Vastgesteld 23 juni 2011
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Van der Burg
De adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx
1
Kunt u verklaren waarom de aanleg van de zeekabel bijdraagt aan de autonomie van de Bovenwindse eilanden? Waarom was het niet mogelijk dit met de originele begroting mee te nemen?
De aanleg van een zeekabel tussen de Bovenwindse eilanden draagt bij tot een verbetering van de sociaal, economische en culturele ontwikkelingen van de eilanden, daarnaast draagt het bij tot een verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Behalve dat het de betrouwbaarheid van de communicatieverbindingen op de eilanden vergroot, is ook de Nederlandse overheid gediend met een vergroting van de capaciteit en zekerheid van elektronische communicatie.
Op 18 augustus 2010 heeft voormalig staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een protocol ondertekend voor de aanleg van de zeekabel. Het moment van ondertekenen is bepalend geweest voor het indienen van de originele begroting van Hoofdstuk IV.
2
Kunt u specificeren uit welke niet bestede middelen op de begroting van 2010 de € 9,6 mln. komt die wordt gebruikt voor de Aruba-deal voor rechtshandhaving? Kunt u aangeven op grond van welke afspraken is dit geld toegevoegd aan de begroting 2011?
De niet bestede middelen op de begroting van 2010 die worden gebruikt voor de Aruba-deal voor rechtshandhaving komen uit artikel 2.2 Het bevorderen van de autonomie.
Met het ministerie van Financiën is in 2009 de afspraak gemaakt dat het bedrag voor de laatste storting van de Aruba-deal maximaal 2 jaar toegevoegd kan worden. Dit betekent dat de toevoeging voor de begroting van 2011 het laatste jaar is.
3
Kunt u toelichten waarom de schuld van de voormalige Nederlandse Antillen die niet voor de transitiedatum is gesaneerd geheel door Nederland moet worden overgenomen? Hoe verklaart u dat er toch meer schuld is overgenomen dan afgesproken?
Vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid was het onwenselijk dat sommige crediteuren Nederlandse schuld zouden krijgen en andere Antilliaanse. Om te voorkomen dat een dergelijk onderscheid gemaakt zou moeten worden, is besloten dat Nederland de gehele resterende schuld over zou nemen per transitiedatum. Van «meer schuld overnemen dan afgesproken» is echter geen sprake, aangezien Nederland een vordering op de nieuwe landen heeft gekregen ter hoogte van het verschil tussen het afgesproken plafond en de daadwerkelijk overgenomen schuld. De nieuwe landen hebben aan deze vordering in 2010 reeds voldaan.
4
Is de overname van de schuld van de voormalige Nederlandse Antillen die niet gesaneerd is de toename van € 247,9 mln. bij «rente en aflossing schuldsanering»? Zo nee, waaruit bestaat dit bedrag dan wel? Zo ja, kunt u verklaren waarom dit bedrag niet eerder bekend was en het nu noodzakelijk is dat het ten koste komt van Nederland?
De overgenomen schuld is onderdeel geworden van de Nederlandse staatsschuld en als zodanig in beheer genomen door het Agentschap van het ministerie van Financiën. Om invulling te geven aan de beleidsmatige verantwoordelijkheid voor de schuldsanering van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ervoor gekozen om dit te verwerken door een bijdrageconstructie van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties aan het begrotingshoofdstuk Nationale Schuld. Het hier weergegeven bedrag van € 247,9 mln. betreft die bijdrage voor het jaar 2011.
De Voorjaarsnota was het eerste moment waarop deze wijze van verantwoording van de schuldsanering in de begroting verwerkt kon worden.