Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2011 te wijzigen.
Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 3 (verplichtingenbedrag bedoeld in artikel 5 van de Financiële-verhoudingswet)
Ingevolge artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 6, vierde lid van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, hebben de provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering c.a. is opgenomen van € 726 846 000.
Ingevolge artikel 5, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet, hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen van respectievelijk € 42 202 000 en € 408 718 000.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner
De Staatssecretaris van Financiën,
F. H. H. Weekers
Inhoudsopgave |
blz. |
|
Leeswijzer |
2 |
|
1. |
Het beleid |
2 |
Overzicht uitgavenmutaties |
2 |
|
Toelichting op de beleidsmutaties |
3 |
|
2. |
Het beleidsartikel |
4 |
Toelichting |
4 |
|
3. |
Integratie-uitkeringen |
6 |
4. |
Decentralisatie-uitkeringen |
6 |
Leeswijzer
Bij de eerste suppletoire begroting ligt de nadruk niet op de beleidsprioriteiten, zoals in de ontwerpbegroting 2011, maar op de mutaties ten opzichte van deze ontwerpbegroting. De terugkoppeling over het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsprioriteiten, zal centraal staan in de financiële verantwoording over 2011.
De indeling van deze suppletoire begroting is als volgt. Paragraaf 1 start met het beschrijven van de beleidsmutaties. Kort zal worden toegelicht wat de omvang en de reden van de uitgavenmutaties is. Vervolgens wordt in paragraaf 2 («het beleidsartikel»), ingegaan op de «budgettaire gevolgen van beleid». Deze paragraaf geeft inzicht in de integrale uitgaven die samenhangen met de hoofdbeleidsdoelstelling. Hierin worden de veranderingen op artikelonderdeel-niveau belicht. Tot slot, in paragraaf 3 en 4, een overzicht van de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen.
Overzicht uitgavenmutaties:
In de onderstaande overzichtstabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zich in de periode vanaf de ontwerpbegroting 2011 tot en met de eerste suppletoire begroting 2011 hebben voorgedaan in de uitgaven. De weergegeven mutaties (€ 35 144 000 in totaliteit) worden onder de tabel afzonderlijk toegelicht.
2011 |
||
---|---|---|
Stand uitgavenbedrag ontwerpbegroting 2011 |
1 142 512 |
|
Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: |
||
1) |
Bodemsanering (decentralisatie-uitkering) |
– 1271 |
2a) |
Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2010 |
1 |
2b) |
Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2010 |
– 12 |
2c) |
Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2010 |
– 199 |
3) |
Regio specifiek pakket Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering) |
15 884 |
4) |
Electrisch varen (decentralisatie-uitkering) |
175 |
5) |
Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (decentralisatie-uitkering) |
900 |
6) |
Pieken in de Delta (decentralisatie-uitkering) |
19 666 |
Totaal nieuwe mutaties |
35 144 |
|
Stand 1ste suppletoire begroting 2011 |
1 177 656 |
Toelichting op de beleidsmutaties:
1) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)
Met ingang van 1 januari 2010 is een deel van het bodemsaneringsbudget uitgekeerd aan provincies via de decentralisatie-uitkering Bodemsanering in het provinciefonds.
a) Het «Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties» wordt in de periode 2010 tot en met 2014 in uitvoer gebracht door een uitvoeringsprogramma. De projectmiddelen van het uitvoeringsprogramma worden voor de jaren 2010 en 2011 door de gemeenten en provincies gedragen. De totale projectmiddelen van het uitvoeringsprogramma worden dan ook op basis van de verdeelsleutel «Apparaatskostenvergoeding» op de originele budgetverdeling in mindering gebracht. Het betreft een totaalbedrag voor de provincies van € 425 000. € 157 000 in 2010 en € 268 000 in 2011.
b) Naast deze «uitnames» zijn er een drietal bedragen gestort voor het oplossen van knelpunten in Noord Holland ten aanzien van LNV-beleidsgronden (€ 400 000 in 2010), in Overijssel (€ 800 000 in 2012) en in Noord-Brabant (€ 3 miljoen in 2010).
c) Ook is het «kasritme» voor Overijssel (€ 5 miljoen van 2010 naar 2012), Gelderland (€ 2,5 miljoen van 2010 naar 2012) en Noord-Brabant (in totaal € 12 miljoen van 2011 t/m 2014 naar 2010) aangepast op verzoek van het ministerie van I&M.
2a t/m c) Wijziging betalingsverloop algemene uitkering, integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen 2010
Bij Voorlopige Rekening is vastgesteld hoe de in 2010 gerealiseerde uitbetalingen voor de algemene-uitkering (AU), en integratie-uitkeringen (IU) en decentralisatie-uitkeringen (DU) aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2e suppletoire begroting 2010 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er in totaal hogere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2010 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 199 000 (positief) voor de algemene uitkering, € – 1 000 (negatief) voor de integratie-uitkeringen en € 12 000 (positief) voor de decentralisatie-uitkeringen. Voor een verklaring van deze verschillen wordt verwezen naar de slotwet van het provinciefonds (Kamerstukken II 2010–2011, 32 710 C, Nrs. 3 en 4). Bij Voorjaarsnota 2011 zullen de algemene uitkering met € – 199 000 neerwaarts, de integratie-uitkeringen met € 1 000 opwaarts en de decentralisatie-uitkeringen met € – 12 000 neerwaarts worden bijgesteld.
3) Regio specifiek pakket Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)
In juni 2008 is het Convenant Regiospecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn ondertekend door voorheen Verkeer en Waterstaat, de Stuurgroep Zuiderzeelijn en de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Flevoland. De projecten uit het RSP richten zich op versterking van de ruimtelijke en economische structuur in Noord-Nederland en het verbeteren van de bereikbaarheid van deze regio, via openbaar vervoer en weg. De gelden voor de RSP onderdelen Ruimtelijk- economisch Programma en Concrete bereikbaarheidsprojecten worden uitgekeerd middels een decentralisatie-uitkering van in 2011 € 15,884 miljoen.
4) Elektrisch varen (decentralisatie-uitkering)
Voor de stimuleringsregeling (om)bouw elektronische voertuigen ontvangt de provincie Friesland in het kader van de proeftuin elektrisch varen via een decentralisatie-uitkering uit het provinciefonds € 175 000.
5) Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (decentralisatie-uitkering)
Ter ondersteuning van het proces om te komen tot zeer energiezuinige nieuwbouw in Noord-Nederland (de zogeheten koplopergebieden) ontvangt de provincie Groningen € 0,9 miljoen via een decentralisatie-uitkering uit het provinciefonds.
6) Pieken in de delta (decentralisatie-uitkering)
Voor het programma Pieken in de Delta waarbij bedrijven, kennisinstellingen en samenwerkingsverbanden subsidie kunnen krijgen bij projecten voor ontwikkeling en toepassing van hoogwaardige kennis, wordt in het overbruggingsjaar 2011 eenmalig € 19,666 miljoen toegevoegd aan het provinciefonds voor Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zeeland, Groningen en Zuid-Holland.
In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.
Stand ontwerp-begroting 2011 |
Mutaties 1ste suppletoire begroting 2011 |
Stand 1ste suppletoire begroting 2011 |
Mutatie 2012 |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3)=(1+2) |
|||||||
Verplichtingen |
1 142 512 |
35 354 |
1 177 866 |
– 904 |
– 1 003 |
– 1 003 |
0 |
0 |
|
Uitgaven: |
1 142 512 |
35 144 |
1 177 656 |
– 904 |
– 1 003 |
– 1 003 |
0 |
0 |
|
Apparaatsuitgaven |
|||||||||
1. |
Kosten Financiële- verhoudingswet |
100 |
0 |
100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Programma-uitgaven |
|||||||||
1. |
Algemene uitkering c.a. |
726 846 |
– 199 |
726 647 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2. |
Integratie-uitkeringen |
42 202 |
1 |
42 203 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3. |
Decentralisatie-uitkeringen |
373 364 |
35 342 |
408 706 |
– 904 |
– 1 003 |
– 1 003 |
0 |
0 |
Ontvangsten: |
1 142 512 |
35 144 |
1 177 656 |
– 904 |
– 1 003 |
– 1 003 |
0 |
0 |
Toelichting
Mutaties 1ste suppletoire begroting
Verplichtingen
In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen van het provinciefonds voor het jaar 2011 met € 35 354 000 te verhogen en te brengen op € 1 177 866 000. De mutaties worden hieronder in tabel B3 opgesomd. De toelichting bij de mutaties die onderdeel vormen van het totaalbedrag dat in deze tabel is vermeld is reeds gegeven in § 1.
Stand verplichtingenbedrag ontwerpbegroting 2011 |
1 142 512 |
|
---|---|---|
Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: |
||
Bodemsanering (decentralisatie-uitkering) |
– 1 271 |
|
Regio specifiek pakket Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering) |
15 884 |
|
Electrisch varen (decentralisatie-uitkering) |
175 |
|
Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (decentralisatie-uitkering) |
900 |
|
Pieken in de Delta (decentralisatie-uitkering) |
19 666 |
|
Totaal nieuwe mutaties: |
35 354 |
Stand verplichtingenbedrag bij 1ste suppletoire begroting 2011 |
1 177 866 |
---|---|
Waarvan verplichtingenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet |
100 |
Waarvan verplichtingenbedrag algemene uitkering |
726 846 |
Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkeringen |
42 202 |
Waarvan verplichtingenbedrag decentralisatie-uitkeringen |
408 718 |
Het verplichtingenbedrag voor de algemene uitkeringen, zoals opgenomen in artikel 3 van dit wetsvoorstel, is € 726 846 000. Dit bedrag is het verschil tussen het verplichtingenbedrag provinciefonds van € 1 177 866 000 en de som van het verplichtingenbedrag voor de integratie-uitkeringen van € 42 202 000, de decentralisatie-uitkeringen van € 408 718 000 en de apparaatskosten van € 100 000.
Uitgaven
In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de uitgaven van het provinciefonds met € 35 144 000 te verhogen en te brengen op € 1 177 656 000. De mutaties worden in tabel B4 opgesomd. De mutaties die plaatsvinden met betrekking tot de verplichtingen zijn ook van toepassing op de uitgaven. Er zijn echter nog drie mutaties, die wel effect hebben op het uitgavenbedrag 2011, maar niet op het verplichtingenbedrag 2011. Het gaat om de «wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2010», «wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2009» en «wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2010». De toelichting bij de mutaties die onderdeel vormen van het totaalbedrag dat in deze tabel is vermeld is reeds gegeven in § 1.
Stand uitgavenbedrag ontwerpbegroting 2011 |
1 142 512 |
|
---|---|---|
Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: |
||
Saldo mutaties in de verplichtingen (verplichtingen=uitgaven) (zie tabel B3) |
35 354 |
|
Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2010 |
1 |
|
Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2010 |
– 12 |
|
Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2010 |
– 199 |
|
Totaal nieuwe mutaties: |
35 144 |
Stand uitgavenbedrag bij 1ste suppletoire begroting 2011 |
1 177 656 |
---|---|
Waarvan uitgavenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet |
100 |
Waarvan uitgavenbedrag algemene uitkering |
726 647 |
Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkeringen |
42 203 |
Waarvan uitgavenbedrag decentralisatie-uitkeringen |
408 706 |
Ontvangsten
Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de ontvangsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het provinciefonds voor 2011 worden de ontvangsten, analoog aan de uitgaven, met € 35 144 000 verhoogd tot € 1 177 656.
In tabel B5 is een overzicht opgenomen van de integratie-uitkeringen.
Omschrijving |
2011 |
---|---|
Integratie-uitkering begroting 2011: |
|
Rivierdijkversterking / hoofdwaterkering |
42 202 |
Subtotaal |
42 202 |
Nog niet eerder opgenomen in een begroting: |
|
Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2010 |
1 |
Subtotaal |
1 |
Totaal: |
42 203 |
In tabel B6 is een overzicht opgenomen van de decentralisatie-uitkeringen.
Omschrijving |
2011 |
---|---|
Decentralisatie-uitkering begroting 2011: |
|
Alle troeven in handen |
92 |
Bedrijventerreinen |
|
Bodemsanering |
57 700 |
Externe veiligheid |
20 000 |
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing |
76 387 |
Muskusrattenbestrijding |
12 469 |
Regeling cultuurparticipatie |
8 123 |
Stimulering lokaal klimaatbeleid (SLOK) |
1 235 |
Uitname provinciefonds |
197 358 |
Subtotaal |
373 364 |
Nog niet eerder opgenomen in een begroting: |
|
Bodemsanering |
– 1271 |
Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2010 |
– 12 |
Regio specifiek pakket Zuiderzeelijn |
15 884 |
Electrisch varen |
175 |
Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving |
900 |
Pieken in de Delta |
19 666 |
Subtotaal |
35 342 |
Totaal: |
408 706 |