
Nieuwe hbo-masteropleidingen |
10 463 |
0 |
10 463 |
|||||
• |
Deltaplan bèta/techniek/sectorplan techniek |
0 |
0 |
0 |
|||||
• |
FES: Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs |
1 000 |
0 |
1 000 |
|||||
Programmakosten-overig |
13 575 |
0 |
0 |
13 575 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
13 575 |
0 |
13 575 |
|||||
Apparaatsuitgaven (HO en Studiefinanciering) |
5 098 |
0 |
117 |
5 215 |
87 |
87 |
87 |
87 |
|
Ontvangsten |
17 |
0 |
957 |
974 |
957 |
957 |
957 |
957 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 6 (Hoger beroepsonderwijs) is in 2011 sprake van een daling van de uitgaven met € 26,4 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Voor € 4,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome mutaties is de begroting met € 22,2 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 1 miljoen gestegen. Het gaat hier om een technische mutatie.
Toelichting per operationele doelstelling
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs
Reguliere bekostiging (lumpsum): Het budget is aangepast op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen (Referentieraming 2011). Ten opzichte van de raming uit 2010 (Referentieraming 2010) wordt voor 2011 een lager aantal hbo-studenten geraamd, voor 2012 en volgende jaren is sprake van een stijging. Hoewel de nieuwe raming voor 2011 lager ligt dan de raming uit 2010, is feitelijk nog steeds sprake van een stijging van het aantal studenten in het hbo. De budgettaire bijstelling bedraagt voor 2011 – € 22,2 miljoen, en voor 2012 + € 3,2 miljoen, oplopend naar € 28,1 miljoen in 2015.
Verder zijn vanaf 2012 de kortingen verwerkt die betrekking hebben op de invoering van de maatregel langstudeerders. Deze kortingen lopen op van € 32,8 miljoen in 2012, naar € 199,5 miljoen in 2013, € 202,2 miljoen in 2014, en € 207,4 miljoen vanaf 2015.
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en onderzoek en vice versa
Het gezamenlijk programma van de ministeries van EL&I en OCW voor het bevorderen van de kennisuitwisseling tussen onderwijsinstellingen en ondernemers wordt vrijwel geheel uitgevoerd door het Agentschap NL van het ministerie van EL&I. Om die reden worden de middelen die hiervoor in 2011, 2012 en 2013 zijn geraamd op de begroting van het ministerie van OCW overgeboekt naar de begroting van het ministerie van EL&I.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 953 323 |
0 |
– 67 018 |
3 886 305 |
– 107 158 |
– 165 119 |
– 173 851 |
– 179 207 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
3 913 542 |
0 |
6 724 |
3 920 266 |
– 18 036 |
– 162 873 |
– 165 119 |
– 173 851 |
|
Programma-uitgaven |
3 913 542 |
0 |
6 724 |
3 920 266 |
– 18 036 |
– 162 873 |
– 165 119 |
– 173 851 |
|
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs |
3 824 413 |
0 |
6 724 |
3 831 137 |
– 18 036 |
– 162 873 |
– 165 119 |
– 173 851 |
|
• |
Reguliere bekostiging (lumpsum) |
3 786 033 |
0 |
6 724 |
3 792 757 |
– 18 036 |
– 162 873 |
– 165 119 |
– 173 851 |
• |
Geesteswetenschappen |
10 660 |
0 |
10 660 |
|||||
• |
Alfa/Gamma-onderzoek |
27 720 |
0 |
27 720 |
|||||
Binnen- en buitenlandse studenten volgen hoger onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, van hoge en excellente kwaliteit |
37 668 |
0 |
0 |
37 668 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Kwaliteitsverbetering docenten (lumpsum) |
5 414 |
0 |
5 414 |
|||||
• |
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (HSP)/Libertas noodfonds |
11 331 |
0 |
11 331 |
|||||
• |
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent: FES (Sirius Programma) |
9 819 |
0 |
9 819 |
|||||
• |
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (Sirius Programma) |
2 200 |
0 |
2 200 |
|||||
• |
Excellentie in onderwijs: binnen- en buitenlands talent (kwaliteit en bekostiging) |
1 800 |
0 |
1 800 |
|||||
• |
Internationale samenwerking en oriëntatie |
7 104 |
0 |
7 104 |
|||||
Studenten volgen zonder drempels het hoger onderwijs dat het best past bij hun talenten en specifieke behoeften, en worden gestimuleerd om hun opleiding succesvol af te ronden |
20 600 |
0 |
0 |
20 600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Minder uitval en kwaliteitsimpuls (lumpsum) |
17 403 |
0 |
17 403 |
|||||
• |
Verhogen studierendement Nederlandse studenten met een niet westerse achtergrond |
3 197 |
0 |
3 197 |
|||||
• |
Verhoging deelname studenten met een handicap |
0 |
0 |
0 |
|||||
De samenleving (bedrijven en maatschappelijke organisaties) benut optimaal de kennis van het hoger onderwijs en vice versa |
30 861 |
0 |
0 |
30 861 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
3 TU’s samenwerking: FES |
6 066 |
0 |
6 066 |
|||||
• |
3 TU’s samenwerking |
10 990 |
0 |
10 990 |
|||||
• |
Sectorplan Natuur- en scheikunde |
13 805 |
0 |
13 805 |
|||||
Ontvangsten |
25 016 |
0 |
|
25 016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 7 (wetenschappelijk onderwijs) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 7,7 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Voor € 7,7 miljoen betreft het autonome mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Studenten volgen onderwijs, en (wetenschappelijk) personeel doet onderzoek, in voldoende toegeruste instellingen voor hoger onderwijs
Reguliere bekostiging (lumpsum): Het budget is aangepast op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen (Referentieraming 2011). Ten opzichte van de raming uit 2010 (Referentieraming 2010) wordt voor 2011 en volgende jaren een hoger aantal wo-studenten geraamd. De budgettaire bijstelling bedraagt voor 2011 € 7,7 miljoen oplopend naar € 16,7 miljoen in 2015. Tevens is in 2011 een korting internationaal onderwijs van € 1,0 miljoen aangebracht als gevolg van de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking. Deze korting loopt op naar € 5,0 miljoen in de jaren na 2011.
Verder zijn vanaf 2012 de kortingen verwerkt die betrekking hebben op de invoering van de maatregel langstudeerders. Deze kortingen lopen op van € 29,3 miljoen in 2012, naar € 178,5 miljoen in 2013, € 180,8 miljoen in 2014 en € 185,6 miljoen vanaf 2015.
Artikel 8. Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
37 671 |
– 27 398 |
10 273 |
– 26 260 |
– 25 112 |
– 21 192 |
– 20 333 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
42 258 |
– 22 905 |
19 353 |
– 23 168 |
– 22 071 |
– 21 192 |
– 20 333 |
||
Programma-uitgaven |
40 244 |
– 23 108 |
17 136 |
– 23 217 |
– 22 120 |
– 21 241 |
– 20 382 |
||
Stimuleren van internationalisering, grensoverschrijdende mobiliteit en institutionele samenwerking teneinde de internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers te vergroten |
10 632 |
– 40 |
10 592 |
– 40 |
– 40 |
– 40 |
– 40 |
||
• |
Mobiliteitsprogramma’s |
7 741 |
– 40 |
7 701 |
– 40 |
– 40 |
– 40 |
– 40 |
|
• |
Bilaterale samenwerking met andere landen |
2 891 |
2 891 |
||||||
In internationaal verband waarbogen van de OCW-belangen en benutten van internationale kennis voor de kwaliteit van nationaal beleid |
6 604 |
– 60 |
6 544 |
– 60 |
– 60 |
– 60 |
– 60 |
||
• |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
2 426 |
10 |
2 436 |
10 |
10 |
10 |
10 |
|
• |
Participeren in multilaterale organisaties |
3 459 |
3 459 |
||||||
• |
Stimuleren van internationale uitwisseling van kennis en cultuur, beleidsonderzoek en benchmarking |
719 |
– 70 |
649 |
– 70 |
– 70 |
– 70 |
– 70 |
|
Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk |
23 008 |
– 23 008 |
– 23 117 |
– 22 020 |
– 21 141 |
– 20 282 |
|||
• |
Verbetering van het onderwijs op de BES-eilanden |
3 558 |
– 3 558 |
– 3 667 |
– 2 570 |
– 1 691 |
– 832 |
||
Onderwijsbekostiging BES: |
|||||||||
• |
PO |
8 100 |
– 8 100 |
– 8 100 |
– 8 100 |
– 8 100 |
– 8 100 |
||
• |
VO |
6 700 |
– 6 700 |
– 6 700 |
– 6 700 |
– 6 700 |
– 6 700 |
||
• |
BVE en SKJ (Sociaal Kansarme Jongeren |
2 500 |
– 2 500 |
– 2 500 |
– 2 500 |
– 2 500 |
– 2 500 |
||
• |
Samewerking Curaçao, St. Maarten en Aruba |
850 |
– 850 |
– 850 |
– 850 |
– 850 |
– 850 |
||
• |
Apparaatsuitgaven BES |
500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
– 500 |
||
• |
Uitvoeringskosten DUO BES |
800 |
– 800 |
– 800 |
– 800 |
– 800 |
– 800 |
||
Apparaatsuitgaven |
2 014 |
203 |
2 217 |
49 |
49 |
49 |
49 |
||
Ontvangsten |
99 |
0 |
0 |
99 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 8 (Internationaal beleid) is sprake van een daling van de uitgaven met € 22,9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
De daling van de begroting is het saldo van een verlaging met een bedrag van € 31,2 miljoen aan technische mutaties en een verhoging met beleidsmatige mutaties voor een bedrag van € 8,3 miljoen.
Toelichting per operationele doelstelling
Zowel de technische mutaties als de beleidsmatige mutaties hebben voornamelijk betrekking de operationele doelstelling 8.3.3 «Het integreren van de BES-eilanden in Nederland voor wat betreft de OCW – beleidsterreinen en het onderhouden van de relaties met de andere landen in het Koninkrijk». Een bedrag van € 23 miljoen is overgeboekt naar artikel 1 (Primair onderwijs), artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie).
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB* |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2011 |
Stand 1e suppletoire begroting 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
299 840 |
0 |
4 220 |
304 060 |
19 |
19 |
19 |
19 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
300 415 |
0 |
4 220 |
304 635 |
19 |
19 |
19 |
19 |
|
Programma-uitgaven |
298 393 |
0 |
3 979 |
302 372 |
– 100 |
– 72 |
0 |
0 |
|
Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel |
112 157 |
0 |
3 068 |
115 225 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Een betere beloning |
86 836 |
0 |
0 |
86 836 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Arbeidmarkt |
7 400 |
0 |
3 068 |
10 468 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
17 921 |
0 |
0 |
17 921 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Versterken van de positie van leraren en zorgen voor personeel van voldoende kwaliteit |
183 437 |
0 |
784 |
184 221 |
– 150 |
– 122 |
– 50 |
– 50 |
|
• |
Een sterker beroep |
127 188 |
0 |
1 121 |
128 309 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Een professionelere school |
50 700 |
0 |
8 |
50 708 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Overig |
5 549 |
0 |
– 345 |
5 204 |
– 150 |
– 122 |
– 50 |
– 50 |
Programmakosten-overig |
2 799 |
0 |
127 |
2 926 |
50 |
50 |
50 |
50 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
2 799 |
0 |
127 |
2 926 |
50 |
50 |
50 |
50 |
Apparaatsuitgaven |
2 022 |
0 |
241 |
2 263 |
119 |
91 |
19 |
19 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 4,2 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Het betreft nagenoeg geheel beleidsmatige mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende personeel
Om het beschikbare budget voor 2011 in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven is onder de post «arbeidsmarkt» voor de subsidieregeling afstemming onderwijsarbeidsmarkt in risicoregio’s voortgezet onderwijs 2008–2011 een intertemporele compensatie geboekt van € 3,1 miljoen.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4 059 432 |
0 |
– 106 817 |
3 952 615 |
– 286 426 |
– 222 178 |
– 234 471 |
– 316 053 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
4 059 432 |
0 |
– 106 817 |
3 952 615 |
– 286 426 |
– 222 178 |
– 234 471 |
– 316 053 |
|
Programma-uitgaven |
4 059 432 |
0 |
– 106 817 |
3 952 615 |
– 286 426 |
– 222 178 |
– 234 471 |
– 316 053 |
|
Waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten |
1 669 135 |
0 |
80 384 |
1 749 519 |
– 157 884 |
– 71 250 |
– 10 512 |
– 36 476 |
|
• |
Basisbeurs |
1 051 100 |
0 |
– 17 977 |
1 033 123 |
– 51 084 |
– 5 974 |
– 6 891 |
– 20 648 |
• |
Reisvoorziening |
618 035 |
0 |
98 362 |
716 397 |
– 106 800 |
– 65 276 |
– 3 621 |
– 15 828 |
Waarborgen toegankelijheid van het onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders |
737 903 |
0 |
– 41 901 |
696 002 |
– 69 989 |
– 145 607 |
– 157 055 |
– 193 298 |
|
• |
Aanvullende beurs |
737 903 |
0 |
– 41 901 |
696 002 |
– 69 989 |
– 145 607 |
– 157 055 |
– 193 298 |
Waarborgen flexibiliteit in de wijze van financiering door de studerende |
1 502 365 |
0 |
– 168 930 |
1 333 435 |
– 92 035 |
– 45 047 |
– 102 401 |
– 124 369 |
|
• |
Bijverdiengrens |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
• |
Leenfaciliteit |
1 502 365 |
0 |
– 168 930 |
1 333 435 |
– 92 035 |
– 45 047 |
– 102 401 |
– 124 369 |
Stimuleren internationale studentenmobiliteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Overige uitgaven Studiefinanciering |
65 992 |
0 |
16 129 |
82 121 |
14 092 |
19 645 |
22 496 |
24 720 |
|
Programmakosten-overig |
84 037 |
0 |
7 500 |
91 537 |
19 390 |
20 081 |
13 002 |
13 370 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
84 037 |
0 |
7 500 |
91 537 |
19 390 |
20 081 |
13 002 |
13 370 |
Totaal programma-uitgaven |
4 059 432 |
0 |
– 106 817 |
3 952 615 |
– 286 426 |
– 222 178 |
– 234 471 |
– 316 053 |
|
– |
Waarvan relevant |
2 108 742 |
0 |
55 472 |
2 164 214 |
– 221 035 |
– 72 883 |
18 991 |
40 621 |
– |
Waarvan niet-relevant |
1 950 690 |
0 |
– 162 289 |
1 788 401 |
– 65 391 |
– 149 295 |
– 253 462 |
– 356 674 |
Apparaatsuitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal ontvangsten |
611 576 |
0 |
85 848 |
697 424 |
100 967 |
112 798 |
122 228 |
131 879 |
|
Waarborgen adequate terugbetaling leningen |
|||||||||
• |
Terugbetalingssysteem van lening naar draagkracht |
554 750 |
0 |
67 979 |
622 729 |
93 798 |
105 026 |
116 647 |
127 283 |
Overige ontvangsten uit kortlopende schulden |
56 826 |
0 |
17 869 |
74 695 |
7 169 |
7 772 |
5 581 |
4 596 |
|
Totaal ontvangsten |
611 576 |
0 |
85 848 |
697 424 |
100 967 |
112 798 |
122 228 |
131 879 |
|
– |
Waarvan relevant |
283 024 |
0 |
41 070 |
324 094 |
48 521 |
53 262 |
53 346 |
51 641 |
– |
Waarvan niet-relevant |
328 552 |
0 |
44 778 |
373 330 |
52 446 |
59 536 |
68 882 |
80 238 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 11 (Studiefinanciering) is sprake van een daling van de uitgaven met per saldo € 106,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011. De relevante uitgaven stijgen met € 55,5 miljoen als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties. De niet-relevante uitgaven dalen met € 162,3 miljoen als gevolg van technische mutaties.
De ontvangsten stijgen met per saldo € 85,8 miljoen. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties stijgen de relevante ontvangsten met € 41,1 miljoen. Voor € 44,8 miljoen betreft het niet-relevante (technische) mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Het onderscheid relevant – niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de prestatiebeurs (zolang die nog niet is omgezet in een gift) en rentedragende leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen. De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen.
Uitgaven
De relevante uitgavenraming is verhoogd met € 55,5 miljoen ten opzichte van de begroting 2011. Dit is per saldo het effect van voornamelijk vier autonome ontwikkelingen.
– De raming van de omzettingen is aangepast op basis van realisatiecijfers. Ten opzichte van de vorige raming worden de eerste jaren lagere uitgaven verwacht en in latere jaren hogere uitgaven. In 2011 zal naar verwachting € 48,3 miljoen minder basisbeurs en aanvullende beurs worden omgezet in gift.
– Het gebruik van de aanvullende beurs zal minder groot zijn dan eerder geraamd. Het verwachte effect van de economische situatie op de aanvullende beurs heeft zich in minder sterke mate voorgedaan dan geraamd. In 2011 zal € 46,3 miljoen minder worden uitgegeven aan aanvullende beurs in het giftregime (mbo/bol niveau 1/2, 1e jaar mbo/bol niveau 3/4, 1e vijf maanden ho).
– De uitgaven voor de reisvoorziening stijgen. Dit wordt vooral veroorzaakt door prijsontwikkelingen. In 2010 is daarnaast al een deel van de verplichting van 2011 voldaan waardoor er in 2011 € 80 miljoen minder wordt uitgegeven (zie Najaarsnota 2010). In 2011 wordt een deel (€ 200 miljoen) van de verplichtingen uit 2012 aan de vervoerbedrijven voldaan en in 2012 wordt € 50 miljoen van de vergoeding 2013 vooruitbetaald. In 2011 wordt verder een relevante meevaller van € 15,5 miljoen verwacht vanwege een gunstig resultaat op de afrekening met de vervoerbedrijven over het jaar 2010.
– Op de post «Overige uitgaven» wordt rekening gehouden met structureel hogere uitgaven, die voor het grootste deel ontstaan door afboeking van vorderingen. Vorderingen worden afgeboekt op grond van de draagkrachtregeling/kwijtschelding restschuld en vanwege oninbaarheid. De toename van de vorderingen over de afgelopen jaren was nog onvoldoende in de begrotingsraming verdisconteerd. Toename van de vorderingen betekent een oploop van oninbare vorderingen. In 2011 gaat het om een mutatie van € 15,6 miljoen.
– Er is een reservering opgenomen voor de vernieuwing van de studiefinancieringssystemen (€ 7,5 miljoen in 2011). De systemen zijn sterk verouderd en staan innovatie in de weg. Met nieuwe systemen kan de uitvoering efficiënter worden, de dienstverlening aan studenten eigentijds (digitaal) en kunnen maatregelen binnen de studiefinanciering (zoals een verdergaand sociaal leenstelsel) beter worden geaccommodeerd. Definitieve toekenning van budgetten vindt plaats op basis van een gevalideerde businesscase, die momenteel wordt opgesteld.
De raming van de niet-relevante uitgaven is verlaagd met € 162,3 miljoen. Dit is de optelsom van een aantal ontwikkelingen, waarvan de omvangrijkste hieronder worden genoemd.
– Net als de aanvullende beurs die wordt verstrekt als gift, is de verwachting dat het gebruik van de aanvullende beurs die wordt verstrekt als prestatiebeurs (ho, bol niveau 3/4) de komende jaren afneemt.
– In vergelijking met de vorige raming wordt de groei van het leenvolume nu substantieel lager ingeschat. Uit de realisatie 2009 en 2010 blijkt dat de groei van het leenvolume afneemt ten opzichte van de voorafgaande periode. In 2011 zijn de uitgaven aan leningen naar verwachting € 95,6 miljoen lager dan eerder geraamd.
– Aan technische bijstellingen wordt de komende jaren minder grote mutaties verwacht. Dit zijn niet-relevante uitgaven van administratieve aard, bijvoorbeeld bij het begin van de terugbetaalverplichting van studieschulden. In 2011 gaat het om € 61,7 miljoen.
Ontvangsten
Op basis van realisatiecijfers is de raming van de relevante ontvangsten verhoogd met € 41,1 miljoen en die van de niet-relevante ontvangsten met € 44,8 miljoen. De drie belangrijkste ontwikkelingen zijn:
– De termijnontvangsten nemen structureel toe vanwege het toegenomen leenvolume. De eerste jaren betaalt men vooral rente terug en het effect van de volumestijging leidt dus vooral de eerste jaren tot relevante meevallers. In 2011 gaat het om € 23,2 miljoen. Naast rente bestaan termijnontvangsten ook uit terugontvangen hoofdsom. Ook aan hoofdsom zal extra worden terugontvangen en dit zijn niet-relevante ontvangsten (€ 44,8 miljoen in 2011).
– Daarnaast zijn op basis van de realisaties over 2009 en 2010 extra ontvangsten (vervroegde aflossing studieschuld) op een structureel hoger niveau geraamd.
– Ten slotte worden extra ontvangsten verwacht vanwege extra afbetaling van kortlopende schulden.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
133 359 |
0 |
5 896 |
139 255 |
6 667 |
6 756 |
5 654 |
6 429 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
133 359 |
0 |
5 896 |
139 255 |
6 667 |
6 756 |
5 654 |
6 429 |
|
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor leerlingen vo en deelnemers bol |
106 291 |
0 |
8 310 |
114 601 |
8 281 |
8 345 |
8 206 |
8 981 |
|
• |
TS 17- |
34 640 |
0 |
8 519 |
43 159 |
334 |
549 |
559 |
550 |
• |
VO 18+ |
70 329 |
0 |
– 362 |
69 967 |
7 472 |
7 321 |
7 172 |
7 956 |
waarvan niet-relevante uitgaven |
1 830 |
0 |
– 194 |
1 636 |
– 864 |
– 864 |
– 964 |
– 964 |
|
• |
TS 18+ vavo |
1 322 |
0 |
153 |
1 475 |
475 |
475 |
475 |
475 |
Financiële toegankelijkheid onderwijs voor studenten aan de lerarenopleiding |
9 914 |
0 |
– 2 414 |
7 500 |
– 3 900 |
– 3 900 |
– 3 900 |
– 3 900 |
|
• |
TS 18+ tlo |
9 914 |
0 |
– 2 414 |
7 500 |
– 3 900 |
– 3 900 |
– 3 900 |
– 3 900 |
Programma-uitgaven overig |
17 154 |
0 |
0 |
17 154 |
2 286 |
2 311 |
1 348 |
1 348 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
17 154 |
0 |
0 |
17 154 |
2 286 |
2 311 |
1 348 |
1 348 |
Totaal ontvangsten |
8 400 |
0 |
5 758 |
14 158 |
5 447 |
5 220 |
5 052 |
4 929 |
|
• |
TS 17- |
1 200 |
0 |
581 |
1 781 |
270 |
43 |
– 125 |
– 248 |
• |
VO 18+ |
6 600 |
0 |
4 389 |
10 989 |
4 389 |
4 389 |
4 389 |
4 389 |
• |
TS 18+ |
600 |
0 |
788 |
1 388 |
788 |
788 |
788 |
788 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 12 (Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 5,9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011. Voor -/- € 0,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting van de uitgaven met € 6,1 miljoen gestegen. De ontvangsten zijn met € 5,8 miljoen gestegen als gevolg van autonome mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Bij de regeling WTOS TS 17- (inkomensafhankelijke regeling voor ouders van groepen minderjarige leerlingen en minderjarige mbo’ers) worden extra uitgaven van per saldo € 8,5 miljoen verwacht. Door de ontwikkeling van het leerlingenvolume dalen de uitgaven met € 0,2 miljoen. Daartegenover staat een stijging van de uitgaven met € 8,7 miljoen. Bij Najaarsnota 2010 is gemeld dat het gebruik voor het schooljaar 2010/2011 achterblijft bij de raming. De verwachting is dat minderjarige mbo-ers alsnog zullen aanvragen, wat in 2011 tot extra uitgaven leidt.
Voor de regeling WTOS VO 18+ (ouderinkomensafhankelijke regeling voor meerderjarige scholieren in het voortgezet onderwijs) wordt vanaf 2012 een stijging van de uitgaven verwacht. De omvang van de doelgroep neemt sterker toe dan eerder geraamd.
Voor de regeling WTOS TS 18+ TLO (Tegemoetkoming Lerarenopleiding) is de raming op grond van de realisatiecijfers bijgesteld. In 2011 zal naar verwachting € 2,4 miljoen minder worden uitgegeven dan geraamd.
De ontvangsten betreffen terugbetaling van onterecht uitgekeerde bedragen. Op basis van de in 2010 gerealiseerde ontvangsten en de verwachte extra uitgaven in de komende jaren, is de ontvangstenraming structureel naar boven bijgesteld. In 2011 worden extra ontvangsten van in totaal € 5,8 miljoen verwacht.
Artikel 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
6 508 |
0 |
0 |
6 508 |
1 168 |
1 192 |
772 |
769 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
6 508 |
0 |
0 |
6 508 |
1 168 |
1 192 |
772 |
769 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
6 508 |
0 |
0 |
6 508 |
1 168 |
1 192 |
772 |
769 |
Ontvangsten lesgeld |
217 044 |
0 |
3 155 |
220 199 |
– 3 851 |
– 4 223 |
– 7 839 |
– 5 647 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 13 (Lesgeld) is er geen mutatie van de uitgaven ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011. De ontvangsten zijn per saldo met € 3,2 miljoen gestegen als gevolg van autonome mutaties zijn de ontvangsten.
Toelichting per operationele doelstelling
Lesgeld wordt gevraagd aan meerderjarige deelnemers in de beroepsopleidende leerweg van het middelbaar beroepsonderwijs en door meerderjarige leerlingen in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Op basis van realisatiecijfers is het betalingsritme herijkt. Daardoor zijn in 2011 extra ontvangsten ter hoogte van € 3,4 miljoen geraamd. Op basis van de raming van het aantal onderwijsdeelnemers wordt in 2011 € 0,3 minder aan ontvangsten verwacht.
Artikel 14. Cultuur
Stand ontwerp begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB* |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2011 |
Stand 1e suppletoire begroting 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
577 958 |
808 |
578 766 |
– 946 |
– 10 924 |
– 6 874 |
– 275 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
917 496 |
0 |
808 |
918 304 |
– 946 |
– 10 924 |
– 6 874 |
– 275 |
|
Programma-uitgaven |
869 225 |
0 |
2 352 |
871 577 |
– 1 407 |
– 11 133 |
– 7 083 |
– 484 |
|
Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten |
604 945 |
2 056 |
607 001 |
– 15 067 |
– 38 250 |
– 38 250 |
– 38 250 |
||
• |
Cultuursubsidies 2009–2012 |
566 355 |
2 403 |
568 758 |
– 7 196 |
– 21 228 |
– 21 228 |
– 21 228 |
|
– |
4-jarig |
99 121 |
1 198 |
100 319 |
– 870 |
– 3 634 |
– 3 634 |
– 3 634 |
|
• producerend |
72 552 |
– 58 |
72 494 |
– 1 541 |
– 3 505 |
– 3 505 |
– 3 505 |
||
• niet producerend |
26 569 |
1 256 |
27 825 |
671 |
– 129 |
– 129 |
– 129 |
||
– |
Langjarig |
295 158 |
3 330 |
298 488 |
– 2 692 |
– 9 435 |
– 9 435 |
– 9 435 |
|
• producerend |
266 174 |
– 3 850 |
262 324 |
– 2 793 |
– 8 629 |
– 8 629 |
– 8 629 |
||
waarvan Musea |
151 459 |
– 3 098 |
148 361 |
809 |
546 |
546 |
546 |
||
• niet producerend |
28 984 |
7 180 |
36 164 |
101 |
– 806 |
– 806 |
– 806 |
||
– |
Fondsen |
172 076 |
– 2 125 |
169 951 |
– 3 634 |
– 8 159 |
– 8 159 |
– 8 159 |
|
• |
Verbreden inzet Cultuur |
31 850 |
– 273 |
31 577 |
– 7 871 |
– 17 022 |
– 17 022 |
– 17 022 |
|
• |
Internationaal Cultuurbeleid (HGIS) |
6 740 |
– 74 |
6 666 |
|||||
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed |
188 739 |
0 |
– 6 471 |
182 268 |
– 24 480 |
– 36 502 |
– 32 702 |
– 23 353 |
|
• |
Archieven |
26 122 |
0 |
26 122 |
– 5 000 |
– 5 000 |
– 5 000 |
– 5 000 |
|
• |
Beelden voor de toekomst |
27 521 |
– 27 521 |
0 |
– 5 938 |
– 13 149 |
– 9 349 |
0 |
|
waarvan FES |
21 144 |
– 21 144 |
0 |
– 12 754 |
– 11 886 |
– 9 349 |
0 |
||
• |
Musea: huisvesting |
27 305 |
882 |
28 187 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Musea: buiten de Cultuursubsidies 2009–2012 |
– 7 991 |
19 659 |
11 668 |
– 9 733 |
– 10 550 |
– 10 550 |
– 10 550 |
|
• |
Mooier Nederland |
863 |
– 50 |
813 |
– 103 |
– 267 |
– 267 |
– 267 |
|
• |
Monumenten |
109 447 |
– 287 |
109 160 |
– 2 635 |
– 5 697 |
– 5 697 |
– 5 697 |
|
• |
Archeologie |
3 101 |
974 |
4 075 |
– 17 |
– 39 |
– 39 |
– 39 |
|
waarvan FES |
1 000 |
0 |
1 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Overige instrumenten |
2 371 |
– 128 |
2 243 |
– 1 054 |
– 1 800 |
– 1 800 |
– 1 800 |
|
Bibliotheken |
32 652 |
1 671 |
34 323 |
948 |
29 |
29 |
29 |
||
• |
Subsidies |
0 |
|||||||
• |
Bibliotheekvernieuwing |
20 012 |
0 |
20 012 |
– 407 |
– 925 |
– 925 |
– 925 |
|
• |
Leesvoorziening leesgehandicapten |
9 640 |
1 671 |
11 311 |
1 421 |
1 104 |
1 104 |
1 104 |
|
• |
Programma leesbevordering |
3 000 |
0 |
3 000 |
– 66 |
– 150 |
– 150 |
– 150 |
|
Programmakosten overig |
25 105 |
5 033 |
30 138 |
37 192 |
63 590 |
63 840 |
61 090 |
||
Nationaal Archief |
17 784 |
63 |
17 847 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan informatie op Orde (Archiefachterstanden) |
1 000 |
1 000 |
|||||||
Apparaatsuitgaven |
48 271 |
0 |
-1 544 |
46 727 |
461 |
209 |
209 |
209 |
|
• |
Bestuursdepartement |
8 038 |
185 |
8 223 |
134 |
134 |
134 |
134 |
|
• |
Uitvoeringsdiensten |
40 233 |
– 1 729 |
38 504 |
327 |
75 |
75 |
75 |
|
Ontvangsten |
494 |
0 |
23 845 |
24 339 |
0 |
0 |
– 1 683 |
– 3 687 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 14 (Cultuur) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Voor € 25 miljoen betreft dit een verhoging in verband met technische mutaties. De verhoging technische mutaties is inclusief de wettelijke prijsbijstelling voor € 1,8 miljoen. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 24,2 miljoen gedaald.
De ontvangsten zijn met € 23,8 miljoen gestegen in verband met technische mutaties.
Toelichting per operationele doelstelling
Bevorderen van de deelname van de burgers aan kunsten
De bezuiniging op Cultuur van € 30 miljoen in 2011 is geheel geboekt op het budget van Kunsten. Een deel (€ 25 miljoen) van de eerder ingeboekte taakstelling in 2011 is nu ingevuld op artikelonderdeel Cultureel Erfgoed. Het betreft de korting op het Nationaal Historisch Museum (€ 6 miljoen) en het Nationaal Aankoopfonds (€ 19 miljoen)
Ter compensatie van niet-verrekenbare btw is € 0,8 miljoen toegevoegd aan het budget «langjarig producerend».
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed
Ter invulling van de bezuiniging wordt aan het Nationaal Aankoop Fonds voor € 19 miljoen onttrokken aan het vermogen van het Fonds.
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed; onderdeel «Beelden voor de Toekomst».
In 2010 heeft TNO een tussentijdse evaluatie uitgevoerd van het project Beelden voor Toekomst. Het niet kunnen genereren van inkomsten vormde een groot financieel en organisatorisch risico voor de consortiumpartijen en voor OCW. Na verkenning van diverse oplossingsrichtingen is de projectomvang teruggebracht van € 154 miljoen naar € 115 miljoen en is de terugverdienverplichting vervallen. Het betreft een budgetverlaging van € 27,5 miljoen in 2011.
Programmakosten Overig
Ter invulling van de bezuiniging Cultuur wordt het budget verminderd met een specifieke korting van € 5 miljoen in 2011. Het betreft het stopzetten van de matchingsregeling voor de instellingen van de basisinfrastructuur.
Nationaal Archief
Het Nationaal Archief heeft bij aanvang van 2011 een negatief eigen vermogen. Voor 2011 zijn enkele beheersmaatregelen getroffen waarmee gestuurd wordt op een positief exploitatieresultaat om zo het negatief eigen vermogen om te buigen tot nul of zelfs tot positief. De maatregelen omvatten onder meer een strenger toezicht op uitgaven, intensievere sturing op financiële en personele middelen en het verbeteren van de managementinformatie.
Apparaatsuitgaven
Uitvoeringsdiensten
Vanaf het jaar 2011 is de dienst Instituut Collectie Nederland samengevoegd met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn toegenomen door onder meer de verrekening van de bezuiniging op het Nationaal Aankoopfonds voor € 19 miljoen.
Artikel 15 Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
904 760 |
0 |
10 664 |
915 424 |
10 733 |
– 39 947 |
– 90 625 |
– 192 051 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Programma-uitgaven |
905 506 |
0 |
10 664 |
916 170 |
10 733 |
– 39 947 |
– 90 625 |
– 192 051 |
|
Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media-aanbod |
902 925 |
0 |
10 514 |
913 439 |
10 583 |
– 40 097 |
– 90 775 |
– 192 201 |
|
• |
Financiering publieke omroep |
885 268 |
0 |
10 514 |
895 782 |
10 583 |
– 40 097 |
– 90 775 |
– 192 201 |
• |
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties |
17 657 |
0 |
17 657 |
|||||
Programmakosten-overig |
2 581 |
0 |
150 |
2 731 |
150 |
150 |
150 |
150 |
|
• |
Overige uitgaven (geen Mediawet) |
2 581 |
0 |
150 |
2 731 |
150 |
150 |
150 |
150 |
Ontvangsten |
202 000 |
0 |
19 023 |
221 023 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 15 (Media) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 10,7 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Voor € 10,7 miljoen betreft het technische mutaties. Hiervan heeft € 10,5 miljoen betrekking op de wettelijke prijsindex.
De ontvangsten zijn met € 19 miljoen gestegen. Voor € 19 miljoen betreft het technische mutaties. In de jaren 2003 tot en met 2010 zijn de ontvangsten zerobase (radiofrequenties) als gevolg van ingetrokken vergunningen en gemaakte betalingsregelingen achtergebleven bij de ramingen. Het over deze jaren nog openstaande bedrag is nu als ontvangstraming ingeboekt.
Financiering publieke omroep
Vanaf 2013 is de taakstelling op Media ingeboekt van € 50 miljoen. Deze taakstelling loopt via € 100 miljoen in 2014 op naar structureel € 200 miljoen vanaf 2015. In de brief, die in juni 2011 naar de Tweede Kamer wordt gezonden, zal worden ingegaan op de invulling van de taakstelling.
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1 027 583 |
– 182 217 |
7 123 |
852 489 |
– 172 381 |
– 172 504 |
– 172 034 |
– 172 088 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
1 095 067 |
– 191 657 |
5 938 |
909 348 |
– 176 789 |
– 172 531 |
– 172 034 |
– 172 034 |
|
Programma-uitgaven |
1 092 106 |
– 191 657 |
6 029 |
906 478 |
– 176 674 |
– 172 266 |
– 171 769 |
– 171 769 |
|
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel |
789 349 |
– 191 657 |
1 450 |
599 142 |
– 176 674 |
– 172 266 |
– 171 769 |
– 171 769 |
|
• |
NWO |
320 653 |
9 |
320 662 |
9 |
9 |
9 |
9 |
|
• |
KNAW |
90 604 |
90 604 |
||||||
• |
Koninklijke Bibliotheek (KB) |
46 429 |
46 429 |
||||||
• |
KNAW bibliotheek |
2 429 |
2 429 |
||||||
• |
LF TUD bibliotheek |
7 626 |
7 626 |
||||||
• |
IISG |
284 |
284 |
||||||
• |
SURF |
7 517 |
7 517 |
||||||
• |
CPG |
515 |
515 |
||||||
• |
Montesquieu Instituut |
1 067 |
1 067 |
||||||
• |
NCB |
5 270 |
5 270 |
||||||
• |
TNO |
187 329 |
– 187 329 |
0 |
– 177 889 |
– 173 481 |
– 173 454 |
– 173 454 |
|
• |
BPRC/ Stichting AAP |
9 597 |
9 597 |
||||||
• |
Nationaal Herbarium |
1 125 |
1 125 |
||||||
• |
NLR |
816 |
– 816 |
0 |
|||||
• |
Deltares |
2 655 |
– 2 655 |
0 |
|||||
• |
MARIN |
857 |
– 857 |
0 |
|||||
• |
STT |
233 |
233 |
||||||
• |
EMBC |
724 |
16 |
740 |
16 |
16 |
16 |
16 |
|
• |
EMBL |
4 100 |
280 |
4 380 |
280 |
280 |
280 |
280 |
|
• |
ESA |
33 232 |
1 395 |
34 627 |
480 |
480 |
480 |
480 |
|
• |
CERN |
35 525 |
35 525 |
900 |
900 |
900 |
900 |
||
• |
ESO |
7 100 |
– 280 |
6 820 |
|||||
• |
NEMO |
3 368 |
3 368 |
||||||
• |
EG-Liaison |
440 |
440 |
||||||
• |
NTU/INL |
3 241 |
3 241 |
||||||
• |
EIB |
1 297 |
1 297 |
||||||
• |
Nationale coördinatie |
8 605 |
500 |
9 105 |
|||||
• |
Bilaterale samenwerking |
4 131 |
4 131 |
||||||
• |
Weerstandsverhoging onderzoekinstellingen (CBRN) |
2 470 |
– 470 |
2 000 |
– 470 |
– 470 |
|||
• |
Nader te verdelen |
110 |
110 |
||||||
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken |
133 009 |
0 |
4 579 |
137 588 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
FES – BSIK |
33 405 |
33 405 |
||||||
• |
FES-GATE |
1 000 |
1 000 |
||||||
• |
FES- grootschalige researchfaciliteiten |
1 830 |
1 830 |
||||||
• |
FES- Parelsnoer |
0 |
0 |
||||||
• |
FES SURF-net |
6 300 |
6 300 |
||||||
• |
FES NCB |
8 400 |
8 400 |
||||||
• |
FES ITER-2 |
4 000 |
4 000 |
||||||
• |
FES hersenen en Cognitie |
4 000 |
4 000 |
||||||
• |
Genomics |
44 000 |
44 000 |
||||||
• |
Kenniswerkers |
0 |
4 579 |
4 579 |
|||||
• |
EET |
0 |
0 |
||||||
• |
Valorisatie |
2 500 |
2 500 |
||||||
• |
Talentenkracht |
0 |
0 |
||||||
• |
Kust- en zeeonderzoek |
2 000 |
2 000 |
||||||
• |
ASTRON/LOFAR |
2 074 |
2 074 |
||||||
• |
Grootschalige research infrastructuur |
20 000 |
20 000 |
||||||
• |
Poolonderzoek |
2 000 |
2 000 |
||||||
• |
Gezondheidsonderzoek |
1 500 |
1 500 |
||||||
Ruimte voor excellente onderzoekers en excellente wetenschap |
169 460 |
0 |
0 |
169 460 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Vernieuwingsimpuls |
145 260 |
145 260 |
||||||
• |
VI-vrouwencomponent |
2 000 |
2 000 |
||||||
• |
Talent Mozaik |
2 000 |
2 000 |
||||||
• |
Talent Rubicon |
0 |
0 |
||||||
• |
Vrouwen in de wetenschap |
4 000 |
4 000 |
||||||
• |
Toptalent |
1 200 |
1 200 |
||||||
• |
Graduate schools |
15 000 |
15 000 |
||||||
Programmakosten-overig |
288 |
0 |
0 |
288 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
288 |
288 |
||||||
Apparaatsuitgaven |
2 961 |
– 91 |
2 870 |
– 115 |
– 265 |
– 265 |
– 265 |
||
Ontvangsten |
71 060 |
– 70 959 |
0 |
101 |
– 65 969 |
– 61 561 |
– 61 534 |
– 61 534 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 6,0 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Voor € 1,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 4,6 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling
Zorgen voor een voldoende toerusting van het onderzoeksstelsel
– Een technische mutatie van € 1,6 miljoen in verband met loon- en prijscompensatie. Voor de toelichting wordt verwezen naar het algemene deel.
Het bevorderen van wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke kennis en/of aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken
– Een intertemporele compensatie van € 4,6 miljoen in verband met de regeling kenniswerkers. Agentschap.NL is belast met de uitvoering van deze regeling. Van het totaal beschikbare bedrag van € 140 miljoen is tot en met ultimo 2010 een bedrag van € 135,4 miljoen verstrekt als voorschot door Agentschap.NL.
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
14 064 |
0 |
– 3 024 |
11 040 |
– 112 |
– 500 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Totale uitgaven |
18 420 |
0 |
424 |
18 844 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programma-uitgaven |
16 760 |
0 |
334 |
17 094 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Emancipatie |
0 |
– 1 374 |
11 926 |
– 1 800 |
– 1 800 |
– 1 800 |
– 1 800 |
||
Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen |
0 |
0 |
|||||||
Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving |
13 300 |
0 |
– 1 374 |
11 926 |
– 1 800 |
– 1 800 |
– 1 800 |
– 1 800 |
|
Homo-emancipatie |
0 |
1 708 |
5 168 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
||
Het verankeren van het emancipatieperspectief in het beleid van departementen |
0 |
0 |
|||||||
Het versterken van het emancipatieperspectief in de samenleving |
3 460 |
0 |
1 708 |
5 168 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
|
Programmakosten-overig |
|||||||||
• |
Uitvoeringsorganisatie DUO |
||||||||
Apparaatsuitgaven |
1 660 |
0 |
90 |
1 750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Voor artikel 25 (Emancipatie) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,4 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2011.
Artikel 17. Nominaal en Onvoorzien
Budgettaire gevolgen
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastge-stelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
11 449 |
0 |
154 373 |
165 822 |
– 135 870 |
– 31 428 |
– 42 943 |
– 68 928 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Uitgaven |
11 449 |
0 |
154 373 |
165 822 |
– 135 870 |
– 31 428 |
– 42 943 |
– 68 928 |
|
• |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
131 013 |
131 013 |
128 558 |
125 984 |
125 031 |
123 710 |
• |
Prijsbijstelling |
13 944 |
0 |
12 598 |
26 542 |
2 991 |
58 642 |
119 395 |
116 798 |
• |
Nader te verdelen |
– 2 495 |
0 |
10 762 |
8 267 |
– 267 419 |
– 216 054 |
– 287 369 |
– 309 436 |
Ontvangsten |
957 |
0 |
– 957 |
0 |
– 957 |
– 957 |
– 957 |
– 957 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting:
Loonbijstelling
In het regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2011. Dit betekent dat de loonbijstelling tranche 2011 die aan de departementen wordt uitgekeerd geen vergoeding bevat voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten. Het gaat in 2011 om een mutatie van € 131,0 miljoen. De doorverdeling naar de verschillende beleidsterreinen wordt in de ontwerpbegroting 2012 en de 2e suppletoire begroting verwerkt.
Prijsbijstelling
De prijsbijstelling tranche 2011 is aan de OCW-begroting toegevoegd. Voor 2011 gaat het om een bedrag van € 197,1 miljoen. Er wordt € 120,0 miljoen ingezet ter dekking van de fasering van de maatregelen langstudeerders en passend onderwijs uit het regeerakkoord. Daarnaast is het wettelijke deel van de prijsbijstelling tranche 2011 doorverdeeld naar de desbetreffende beleidsterreinen. Het resterende deel van de prijsbijstelling wordt ingezet bij miljoenennota.
Nader te verdelen
De mutatie in 2011 wordt voornamelijk verklaard door de toevoeging en uitdeling van de eindejaarsmarge 2010/2011 ad € 141,6 miljoen. Het restant wordt ingezet bij miljoenennota.
Ontvangsten
De ontvangsten op artikel 17 betreffen de vorderingen die nog openstaan in het kader van de commissie Schutte. De ontvangsten die hieruit voortvloeien, komen binnen op het beleidsartikel hoger beroepsonderwijs. Daarom worden deze ontvangsten bij voorjaarsnota overgeboekt naar artikel 6 (hoger beroepsonderwijs).
Artikel 18. Ministerie Algemeen
Budgettaire gevolgen
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
115 758 |
– 2 321 |
11 127 |
124 564 |
7 367 |
7 165 |
12 353 |
12 330 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Uitgaven |
115 758 |
– 2 321 |
11 127 |
124 564 |
7 367 |
7 165 |
12 353 |
12 330 |
|
• |
Bestuursdepartement (niet toe te rekenen uitgaven) |
105 595 |
– 2 321 |
11 017 |
114 291 |
7 821 |
7 467 |
13 122 |
13 097 |
• |
Uitvoeringsorganisaties onverdeeld |
10 163 |
0 |
110 |
10 273 |
– 454 |
– 302 |
– 769 |
– 767 |
Ontvangsten |
567 |
0 |
0 |
567 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Het totale budget op artikel 18 is met € 11,1 miljoen verhoogd.
Er is per saldo € 1,2 miljoen afgeboekt door technische overboekingen tussen artikelen of departementen. Daarnaast is beleidsmatig budget toegevoegd ad € 12,3 miljoen. Dit wordt deels verklaard door kasschuiven zoals voor projecten in het kader van de Vernieuwing RijksDienst en vertragingen in de transitie naar de nieuwe ICT aanbieder. Voorts is € 3,4 miljoen toegevoegd voor het project centralisatie inkoopfunctie OCW en € 3,0 miljoen ter compensatie van het niet uitkeren van de loonbijstelling.
Artikel 19. Inspecties
Budgettaire gevolgen
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
57 982 |
0 |
746 |
58 728 |
– 20 |
0 |
0 |
0 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Uitgaven |
57 982 |
0 |
746 |
58 728 |
– 20 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Erfgoedinspectie |
2 688 |
0 |
37 |
2 725 |
||||
• |
Inspectie van het Onderwijs |
55 294 |
0 |
709 |
56 003 |
– 20 |
|||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Het totale budget op artikel 19 is met € 0,7 miljoen verhoogd als gevolg van een kasschuif wegens vertraging in de afkoop van 2 panden van de Inspectie van het Onderwijs.
Artikel 20. Adviesraden
Budgettaire gevolgen
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 |
Stand vastgestelde mutaties ISB 2011* |
Mutaties suppletoire begroting VJN 2011 |
Stand suppletoire begroting VJN 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
5 793 |
0 |
494 |
6 287 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Uitgaven |
5 793 |
0 |
494 |
6 287 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Onderwijsraad |
2 384 |
0 |
2 384 |
|||||
• |
Raad voor Cultuur |
2 691 |
0 |
494 |
3 185 |
||||
• |
Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid |
718 |
0 |
718 |
|||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
* Incidentele suppletoire begroting
Toelichting mutaties
Het totale budget op artikel 20 is met € 0,5 miljoen verhoogd. Er is € 0,1 miljoen toegevoegd door een technische overboeking. Daarnaast is beleidsmatig budget toegevoegd ad € 0,4 miljoen als gevolg van een kasschuif wegens vertraging van een renovatieproject van de Raad voor Cultuur.