Vastgesteld 9 juni 2011
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu1 heeft over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2010 van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Kamerstuk 32 710 XII, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.
Deze vragen, alsmede de daarop 9 juni 2011 gegeven antwoorden, zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Snijder-Hazelhoff
Adjunct-griffier van de commissie,
Israel
Vraag 1 en 2
Rijkswaterstaat heeft het beheer van contracten nog steeds niet op orde, er is nu al een aantal jaren op rij sprake van onvolkomenheden. Is de noodzaak van het op orde krijgen bij Rijkswaterstaat niet doorgedrongen? Zijn er geen, onvoldoende of de verkeerde maatregelen genomen?
Is er zicht op een goed contractbeheer in 2010? Zo nee, waarom niet en wanneer zal het wel op orde zijn? Hoe groot is het financiële risico dat het Rijk hierdoor loopt?
De onvolkomenheid die de Algemene Rekenkamer al een aantal jaren bij het beheer van contracten constateert, betreft alleen prestatiecontracten met aannemers voor onderhoudswerkzaamheden bij (water)wegen. Evenals in voorgaande jaren blijkt uit tussentijdse controles dat het beheer van de prestatiecontracten onvoldoende is. Inspecteurs van Rijkswaterstaat (RWS) registreren lang niet altijd of aannemers voldoende onderhoudswerkzaamheden verrichten. Dit toezicht moet echter wel altijd traceerbaar en navolgbaar worden vastgelegd. De afwikkeling van tekortkomingen is anders moeilijk te volgen. Bovendien bestaat er dan onzekerheid over de rechtmatigheid van uitgaven, oftewel: voeren de aannemers alle onderhoudswerkzaamheden uit waarvoor RWS hen betaalt?
Pas nadat RWS in de loop van een jaar aanvullende maatregelen doorvoert en er meer managementaandacht is, verbetert het beheer. Maar het lukt RWS niet om de verbeteringen die aan het einde van het jaar zijn bereikt, in het daaropvolgende jaar vast te houden.
In 2010 heeft RWS de tekortkomingsprocedure bovendien vereenvoudigd: inspecteurs mogen hun bevindingen direct met de aannemer afwikkelen. Zo is moeilijk te volgen hoe RWS tekortkomingen afwikkelt, waardoor de onzekerheid over de rechtmatigheid van een deel van de uitgaven blijft bestaan.
RWS verwacht de geconstateerde problemen in het beheer van contracten grotendeels te kunnen oplossen door aflopende prestatiecontracten te vervangen door nieuwe contracten. Hierbij beheert RWS contracten op basis van het kwaliteitssysteem van de aannemer, die daarmee aannemelijk moet maken dat hij de werkzaamheden volgens afspraak heeft verricht. De rol van de inspecteurs van RWS wordt daardoor minder belangrijk. Dit is de methode van systeemgerichte contractbeheersing. Het is ook bij een systeemgerichte contractbeheersing van wezenlijk belang dat betrokkenen controles en de resultaten daarvan adequaat vastleggen.
Het financieel belang van de prestatiecontracten «oude stijl» neemt door de overgang naar de nieuwe contractvorm af: van € 72 miljoen in 2010, € 45 miljoen in 2011, € 20 miljoen in 2012. De minister heeft overigens de voorwaarde gesteld dat de betreffende diensten de beheersing van de prestatiecontracten «oude stijl» goed moeten hebben gewaarborgd.
Vraag 3
Om hoeveel gevallen, waar de afkoop van verlofuren boven een bedrag van € 10 000 uitkwam en essentiële onderbouwende stukken ontbraken, gaat het? Kan daarbij per geval worden aangegeven wat precies de bedragen waren?
Het gaat om in totaal elf gevallen: vier bij het voormalige Ministerie van VROM en zeven bij het voormalige Ministerie van VenW. Bij beide ministeries lagen de bedragen per persoon tussen de € 10 000 en € 30 000.
Vraag 4
Om welke tien gevallen waar de Europese aanbestedingsregels niet zijn nageleefd gaat het? Kan daarbij de circa 2,8 mln worden gesplitst?
Onderstaande tabel geeft aan in welke gevallen de Europese aanbestedingsregels niet zijn nageleefd.
Post |
Begrotingsartikel / aanbestedende dienst |
Omvang in euro’s |
Toelichting |
---|---|---|---|
1 |
XII – 32 / Directoraat-generaal Mobiliteit |
212 335 |
Niet Europees aanbesteed. |
2 |
XII – 33 / Directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken |
155 295 |
Verzuimd formeel beroep te doen op artikel 13 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO). |
3 |
XII – 34 / Directoraat-generaal Mobiliteit |
1 019 334 |
Ten onrechte aangemerkt als 2B-dienst. Voor 2B-diensten geldt een beperkt aanbestedingsregime. |
4 |
XII – 41 / Shared Services Organisatie |
35 978 |
Onrechtmatig verlengd. |
5 |
XII – 41 / Shared Services Organisatie |
210 392 |
Geen minicompetitie (tussen opdrachtnemers in de raamovereenkomst, die aan de specifieke afroep kunnen voldoen). |
6 |
XII – 41 / Shared Services Organisatie |
252 343 |
Geen minicompetitie. |
7 |
XII – 41 / Bestuursdepartement |
250 000 |
Onrechtmatig verlengd. |
8 |
Inspectie Verkeer en Waterstaat |
119 524 |
Aanbestedingsvoorwaarden raamovereenkomst niet toegepast. |
9 |
Inspectie Verkeer en Waterstaat |
152 844 |
Aanbestedingsvoorwaarden raamovereenkomst niet toegepast. |
10 |
Directoraat-generaal Rijkswaterstaat |
367 237 |
Onrechtmatig verlengd. |
Totaal |
2 775 282 |