Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2011
Gaarne vraag ik uw aandacht voor de behandeling van het nieuwe Nederlandse belastingverdrag met Japan. In mijn brief van 7 oktober jl. (kamerstuk 32 776, nr. 7) heb ik op verzoek van uw Kamer uiteengezet wat de belangrijkste verschillen tussen het huidige en het nieuwe verdrag zijn. In deze brief heb ik u tevens gevraagd mee te werken aan een spoedige afronding zodat het verdrag per 1 januari 2012 in werking kan treden. Hierna licht ik graag kort toe wat dat concreet betekent.
Proces
Het verdrag is in augustus 2010 ondertekend. Na een uitgebreide schriftelijke voorbereiding, waarin ook is ingegaan op alle vragen die in de praktijk leefden, is de goedkeuringswet thans gereed voor plenaire behandeling.
Om het verdrag nog dit jaar af te ronden zou noodzakelijk zijn dat – na voortvarende afhandeling in de Tweede Kamer – ook de Eerste Kamer met het wetsvoorstel instemt en wel uiterlijk medio november 2011. Na die instemming zijn immers nog enkele formele afrondende stappen nodig in Japan en Nederland en het verdrag bevat een 30-dagen termijn voor inwerkingtreding nadat die formele stappen zijn afgerond.
Belang
Japan is een grote en langdurige handelspartner van Nederland. Dit verdrag behoort daarom tot de belangrijkste verdragen die de laatste paar jaar tot stand zijn gebracht. Herhaaldelijk en met grote stelligheid wordt bij mij op inwerkingtreding eind dit jaar aangedrongen, zowel van Nederlandse als van Japanse zijde. Het is een technisch gedetailleerd en uitgebreid verdrag. Dat past bij een dergelijke belangrijke handelspartner. Natuurlijk zitten er dus discussiepunten in. Zowel het Nederlandse en Japanse bedrijfsleven zijn er echter per saldo van overtuigd dat het verdrag het wederzijdse vestigingsklimaat zal versterken. Zeker in deze tijden is een dergelijke stimulans meer dan welkom. Nederland blijft graag richting Japan uitstralen dat het de ideale basis is om Europese activiteiten te coördineren.
Verzoek en aanbod
In het licht van het voorgaande wil ik u bij deze in overweging geven mee te werken aan een spoedige afronding van de behandeling van de goedkeuringswet zodat juist dit belangrijke verdrag zo spoedig mogelijk kan worden geratificeerd. Ik heb begrepen dat de behandeling van het verdrag, na het eerdere uitstel, is voorzien in de week van 24 oktober a.s. Ik zou u willen verzoeken dit verdrag in deze week ook daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Mocht u van mening zijn dat aanvullende informatie nodig is om plenaire behandeling mogelijk te maken, dan zijn mijn ambtenaren graag bereid een technische briefing te verzorgen of op andere wijze een bijdrage te leveren aan de voortgang van de ratificatie van het verdrag.
De staatssecretaris van Financiën
F. H. H. Weekers