Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner
Onderstaand worden (relatief) omvangrijke slotwetmutaties per artikel toegelicht.
Artikel 1. Raad van State
De onderuitputting aan zowel de uitgaven en verplichtingen wordt veroorzaakt door vacatureruimte en het niet uitputten van projectbudgetten die in 2011 tot betaling zullen leiden.
De meerontvangsten worden verklaard door de grote hoeveelheid medewerkers die gedetacheerd vanuit de Raad. De ontvangende organisaties betalen hiervoor een vergoeding.
Artikel 3. de Nationale ombudsman
De overschrijding bij de verplichtingen wordt veroorzaakt door verplichtingen die zijn aangegaan in 2010 maar pas in 2011 tot betaling komen.
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
De onderuitputting bij de verplichtingen wordt onder meer veroorzaakt door het niet aangaan van verplichtingen voor kleine uitgaven op decoraties.
Artikel 5. Kabinet Gouverneur van de Nederlandse Antillen
De onderuitputting aan zowel de uitgaven en verplichtingen wordt veroorzaakt door vertraging van de nieuwbouw van het kantoor van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten.