Vastgesteld 16 juni 2011
De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van de Slotwet van het Ministerie van Financiën 2010 , heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Dezentjé Hamming-Bleumink
Griffier van de commissie,
Berck
1
In de verticale toelichting is te lezen dat de in 2010 voorziene uitgaven van de Belastingdienst, waaronder middelen in het kader van complexiteitsreductie, niet zijn gerealiseerd en middels een kasschuif zijn doorgeschoven naar 2012–2014. Waarom zijn deze middelen niet tot besteding gekomen? Wat is de reden waarom deze middelen alsnog worden doorgeschoven naar opvolgende jaren?
Bij brief van 14 mei 2009 – Kamerstukken II, 2008–2009, 31 066, nr. 71 – heeft de staatssecretaris van Financiën de resultaten van de in 2009 uitgevoerde doorlichting van de IV-keten aan de Kamer aangeboden. Op basis van de uitkomsten van deze doorlichting, is besloten tot het verlagen van de ambities voor technologische vernieuwing. Het is de bedoeling om delen van de oorspronkelijke doelstellingen van het programma Complexiteitsreductie de komende jaren alsnog te realiseren.
2
In de verticale toelichting is te lezen dat taakstelling dividend niet ingevuld kon worden door tegenvallende frequentieveilingopbrengsten. Hoe is de taakstelling alsnog ingevuld?
Taakstelling dividend is opgelost binnen het totaal aan mee- en tegenvallers op de financiën begroting. Het saldo van de mee- en tegenvallers op de fin begroting bedroeg +797,6 mln.
3
Waarom is een deel van de middelen in het kader van de tweede herkapitalisatie ABN AMRO (302 mln euro) doorgeschoven van 2010 naar 2011, zoals beschreven in de verticale toelichting?
In het kapitaalplan was een bedrag van € 740 mln gereserveerd voor de verrekening «RFS». In 2010 heeft een gedeelte van deze verrekening plaatsgevonden. Het was de verwachting dat het restant – de € 302 mln – nog in 2011 zou worden verrekend, daarom zijn deze middelen doorgeschoven van 2010 naar 2011. Aangezien de Z-share voor 100% gekapitaliseerd is, worden de geraamde middelen niet meer uitgegeven. Hierover bent u via de 1ste suppletore begroting geïnformeerd.