Vastgesteld 16 juni 2011
De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van de Slotwet van Nationale Schuld 2010, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Dezentjé Hamming-Bleumink
Griffier van de commissie,
Berck
1
De gerealiseerde uitgavenstand is lager dan in de ontwerpbegroting is geraamd, onder andere als gevolg van rentemeevallers. Voor welke tegenvallers binnen de rijksbegroting zijn deze meevallers ingezet?
De rente-uitgaven zijn niet relevant voor het uitgavenkader. De meevallers zijn dan ook niet ingezet ter dekking van tegenvallers. Wijzigingen ten opzichte van de raming bij ontwerpbegroting werken rechtstreeks door op EMU-saldo en -schuld. In dit geval gaat er dus een positief effect vanuit op zowel EMU-saldo als -schuld.
2
Waarom zijn aan baten-lastendiensten voor ruim 300 miljoen euro meer leningen verstrekt dan geraamd? Om welke baten-lastendiensten gaat het?
Bij de Najaarsnota is nog niet exact bekend hoeveel de baten-lasten diensten gaan lenen. Daarom wordt een raming gemaakt op basis van de leenplafonds en de administratie van de al afgesloten leningen. Afwijkingen van de raming kunnen ontstaan, omdat leenplafonds aan het eind van het jaar worden aangepast of omdat de benutting van de leenplafonds meer of minder is dan geraamd. De ramingen worden alleen voor het totaal gemaakt. Er worden geen ramingen op het individuele niveau van de baten-lasten diensten gemaakt.