Vastgesteld 9 juni 2011
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu1 heeft over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2010 van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en begrotingsstaat van het Waddenfonds (Kamerstuk 32 710 XI, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.
Deze vragen, alsmede de daarop 8 juni 2011 gegeven antwoorden, zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Snijder-Hazelhoff
Adjunct-griffier van de commissie,
Israel
1
Waarom heeft het ministerie van VROM in 2010 niet alle benodigde stappen genomen om het financiële beheer te verbeteren?
Een beperkt aantal voorgenomen, in het kader van het samengaan van VenW en VROM, minder relevante stappen zijn niet uitgevoerd zodat prioriteit gegeven kon worden aan de ontvlechting zoals de update van de kennisbank.
2
Is de verwachting dat vanwege de samenvoeging van de ministeries VROM en V&W de problemen op het gebied van personeelsbeheer en betaalprocedures bij inkoop wegvallen? Zo ja, waarom?
Ja. De aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer worden betrokken bij de harmonisatie van de procedures binnen het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
3
In eerdere besprekingen werd geconstateerd dat er ook een cultuuromslag nodig was binnen het ministerie. Wat is uw oordeel over het feit dat de controle op het departement onder de maat was?
De conclusies van de Algemene Rekenkamer zijn voor mij aanleiding om de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer te betrekken bij de harmonisatie van de procedures binnen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.