Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Financiën,
J. C. de Jager
De voorliggende suppletore begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2011. Deze begroting bestaat uit 7 beleidsartikelen en 2 niet-beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IX-A).
In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (mutaties ≥ € 10 mln.).
Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. In deze tabel is bij de beleidsartikelen door middel van de regel «waarvan juridisch verplicht» informatie over de budgetflexibiliteit opgenomen. Het nog niet juridisch verplichte deel van de geraamde programma-uitgaven (peildatum 1 maart 2011) vormt een indicatie voor de mate van budgetflexibiliteit. Voor de apparaatsuitgaven geldt dat de verplichtingen gelijk worden gesteld aan de kasuitgaven. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.
Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletore begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een toelichting bij grote programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht. De toelichting op de mutaties in de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.
Uitgaven |
Artikel |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2011 |
9 479 540 |
– |
Stand incidentele suppletore begroting 2011 |
9 425 847 |
– |
Belangrijkste suppletore mutaties: |
||
1. Heffings- en invorderingsrente |
– 10 000 |
1 |
2. Apparaatsuitgaven |
– 43 302 |
1 |
3. Kasschuif Tweede Herkapitalisatie ABN AMRO |
– 302 000 |
3 |
4. ING IABF Funding fee |
– 200 000 |
3 |
5. Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
28 042 |
3 |
6. Tennet |
300 000 |
3 |
7. Lening aan Griekenland |
486 000 |
4 |
8. Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken – fondsen |
55 000 |
4 |
9. Loon- en prijsbijstelling |
28 478 |
10 |
10. Overige uitgaven (saldo) |
44 703 |
– |
Stand 1e suppletore begroting 2011 |
9 812 768 |
Toelichting
1. De raming is als gevolg van de verwachte realisatie met € 10 mln. neerwaarts bijgesteld.
2. De mutatieskomt voort uit een kasschuif van – € 52 mln. en uit interdepartmentale overboekingen ter waarde van 8,7 mln.
3. De resterende € 302 mln. van de herkapitalisatie van ABN Amro wordt niet verstrekt omdat de Z-share voldoende gekapitaliseerd is.
4. Als gevolg van een hogere wisselkoers (de waarde van Euro’s uitgedrukt in Dollars) is de raming neerwaarts bijgesteld.
5. De mutatie vloeit voort uit hogere uitgaven voor inhuur en uit uitbetalingen op eerder verstrekte garanties en vrijwaringen.
6. De mutatie betreft de kapitaaluitbreiding van Tennet Holding B.V.
7. De tranche voor 2010 wordt uitgekeerd in 2011.
8. Op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is het verzelveringsschema van het zachte leningen loket aangepast. Dit verklaart het grootste deel van de mutatie.
9. De loon- en prijsbijstelling voor 2011 is uitgekeerd, deze moet nog verdeeld worden.
Ontvangsten |
Artikel |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2011 |
118 627 293 |
– |
Stand incidentele suppletore begroting 2011 |
118 627 293 |
– |
Belangrijkste suppletore mutaties: |
||
1. Belastingontvangsten |
1 819 143 |
1 |
2. Heffings- en invorderingsrente |
50 000 |
1 |
3. Ontvangsten DNB u.h.v. voorfinanciering |
87 200 |
3 |
4. Winstafdracht DNB |
225 000 |
3 |
5. Dividend staatsdeelnemingen |
20 000 |
3 |
6. Rente en aflossing kapitaalversterkingen |
4 125 000 |
3 |
7. ING IABF Portefeuilleontvangsten en additionele garantiefee |
– 192 000 |
4 |
8. Rente-ontvangsten lening Griekenland |
– 18 316 |
4 |
9. Verkoop onroerende zaken |
– 13 000 |
10 |
10. Overige ontvangsten (saldo) |
39 493 |
– |
Stand 1e suppletore begroting 2011 |
124 769 813 |
Toelichting
1. Zie Voorjaarsnota 2011 voor een uitgebreide toelichting van de belastingontvangsten.
2. De raming 2011 wordt met € 50 mln. verhoogd als gevolg van incidentel renteopbrengsten.
3. DNB betaalt een deel van de lening terug, welke was verstrekt i.h.k.v. de voorfinanciering van het DGS inzake DSB.
4. Vanwege rente-effecten op de geld- en kapitaalmarkt en vanwege verwachte inkomsten uit de HTM-porttefeuille wordt een hogere winstafdracht verwacht.
5. Deze mutatie voeit voort uit een meevaller bij Schiphol.
6. Aegon en ING hebben samen voor 2,75 mld. aan securities teruggekocht, en daarbij een premie betaald van in totaal 1,4 mld.
7. Als gevolg van een hogere wisselkoers (de waarde van Euro’s uitgedrukt in Dollars) is de raming neerwaarts bijgesteld.
8. Het rentepercentage dat Griekenland op de lening betaalt is verlaagd met 100 basispunten. Daarnaast is de raming aangepast o.b.v. actuele rentepercentages van het CBP.
9. In 2010 is een verkoop gerealiseerd, welke was geraamd voor 2011. De opbrengsten zijn tevens in 2010 ontvangen.
Artikel 1 Belastingen
Algemene beleidsdoelstelling: Het ontwerpen van beleid gericht op het genereren van inkomsten en het realiseren van niet-fiscale doelstellingen van het overheidsbeleid en het onderhouden en versterken van de bereidheid van burgers en bedrijven tot nakoming van hun wettelijke verplichting ten aanzien van de Belastingdienst |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 613 721 |
0 |
– 57 259 |
3 556 462 |
45 020 |
– 1 413 |
– 1 862 |
– 4 172 |
Uitgaven |
3 613 721 |
0 |
– 57 259 |
3 556 462 |
45 020 |
– 1 413 |
– 1 862 |
– 4 172 |
Programma-uitgaven |
774 663 |
– 13 957 |
760 706 |
– 6 927 |
– 8 757 |
– 4 957 |
– 6 007 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
774 663 |
760 706 |
||||||
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevordert de Belastingdienst dat belastingplichtigen en premieplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen |
||||||||
Heffings- en invorderingsrente |
765 000 |
– 10 000 |
755 000 |
– 2 970 |
– 3 800 |
– 5 000 |
– 6 050 |
|
Overige programma-uitgaven |
9 663 |
– 3 957 |
5 706 |
– 3 957 |
– 4 957 |
43 |
43 |
|
Apparaatsuitgaven |
2 839 058 |
– 43 302 |
2 795 756 |
51 947 |
7 344 |
3 095 |
1 835 |
|
Ontvangsten |
113 588 164 |
0 |
1 872 143 |
115 460 307 |
3 000 |
3 000 |
3 000 |
3 000 |
Programma-ontvangsten |
||||||||
Algemene doelstelling |
||||||||
Belastingontvangsten |
112 480 539 |
0 |
1 819 143 |
114 299 682 |
||||
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevordert de Belastingdienst dat belastingplichtigen en premieplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen |
||||||||
Heffings- en invorderingsrente |
772 900 |
|
50 000 |
822 900 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige programma-ontvangsten |
313 753 |
|
3 000 |
316 753 |
3 000 |
3 000 |
3 000 |
3 000 |
Apparaatsontvangsten |
20 972 |
|
0 |
20 972 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Heffings- en invorderingsrente (– € 10,0 mln.)
De uitgavenraming is als gevolg van de verwachte realisatie met € 10 mln. neerwaarts bijgesteld.
Overige programma-uitgaven (– € 4,0 mln.)
Naar de huidige inzichten zal het depotstelsel niet eerder dan in 2014 worden ingevoerd1. De in de begroting opgenomen rentevergoedingen (€ 5 mln.) tot 2014 komen te vervallen. Daarnaast is de raming voor vergoedingen van proceskosten met € 1 mln. opgehoogd.
Apparaatsuitgaven (– € 43,3 mln.)
De mutatie in de apparaatsuitgaven betreft voornamelijk een kasschuif ad € 52 mln. van (investerings)uitgaven die naar verwachting niet in 2011 worden gerealiseerd. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2012 t/m 2013. Het gaat o.a. om middelen in het kader van investeringen in detectiemiddelen van de Douane. Daarnaast zijn er – voor in totaal € 8,7 mln. – diverse overboekingen van en naar andere departementen, en nog enkele relatief kleine (technische) mutaties.
Ontvangsten
Belastingontvangsten (€ 1 819,1 mln.)
In de Voorjaarsnota 2011 zijn de mutaties in de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:
Aansluittabel art. 1 |
Stand ontwerpbegroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties suppletore begroting VJN 2011 (3) |
Stand suppletore begroting VJN 2011 (1+2+3) |
---|---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
134 578 115 |
2 275 312 |
136 853 427 |
|
–/– Afdracht gemeentefonds |
–18 110 864 |
– 436 542 |
– 18 547 406 |
|
–/– Afdracht Provinciefonds |
– 1 142 512 |
– 35 144 |
– 1 177 656 |
|
–/– Afdracht BTW-Compensatiefonds |
– 2 884 200 |
15 517 |
– 2 828 683 |
|
Belastingontvangsten IXB |
112 480 539 |
0 |
1 819 143 |
114 299 682 |
Overige programma-ontvangsten (+ € 3,0 mln.)
Indien een belastingplichtige niet op tijd een opgelegde aanslag betaalt, gaat de Belastingdienst over tot invordering. De kosten van invordering – gerelateerd aan : aanmaningen, dwangbevelen, beslagopdrachten, verkoopdrachten en de inzet van deurwaarders – worden doorbelast aan de belastingplichtige. De raming voor deze ontvangsten wordt met € 3 mln. opgehoogd.
Heffings- en invorderingsrente (+ € 50,0 mln.)
De raming 2011 wordt met € 50 mln. verhoogd als gevolg van incidentele renteopbrengsten.
Artikel 2 Financiële Markten
Algemene beleidsdoelstelling: Een integer en stabiel financieel stelsel waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennen |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
78 169 |
0 |
– 493 823 |
– 415 654 |
809 |
1 545 |
1 302 |
1 303 |
waarvan garantieverplichtingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Garantieregeling bancaire leningen (plafond) |
0 |
|
– 491 403 |
– 491 403 |
|
|
|
|
Garantie kredietfaciliteit AFM |
0 |
|
– 18 000 |
– 18 000 |
|
|
|
|
Uitgaven |
78 169 |
0 |
15 580 |
93 749 |
809 |
1 545 |
1 302 |
1 303 |
Programma-uitgaven |
70 122 |
|
14 717 |
84 839 |
424 |
1 297 |
1 294 |
1 295 |
Waarvan juridisch verplicht |
84 839 |
|||||||
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten |
||||||||
Terugbetaling fee u.h.v. afkoop door NIBC |
4 481 |
4 481 |
||||||
Bijdrage toezicht AFM |
26 883 |
3 284 |
30 167 |
|||||
Bijdrage toezicht DNB |
23 712 |
2 658 |
26 370 |
|||||
Platform CentiQ |
2 700 |
160 |
2 860 |
1 250 |
1 250 |
1 250 |
||
Rechtspraak Financiële Markten |
1 000 |
258 |
1 258 |
|||||
Overige programma-uitgaven |
1 030 |
3 876 |
4 906 |
424 |
47 |
44 |
45 |
|
Doelst. 2 Integer financieel stelsel |
||||||||
Caribbean Financial Action Taskforce |
32 |
32 |
||||||
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie |
||||||||
Muntcirculatie1 |
14 765 |
14 765 |
||||||
Apparaatsuitgaven |
8 047 |
863 |
8 910 |
385 |
248 |
8 |
8 |
|
Ontvangsten |
394 960 |
0 |
87 146 |
482 106 |
5 033 |
– 760 |
– 760 |
– 760 |
Totaal programma-ontvangsten |
394 960 |
87 146 |
482 106 |
5 033 |
– 760 |
– 760 |
– 760 |
|
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten |
||||||||
premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen |
361 523 |
706 |
362 229 |
– 226 |
||||
ontvangsten DNB u.h.v. voorfinanciering |
87 200 |
87 200 |
6 019 |
|||||
Overige programma-ontvangsten |
26 253 |
– 760 |
25 493 |
– 760 |
– 760 |
– 760 |
– 760 |
|
premieontvangsten terrorismepool |
2 000 |
2 000 |
||||||
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie |
||||||||
Ontvangsten muntwezen |
5 184 |
5 184 |
||||||
Toename munten in circulatie |
Muntcirculatie is inclusief subsidie aan stichting Geld- en Bankmuseum van € 1 012 000 in 2011.
Toelichting
Garantieverplichtingen
Garantieregeling bancaire leningen (– € 491,4 mln.)
Deze mutatie is het gevolg van de afkoop van een deel van de Staatsgarantie door NIBC.
Garantie kredietfaciliteit AFM (– € 18,0 mln.)
Als gevolg van de verlaging van het plafond voor de kredietfaciliteit aan de AFM (schatkistbankieren), is ook de garantie hierop, door het ministerie van Financiën, met hetzelfde bedrag neerwaarts bijgesteld.
Uitgaven
Terugbetaling fee u.h.v. afkoop door NIBC (€ 4,5 mln.)
Het deel van de vooraf ontvangen fee-opbrengsten dient aan NIBC te worden terugbetaald als gevolg van de afkoop (zie garantieverplichtingen). Het gaat hierbij om € 4,5 mln.
Bijdrage toezicht AFM (+ € 3,3 mln.)
De mutatie betreft een hogere toezichtsbijdrage voor 2010 (op basis van nacalculatie, € 2,1 mln.) en een verwachte stijging voor 2011 (€ 1,2 mln.). De hogere bijdrage over 2011 wordt mede veroorzaakt door een verschuiving van preventief naar repressief toezicht. De kosten van repressief toezicht komen voor rekening van de Staat.
Bijdrage toezicht DNB (+ € 2,7 mln.)
Voor dit jaar voorziet DNB hogere toezichtkosten. Derhalve zal ook de voor DNB bestemde overheidsbijdrage toenemen (+ € 1,7 mln.). Daarnaast is rekening gehouden met een bijdrage van circa € 1 mln. voor de 3 nieuwe Europese toezichthouders: European Securities and Markets Agency (ESMA), de European Banking Agency (EBA) en de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA).
Platform CentiQ (+ € 0,2 mln.)
Het platform CentiQ, Wijzer in geldzaken heeft het vergroten van financiële kennis en vaardigheden in Nederland de afgelopen twee jaar met succes op de kaart gezet. Medio 2010 werd HKH Prinses Máxima der Nederlanden Erevoorzitter van het platform. Voor de succesvolle continuering van het platform is het noodzakelijk dat er sprake is van een cofinanciering (partners en het ministerie van Financiën). Een levensvatbaar scenario voor de periode na 2012 is alleen mogelijk met een jaarlijkse structurele conditionele bijdrage van € 1,25 mln. van Financiën, eventueel aangevuld met incidentele bijdragen voor specifieke projecten. Een even grote bijdrage wordt verwacht van de partners van Wijzer in geldzaken.
Rechtspraak Financiële Markten (+ 0,3 mln.)
Vanwege het toenemend aantal zaken enerzijds en achterstallige werkzaamheden als gevolg van onderbezetting vorig jaar anderzijds is de begroting voor 2011 van de accountantskamer € 0,3 mln. hoger dan oorspronkelijk geraamd.
Overige programma-uitgaven (+ € 3,9 mln.)
Als gevolg van het niet tijdig implementeren van de Antonveneta-richtlijn is door de E.C. een inbreukprocedure gestart. Onder deze procedure kan een boete worden opgelegd, de mutatie betreft de reservering van het minimale boetebedrag (€ 3,7 mln.). Daarnaast bestaat de mutatie uit een bijdrage aan de stichting SOPO t.b.v. het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) (€ 0,2 mln.).
Ontvangsten
Premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen (+ € 0,7 mln.)
Als gevolg van afkoop van de staatsgarantie (zie uitgaven) ontvangt de Staat een «closing out fee» ter waarde van € 0,7 mln.
Ontvangsten DNB u.h.v. voorfinanciering DGS door Financiën (+ € 87,2 mln.)
In 2011 zal DNB, de uitvoerder van het depositogarantiestelsel (DGS), naar verwachting circa € 87,2 mln. terugbetalen op de lening (voorfinanciering DGS inzake DSB), welke eind 2010 is verstrekt aan DNB. Het restant van de voorfinanciering zal in 2012 worden ontvangen van DNB.
Overige programmaontvangsten (– € 0,8 mln.)
Met het oog op de op handen zijnde herziening van de bekostiging van het financieel toezicht is ervan afgezien om via een wijziging van de toezichtwetgeving boeteopbrengsten om te buigen naar de schatkist.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de Staat |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
645 857 |
0 |
303 598 |
949 455 |
– 11 182 |
5 264 |
4 262 |
5 263 |
Meerjarenverplichting aan ING |
330 000 |
– 22 000 |
308 000 |
– 15 000 |
0 |
– 1 000 |
||
Verplichting kapitaaluitbreiding Tennet |
600 000 |
600 000 |
||||||
Overige verplichtingen |
315 857 |
– 274 402 |
41 455 |
3 818 |
5 264 |
5 262 |
5 263 |
|
Uitgaven |
3 339 457 |
0 |
– 177 402 |
3 162 055 |
190 818 |
5 264 |
– 738 |
5 263 |
Programma-uitgaven |
3 330 400 |
|
– 205 000 |
3 125 400 |
187 000 |
0 |
– 6 000 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
||||||||
Doelst. 1 Beheer van deelnemingen |
||||||||
Dotatie begrotingsreserve TenneT |
4 800 |
4 800 |
||||||
Kapitaaluitbreiding Tennet |
300 000 |
300 000 |
300 000 |
|||||
Doelst. 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen |
||||||||
Verwerving vermogenstitels |
||||||||
Doelst. 3 PPS en Activabeleid |
||||||||
PPS |
0 |
|||||||
Doelstelling 4 Beheer van financiële instellingen |
||||||||
Kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal |
||||||||
Kasschuif Tweede herkapitalisatie ABN AMRO |
302 000 |
– 302 000 |
0 |
|||||
Overige programma-uitgaven |
||||||||
Regeling BF |
1 600 |
1 600 |
||||||
Uitvoeringskosten tijdelijke regeling subsidie tankstations |
||||||||
Back-up faciliteit ING |
|
|
|
|
|
|
|
|
Management Fee |
44 000 |
– 3 000 |
41 000 |
– 2 000 |
||||
Funding Fee |
2 978 000 |
– 200 000 |
2 778 000 |
– 111 000 |
– 6 000 |
|||
Apparaatsuitgaven |
9 057 |
27 598 |
36 655 |
3 818 |
5 264 |
5 262 |
5 263 |
|
Personeel en materieel |
4 281 |
– 444 |
3 837 |
44 |
42 |
41 |
41 |
|
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
4 776 |
28 042 |
32 818 |
3 774 |
5 222 |
5 221 |
5 222 |
|
Ontvangsten |
4 170 414 |
0 |
4 202 789 |
8 373 203 |
– 108 700 |
4 300 |
– 1 700 |
4 300 |
Programma-ontvangsten |
4 170 414 |
0 |
4 202 789 |
8 373 203 |
– 108 700 |
4 300 |
– 1 700 |
4 300 |
Doelst. 1 Beheer van staatsdeelnemingen |
||||||||
Opbrengst onttrekking vermogenstitels |
||||||||
Dividend staatsdeelnemingen |
267 060 |
20 000 |
287 060 |
|||||
Rente en aflossing div. leningen |
62 999 |
|
62 999 |
|||||
Winstafdracht DNB |
698 000 |
255 000 |
953 000 |
|||||
Afdrachten Holland Casino |
0 |
0 |
||||||
Afdrachten Staatsloterij |
90 000 |
90 000 |
||||||
Premie-ontvangsten garantie TenneT |
4 800 |
4 800 |
||||||
Doelst. 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen |
||||||||
Opbrengst verkoop vermogenstitels |
||||||||
Doelst. 4 Beheer van financiële instellingen |
||||||||
Dividend financiële instellingen |
239 |
239 |
||||||
Aflossing kapitaalversterking Aegon en ING |
2 750 000 |
2 750 000 |
||||||
Repurchase fee kapitaalversterking Aegon en ING |
1 375 000 |
1 375 000 |
||||||
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
5 550 |
5 550 |
4 300 |
4 300 |
4 300 |
4 300 |
||
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument |
0 |
|||||||
Renteontvangsten Mandatory Convertible Note |
0 |
|||||||
Premie-inkomsten counter indemnity |
25 555 |
25 555 |
||||||
Doelst. 5 Back-up faciliteit ING |
||||||||
Verwachte portefeuille ontvangsten |
2 717 000 |
– 182 000 |
2 535 000 |
– 100 000 |
– 6 000 |
|||
Garantie fee |
96 000 |
– 7 000 |
89 000 |
– 4 000 |
||||
Additionele fee |
65 000 |
– 4 000 |
61 000 |
– 3 000 |
||||
Additionele garantiefee |
144 000 |
– 10 000 |
134 000 |
– 6 000 |
||||
Overige programma-ontvangsten |
||||||||
Regeling BF |
||||||||
Overige programma-ontvangsten |
||||||||
Tijdelijke regeling subsidie tankstations |
Toelichting
Verplichtingen
Meerjarenverplichting aan ING (– € 22,0 mln. )
De verplichting aan ING luidt in US dollar. Door een hogere rekenkoers (de waarde van één euro uitgedrukt in dollars) is de raming voor de verplichting in euro voor de jaren 2011, 2012 en 2014 neerwaarts bijgesteld.
Uitgaven
Kapitaaluitbreiding TenneT (+ € 300,0 mln)
Als landelijk netbeheerder heeft Tennet de wettelijke taak om ondermeer het landelijk hoogspanningsnet te onderhouden en daar waar nodig uit te breiden en te verzwaren. Voor het uitvoeren van de investeringsagenda in Nederland en om de huidige credit rating te behouden is een aanvulling van het eigen vermogen van Tennet noodzakelijk. De kapitaaluitbreiding is in totaal € 600 mln, waarvan € 300 mln in 2011 wordt betaald.
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen ( + € 28,0 mln.)
Deze mutatie bestaat uit de volgende elementen. Ten eerste heeft de Staat bij de verkoop van 2/3 van de aandelen in Connexxion aan Transdev/BNG garanties en vrijwaringen afgegeven, waarvan een gedeelte in 2011 tot uitbetaling leidt. Ten tweede is in in 2006 Nozema verkocht. Bij de verkoop zijn een aantal garanties en vrijwaringen afgegeven. De vrijwaring die ziet op de Vpb, leidt door een uitspraak van de belatingdienst tot uitbetaling. Ten derde worden er hogere uitgaven voor de inhuur van extern advies voorzien. Deze uitgaven zien voornamelijk op het beheer van de door de kredietcrisis verworven deelnemingen. Tot slot zijn de (bruto) kosten van de begroting van de StAk verwerkt.
RFS Holdings B.V. (– € 302,0 mln.)
In de begroting stond € 302 mln geraamd. Dit bedrag is het restant van de post «verrekening RFS», waarvoor in het kapitaalplan een bedrag was gereserveerd ter waarde van € 740 mln. Aangezien de verrekening met RFS heeft plaatsgevonden en de Z-share voor 100% gekapitaliseerd is, worden de geraamde middelen niet meer uitgegeven. De € 302 mln komt derhalve te vervallen.
ING IABF (divere mutaties)
Door een hogere rekenkoers (de waarde van één euro uitgedrukt in dollars) is de raming voor de uitgaven in euro voor de jaren 2011, 2012 en 2014 neerwaarts bijgesteld.
Ontvangsten
Dividend staatsdeelnemingen (+ € 20,0 mln.)
De mutatie betreft een meevallende dividendontvangst van Schiphol.
Winstafdracht DNB (+ € 255,0 mln.)
De hoger dan verwachte winst vloeit voort uit rente-effecten op de geld- en kapitaalmarkt en verwachte inkomsten uit hoofde van de HTM-portefeuille.
Dividend financiële instellingen (+ € 0,24 mln.)
Het economische belang van de Staat in RFS Holdings B.V. is met de terugstorting van het nominaal geplaatste aandelenkapitaal teruggebracht tot ongeveer 1,25 %.
Aflossing en repurchase fee Aegon en ING (+ € 4,1 mld.)
Aegon heeft voor € 750 mln aan securities teruggekocht en daarbovenop een premie betaald van € 375 mln. ING heeft voor € 2 mld aan securities teruggekocht en daarbovenop een premie betaald van € 1 mld.
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 5,5 mln.)
Dit betreft het «reguliere» gedeelte van de advieskosten dat wordt doorbelast aan de onder beheer staande financiële instellingen. Eveneens betreft dit de kosten die vanuit de StAk zullen worden doorbelast aan de onder beheer staande financiële instellingen.
ING IABF (divere mutaties)
Door een hogere rekenkoers (de waarde van één euro uitgedrukt in dollars) is de raming voor de uitgaven in euro voor de jaren 2011, 2012 en 2014 neerwaarts bijgesteld.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Algemene beleidsdoelstelling: een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 399 961 |
4 350 |
31 847 702 |
35 252 013 |
230 971 |
40 220 453 |
– 1 100 003 |
176 389 |
Betalingsverplichtingen |
600 916 |
4 350 |
129 002 |
734 268 |
56 225 |
4 576 330 |
47 463 |
329 |
Garantieverplichtingen |
2 799 045 |
|
31 718 700 |
34 517 745 |
174 746 |
35 644 123 |
– 1 147 466 |
176 060 |
Uitgaven |
2 039 774 |
– 50 000 |
541 929 |
2 531 703 |
130 160 |
759 360 |
893 869 |
915 529 |
Programma-uitgaven |
2 037 205 |
– 50 000 |
541 600 |
2 528 805 |
129 830 |
759 030 |
893 540 |
915 200 |
Waarvan juridisch verplicht |
2 037 205 |
2 528 205 |
||||||
Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire |
||||||||
ontwikkeling van de EU en haar lidstaten. |
||||||||
Lening aan Griekenland |
1 705 000 |
|
486 000 |
2 191 000 |
178 000 |
– 111 000 |
||
Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) |
915 200 |
915 200 |
915 200 |
|||||
Deelname EFSF |
600 |
600 |
||||||
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI's |
||||||||
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen |
332 205 |
– 50 000 |
55 000 |
337 205 |
– 48 170 |
– 45 170 |
– 21 660 |
|
Apparaatsuitgaven |
2 569 |
329 |
2 898 |
330 |
330 |
329 |
329 |
|
Ontvangsten |
128 937 |
0 |
– 18 316 |
110 621 |
16 642 |
– 474 798 |
– 1 374 415 |
– 1 083 169 |
Doelst. 1 Gezonde en stabiele monetaire en budgettaire |
||||||||
ontwikkeling van de EU en haar lidstaten. |
||||||||
Renteontvangsten en service fee lening Griekenland |
119 316 |
– 18 316 |
101 000 |
16 642 |
40 656 |
107 600 |
185 197 |
|
Aflossingen lening Griekenland |
– 515 454 |
– 1 482 015 |
– 1 268 366 |
|||||
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI's |
||||||||
Ontvangsten |
9 621 |
9 621 |
Verplichtingen
De mutaties die samenhangen met een opgenomen uitgave worden bij de uitgaven toegelicht.
Betalingsverplichtingen
De mutatie van de betalingsverplichtingen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de definitieve betalingsverplichting voor IDA 16 is vastgesteld.
Garantieverplichtingen
De mutatie van de garantieverplichtingen wordt veroorzaakt door:
De afronding van de onderhandelingen over de IMF quota. De quotamiddelen van het IMF worden verdubbeld om adequaat te kunnen blijven reageren in tijden van crisis en om landen te kunnen bij staan met financiële steun. Daarnaast heeft een verschuiving van de relatieve quota aandelen plaatsgevonden. Het Nederlandse aandeel in de totale quota neemt af tot 1,83%. De in de ontwerpbegroting opgenomen garantieverplichting wordt opgehoogd om tot het definitief overeengekomen garantiebedrag te komen (+ € 1 682,0 mln.).
De garantieverplichting voor de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) is naar beneden bijgesteld om tot het definitief overeengekomen bedrag aan garanties te komen (– € 2,3 mln.).
Een bijstelling van de garantie aan het EFSF. Voor het herstel van de leencapaciteit van het EFSF wordt gewerkt aan een combinatie van hogere eerstelijns en achtervang garanties. De eerstelijns garanties dienen hierbij de directe dekking van de netto leningen van EFSF en de daaraan gekoppelde rentelasten. Aanvullende achtervang garanties zijn nodig om de AAA rating van EFSF te garanderen. Voor Nederland gaat het dan voor de netto leningen en bijbehorende achtervang garanties om ruim 44 miljard euro. Om te allen tijde de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, moeten ook de rentelasten worden gegarandeerd. Deze bewegen mee met de renteontwikkeling. Volgens de huidige renteramingen is op dit moment sprake van ruim 11 miljard euro aan garantie voor de rentelasten van het EFSF. Omdat een deel van de garantieverplichting aan EFSF al vorig jaar in de begroting is opgenomen leidt dit in 2011 tot een bijstelling van de bestaande garantie (+ € 30 039 mln.). Aangezien rentestanden zich kunnen ontwikkelen in de toekomst, en om de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, zullen de garanties voor de rentelasten mee bewegen met deze ontwikkelingen. Bij reguliere begrotingsmomenten zullen daarom de garanties voor de rentelasten van EFSF geactualiseerd worden met de dan geldende CPB-ramingen, zoals ook bij andere begrotingsposten het geval is. In 2013 zal het ESM in werking treden. Het ESM zal het tijdelijke noodmechanisme EFSF vervangen. Op het moment dat het EFSF geen nieuwe leenprogramma’s aan landen zal kunnen uitgeven, zal de garantieverplichting worden afgeboekt tot het dan relevante niveau. De afwikkeling van de leningprogramma´s die uitgegeven zijn onder EFSF leidt er uiteindelijk toe dat de garantieverplichting op EFSF komt te vervallen. Het totaal aan leencapaciteit van EFSF en ESM kan niet meer dan 500 miljard euro bedragen.
Uitgaven
Lening Griekenland (+ € 486,0 mln.)
De mutatie wordt veroorzaakt doordat de derde tranche van de lening aan Griekenland niet in 2010 maar in 2011 is uitgekeerd. Daarnaast wordt verwacht dat een gedeelte van de leningen dat niet in 2010 is opgevraagd in de volgende jaren zal worden opgevraagd.
Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
Tijdens de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011 is een akkoord bereikt over de opzet van het permanente noodmechanisme ESM dat als sluitstuk van de versterkte economische beleidscoördinatie in noodgevallen steun kan bieden aan lidstaten. Het ESM zal vanaf medio 2013 de opvolger zijn van de tijdelijke noodmechanismen EFSF en EFSM. Afgesproken is dat het ESM een maatschappelijk kapitaal zal krijgen van 700 miljard euro. Hiervan zal 80 miljard euro gestort worden en 620 miljard euro opeisbaar kapitaal zijn. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt 5,72 procent. Nederland zal in de jaren van 2013 tot en met 2017 circa 915 miljoen euro per jaar storten. Het Nederlandse aandeel in het opeisbaar kapitaal is 35,5 miljard euro. Dit opeisbaar kapitaal is vergelijkbaar met een garantieverplichting en leidt niet direct tot kasuitgaven. Voor het oprichten van het ESM wordt een verdrag opgesteld. Dit verdrag zal voorgelegd worden aan het Nederlandse parlement ter ratificatie. In het verdrag is opgenomen dat het ESM en het EFSF gezamenlijk niet meer dan 500 miljard euro zullen uitlenen. Indien na oprichting van ESM er nog uitstaande leningen zijn van EFSF, zal ESM in deze tijdelijke periode niet de volledige 500 miljard euro aan leencapaciteit hebben. Dit heeft geen consequenties voor het afgesproken maatschappelijk kapitaal van ESM.
Deelneming EFSF (+ € 0,6 mln.)
Landen van de eurozone zijn aandeelhouder in EFSF. De faciliteit had bij aanvang een ingelegd vermogen van 31 000 euro, met een geautoriseerd kapitaal van 30 miljoen euro. Het aandeel van Nederland hierin beloopt 5,71%. In 2010 is een deel van het geautoriseerd kapitaal geplaatst en gestort. Voor 2011 wordt geraamd dat er voor € 10 mln. aan aandelenkapitaal geplaatst wordt door het EFSF. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt circa € 0,6 mln.
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen (+ € 55,0 mln.)
Het verzilveringschema van het zachte leningen loket van de Wereldbank (IDA) is aangepast.
Ontvangsten
Renteontvangsten en servicefee lening Griekenland ( – € 18,3 mln.)
Tijdens de Eurotop van 11 maart j.l. is afgesproken dat de rente die Griekenland betaalt aangepast zal worden met 100 basispunten. Daarnaast is de raming aangepast voor de laatste renteraming voor korte leningen van het CPB.
Aflossing lening Griekenland
Tijdens de Eurotop van 11 maart j.l. is afgesproken dat de gemiddelde looptijd van de leningen aan Griekenland verlengd zal worden van de huidige 4 jaar en 1 maand naar 7 jaar en 6 maanden.
Artikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Algemene beleidsdoelstelling: Een completere markt voor verzekering van betalingsrisico's die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenland |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
11 950 136 |
0 |
3 |
11 950 139 |
3 |
3 |
2 |
2 |
waarvan betalingsverplichtingen |
14 080 |
3 |
14 083 |
3 |
3 |
2 |
2 |
|
waarvan garantieverplichtingen |
11 936 056 |
0 |
11 936 056 |
|||||
EKV |
11 332 276 |
11 332 276 |
||||||
TRhi |
453 780 |
453 780 |
||||||
MIGA |
150 000 |
150 000 |
||||||
0 |
||||||||
Uitgaven |
134 580 |
0 |
20 003 |
154 583 |
3 |
3 |
2 |
2 |
Programma-uitgaven |
120 500 |
20 000 |
140 500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
||||||||
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten |
||||||||
Schade-uitkering EKV |
120 000 |
20 000 |
140 000 |
|||||
Schade-uitkering TRhi |
500 |
500 |
||||||
Schade-uitkering MIGA |
0 |
0 |
||||||
Apparaatsuitgaven |
14 080 |
3 |
14 083 |
3 |
3 |
2 |
2 |
|
Personeel en materieel |
1 474 |
3 |
1 477 |
3 |
3 |
2 |
2 |
|
Kostenvergoeding Atradius DSB |
12 606 |
12 606 |
||||||
Ontvangsten |
104 050 |
0 |
0 |
104 050 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Programma-ontvangsten |
104 050 |
104 050 |
||||||
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten |
||||||||
Premies EKV |
40 000 |
40 000 |
||||||
Premies TRhi |
1 250 |
1 250 |
||||||
Schaderestituties EKV |
62 800 |
62 800 |
||||||
Overige programma-ontvangsten |
Toelichting
Uitgaven
EKV schade-uitkeringen (+ € 20,0 mln.)
Ondanks de verbeterde economische omstandigheden heeft een deel van de uitstaande portefeuille nog te kampen met de naweeën van de kredietcrisis. Ten aanzien van dit deel blijft de schadedreiging aanzienlijk. Om deze reden is de raming opwaarts bijgesteld.
Artikel 7 Beheer materiële activa
Algemene beleidsdoelstelling: De verwerving, het beheer en de vervreemding van onroerende en roerende zaken door het Rijk is doelmatig. |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
94 268 |
0 |
11 404 |
105 672 |
4 104 |
4 104 |
4 104 |
4 104 |
Uitgaven |
94 268 |
0 |
11 404 |
105 672 |
4 104 |
4 104 |
4 104 |
4 104 |
Programma-uitgaven |
69 092 |
10 400 |
79 492 |
4 100 |
4 100 |
4 100 |
4 100 |
|
Waarvan juridisch verplicht |
||||||||
Doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed |
||||||||
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling |
10 000 |
10 000 |
||||||
Doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken |
||||||||
Onderhoud en beheerskosten |
8 779 |
5 300 |
14 079 |
|||||
Zakelijke lasten |
49 413 |
4 100 |
53 513 |
4 100 |
4 100 |
4 100 |
4 100 |
|
Overige programmauitgaven |
900 |
1 000 |
1 900 |
|||||
Doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken |
||||||||
Apparaatsuitgaven |
25 176 |
1 004 |
26 180 |
4 |
4 |
4 |
4 |
|
Ontvangsten |
219 138 |
0 |
– 4 700 |
214 438 |
3 400 |
3 400 |
3 400 |
3 400 |
Programma-ontvangsten |
218 959 |
– 5 700 |
213 259 |
3 400 |
3 400 |
3 400 |
3 400 |
|
Doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed |
||||||||
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling |
||||||||
Doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken |
||||||||
Verkoop onroerende zaken |
84 045 |
– 13 000 |
71 045 |
|||||
Beheersontvangsten |
98 014 |
98 014 |
||||||
Overige programma-ontvangsten |
35 400 |
7 300 |
42 700 |
3 400 |
3 400 |
3 400 |
3 400 |
|
Doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken |
||||||||
Verkoop roerende zaken |
1 500 |
1 500 |
||||||
Apparaatsontvangsten |
179 |
1 000 |
1 179 |
Toelichting
Verplichtingen
De toename aan verplichtingen (+ € 11,4 mln.) betreft betalingsverplichtingen op de uitgaven.
Uitgaven
Onderhoud- en beheerskosten (+ € 5,3 mln.)
De overschrijding op de onderhouds- en beheerskosten wordt veroorzaakt door tijdelijke beheerskosten Ede-Oost (€ 1,9 mln.), een (vorig jaar voor een laatste maal uitgestelde) aankoop van een safe-house (€ 2,0 mln.) en beheerskosten ter afwikkeling van het project vliegveld Twente (€ 1,0 mln.).
Zakelijke lasten (+ € 4,1 mln.)
Het werken met één loket bij het RVOB heeft geleid tot hogere zakelijke lasten. Het grootste deel van de hogere zakelijke lasten (€ 3,4 mln.) wordt doorbelast aan de uiteindelijk gebruiker van het rijksactivum.
Overige programma-uitgaven (+ € 1,0 mln.)
Voor 2011 was nog niet voorzien in de plankosten van het project Almere Oost.
Apparaatsuitgaven (+ € 1,0 mln.)
Er wordt € 1,0 mln. toegevoegd aan het eigen vermogen van de het RVOB, als buffer voor risico's op ontwikkelingsprojecten.
Ontvangsten
Verkoop onroerende zaken (– € 13,0 mln.)
In 2010 is een verkoop gerealiseerd, welke pas in 2011 was voorzien: hierdoor zijn de opbrengsten al in 2010 ontvangen.
Overige programma-ontvangsten (+ € 7,3 mln.)
De hogere zakelijke lasten door het werken met één loket worden (grotendeels) doorbelast aan de gebruiker (€ 3,4 mln.). Daarnaast ontvangt Financiën voorgefinancierde plankosten van het project Twente terug (€ 3,9 mln.).
Apparaatsontvangsten ( € 1,0 mln.)
Het eigen vermogen van het RVOB lag per ultimo 2010 boven de 5% norm die geldt voor batenlasten diensten: het deel boven de 5% ( € 1,0 mln.) wordt afgeroomd door het moederdepartement.
Artikel 8 Begrotingsbeleid
Algemene beleidsdoelstelling: Het budgettaire beleid creëert de randvoorwaarden om maatschappelijke ambities, nu en in de toekomst, te verwezenlijken. |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
28 193 |
– 5 782 |
162 |
22 573 |
140 |
137 |
132 |
– 40 |
Uitgaven |
28 193 |
– 5 782 |
162 |
22 573 |
140 |
137 |
132 |
– 40 |
Programmauitgaven |
3 221 |
– 3 221 |
0 |
0 |
||||
Waarvan juridisch verplicht |
2 700 |
– 2 700 |
0 |
|||||
Doelst. 3 Verminderen regeldruk voor bedrijven |
||||||||
Vermindering regeldruk |
3 221 |
– 3 221 |
0 |
|||||
Apparaatsuitgaven |
24 972 |
– 2 561 |
162 |
22 573 |
140 |
137 |
132 |
– 40 |
Ontvangsten |
5 931 |
0 |
0 |
5 931 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Apparaatsontvangsten |
5 931 |
5 931 |
Artikel 9 Algemeen
Algemeen |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
147 248 |
2 089 |
3 175 |
152 512 |
5 905 |
5 448 |
5 537 |
5 546 |
Uitgaven |
147 248 |
2 089 |
3 175 |
152 512 |
5 905 |
5 448 |
5 537 |
5 546 |
Totaal apparaatsuitgaven |
147 228 |
2 089 |
3 175 |
152 492 |
5 905 |
5 448 |
5 537 |
5 546 |
Apparaatsuitgaven |
139 628 |
2 089 |
3 175 |
144 892 |
5 905 |
5 448 |
5 537 |
5 546 |
Uitvoeringskosten omslagstelsel Rijkswagenpark |
7 600 |
7 600 |
||||||
Tegoeden WOII |
20 |
20 |
||||||
Ontvangsten |
15 699 |
0 |
3 458 |
19 157 |
2 572 |
3 360 |
4 405 |
4 405 |
Apparaatsontvangsten |
8 099 |
3 458 |
11 557 |
2 572 |
3 360 |
4 405 |
4 405 |
|
Omslagstelsel Rijkswagenpark |
7 600 |
7 600 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Apparaatsuitgaven ( + € 3,2 mln.)
De apparaatsuitgaven zijn gestegen als gevolg van een bijdrage aan de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk. Daarnaast zijn bij de Rijksauditdienst (RAD) zowel de uitgaven als de ontvangsten verhoogd. De overgekomen budgetten voor de diverse aangesloten auditdiensten bleken onvoldoende dekkend, en daarom is personeel ingezet voor extra opdrachten om extra ontvangsten te genereren. Per saldo is dit een budget-neutrale aanpassing. Daarnaast zijn er nog enkele andere – kleinere – wijzigingen, zoals op het gebied van huisvesting (verhuur pandruimte na vertrek van bv. de Regiegroep Regeldruk).
Ontvangsten
Apparaatsontvangsten ( + 3,5 mln.)
De apparaatsontvangsten zijn gestegen als gevolg van een ontvangsten verhoging bij de Rijksauditdienst en enkele andere (kleine) wijzigingen (zie tekst onder apparaaatsuitgaven).
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Onvoorzien |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) |
Vastgestelde mutaties ISB 2011 (2) |
Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting (3) |
Stand eerste suppletoire begroting (4)=(1+2+3) |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4 130 |
0 |
29 329 |
33 459 |
37 230 |
36 778 |
36 491 |
37 026 |
Uitgaven |
4 130 |
0 |
29 329 |
33 459 |
37 230 |
36 778 |
36 491 |
37 026 |
Onvoorzien |
2 444 |
851 |
3 295 |
2 072 |
3 223 |
4 385 |
5 596 |
|
Loonbijstelling |
0 |
12 454 |
12 454 |
11 996 |
11 653 |
11 465 |
11 285 |
|
Prijsbijstelling |
1 686 |
16 024 |
17 710 |
23 162 |
21 902 |
20 641 |
20 145 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 375 000 |
– 333 000 |
– 333 000 |
– 334 000 |
Stelpost |
– 375 000 |
– 333 000 |
– 333 000 |
– 334 000 |
Verplichtingen en uitgaven
Prijs- en loonbijstelling
De uit de algemene middelen verkregen prijsbijstellingstranche 2010 is verdeeld over de artikelen van IXB.Tevens is de tranche loon- en prijsbijstelling voor 2011 uitgekeerd, welke nog verdeeld moet worden.
Ontvangsten
Technische overboekingen uit stelpost
Omdat de toekomstige opbrengsten uit financiële interventies maar moeilijk te voorspellen zijn, is in de begroting op artikel 10 bij aanvang van de kabinetsperiode een stelpost opgenomen. Deze post heeft betrekking op allerlei mogelijke opbrengsten uit interventies. Nu de aflossingen van Aegon en ING (zie artikel 3) zich concretiseren, vinden er technische overboeking plaats van de stelpost naar het desbetreffende begrotingsartikel.