Kamerstuk 32710-IIB-2

Rapport bij het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (IIB)

Dossier: Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 2010

Gepubliceerd: 18 mei 2011
Indiener(s): Stuiveling
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32710-IIB-2.html
ID: 32710-IIB-2

Nr. 2 RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2010 VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN (IIB)

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 18 mei 2011

Hierbij bieden wij u aan het op 6 mei 2011 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2010 van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (IIB)».

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

dr. Ellen M.A. van Schoten RA,

secretaris

INHOUD

  

Pag.

   

Samenvatting

5

   

1

Inleiding

6

1.1

Over dit onderzoek

6

1.2

Onderzoek naar de bedrijfsvoering

7

1.3

Over de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

7

   

2

Oordelen over het jaarverslag

9

2.1

Oordeel over de financiële informatie

9

2.2

Oordeel over saldibalans en toelichting

9

2.3

Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering

10

2.4

Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid

10

2.5

Overzicht per begrotingsartikel

11

   

3

Bedrijfsvoering

12

3.1

Oordeel financieel beheer en materieelbeheer

12

3.2

Personeelsuitgaven

12

3.3

Overzicht bedrijfsvoering

13

   

4

Reactie minister van BZK

15

   

Bijlage

Overzicht fouten en onzekerheden in de financiële informatie in het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (IIB)

16

  

Gebruikte afkortingen

22

  

Literatuur

23

SAMENVATTING

In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek 2010 bij de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB).

Wij hebben onderzocht of de informatie in het jaarverslag over het gevoerde beleid en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in de jaarverslagen.

De belangrijkste uitkomsten van ons onderzoek naar het Jaarverslag 2010 van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Kabinet van de Gouverneur van Aruba zijn:

  • De financiële informatie is over het algemeen op orde. Wij hebben geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden.

  • De informatie over de saldibalans voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt.

  • De informatie over de bedrijfsvoering is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

  • De onderzochte informatie over het gevoerde beleid is ook op deugdelijke wijze tot stand gekomen, maar voldoet niet geheel aan de verslaggevingsvoorschriften.

De minister van BZK heeft op 28 april 2011 gereageerd op ons rapport en heeft laten weten geen aanleiding te zien tot een nadere inhoudelijke reactie. Gezien de eigen verantwoordelijkheid van de colleges zal hij in het bijzonder de aandachtspunten onder de aandacht brengen van de colleges.

1 INLEIDING

In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek 2010 bij de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB), in het vervolg de «overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten» genoemd. 1

Hieronder gaan we eerst in op onze onderzoeksaanpak en wijze van rapporteren. Daarna volgt een korte beschrijving van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten.

In hoofdstuk 2 presenteren wij de oordelen over het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten.

In hoofdstuk 3 staat de bedrijfsvoering van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten centraal.

Het jaarverslag van de overige Hoge Colleges en Kabinetten is vastgesteld door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

In hoofdstuk 4 ten slotte, staat de reactie op dit onderzoek van de minister van BZK.

1.1 Over dit onderzoek

De Algemene Rekenkamer verricht jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij het Rijk. Wij doen dit onderzoek uit hoofde van onze wettelijke taak zoals beschreven in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001).

Wij gaan ieder jaar na of de informatie in de jaarverslagen over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in de jaarverslagen.

Daarnaast onderzoeken we ook de bedrijfsvoering zelf. Hiervoor gaan we onder andere na of het financieel beheer en het materieelbeheer voldoen aan de eisen die de CW 2001 (artikel 82) stelt.

In ons rapport bij het jaarverslag melden we de rechtmatigheidsfouten en onzekerheden in de financiële informatie die de tolerantiegrenzen overschrijden.

Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand gekomen is (dat wil zeggen: het begrotingsgeld is niet volgens de regels ontvangen of uitgegeven), of die niet deugdelijk is weergegeven (dat wil zeggen: er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag).

Van «onzekerheden» spreken we wanneer we, bijvoorbeeld door onvolkomenheden in het financieel beheer, niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.

Op www.rekenkamer.nl kunt u meer lezen over hoe onze rapporten bij de jaarverslagen tot stand komen.

1.2 Onderzoek naar de bedrijfsvoering

Volgens de CW 2001 (artikel 82) doet de Algemene Rekenkamer ook onderzoek naar de bedrijfsvoering. In hoofdstuk 3 geven we een oordeel over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties. Ook beschrijven we in dit hoofdstuk de geconstateerde onvolkomenheden in de overige bedrijfsprocessen die belangrijk zijn voor het functioneren van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten en we doen waar nodig aanbevelingen.

1.3 Over de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

Wij rapporteren over de resultaten van ons onderzoek per jaarverslag. Dit rapport gaat over het jaarverslag van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten. De taken van deze Hoge Colleges van Staat en Kabinetten zijn als volgt:

  • Raad van State: adviseert regering en parlement over wetgeving en spreekt in hoogste instantie recht in bestuursrechtelijke geschillen.

  • Algemene Rekenkamer: controleert of het Rijk en daarmee verbonden organen geld ontvangen en uitgeven en beleid uitvoeren zoals de bedoeling was.

  • Nationale ombudsman: onderzoekt het gedrag van de overheid ten opzichte van de burger.

  • Kanselarij der Nederlandse Orden: bepaalt welke burgers een Koninklijke onderscheiding ontvangen en zorgt voor het beheer van de versierselen.

  • Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen: ondersteunt de gouverneur bij de uitvoering van zijn taak als hoofd van de regering van de Nederlandse Antillen.

  • Kabinet van de Gouverneur van Aruba: ondersteunt de gouverneur bij de uitvoering van zijn taak als hoofd van de regering van Aruba.

Het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen is met ingang van 10 oktober 2010 opgeheven. Sinds de staatkundige veranderingen zijn er per die datum naast het Kabinet van de Gouverneur van Aruba twee nieuwe kabinetten, te weten het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn Nederlandse openbare lichamen geworden.

De ambtelijke organisatie van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten omvat de volgende fte’s:

Omschrijving

fte

Raad van State

571

Algemene Rekenkamer

277

Nationale ombudsman

145

Kanselarij der Nederlandse Orden

21

Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en Kabinet van de Gouverneur van Aruba

13

De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten in 2010 zijn in de volgende tabel weergegeven (bedragen x € 1 miljoen):

Omschrijving

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Raad van State

59,8

58,9

3,0

Algemene Rekenkamer

29,9

30,0

0,9

Nationale ombudsman

15,2

14,7

0,1

Kanselarij der Nederlandse Orden

3,8

4,3

0,1

Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

4,4

4,4

0,4

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

1,9

1,9

0,2

Totaal

115,0

114,2

4,7

2 OORDELEN OVER HET JAARVERSLAG

De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten beoordeeld. Wij hebben onderzocht of zij het begrotingsgeld volgens de regels hebben ontvangen en uitgegeven en of zij daarover in het jaarverslag goed verantwoording hebben afgelegd.

Verder hebben we onderzocht of de informatie in het jaarverslag over de bedrijfsvoering en over het gevoerde beleid, deugdelijk tot stand is gekomen en voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitsnormen.

In dit hoofdstuk lichten wij ons oordeel over het jaarverslag toe. Dit oordeel bestaat uit deeloordelen over:

  • de financiële informatie (§ 2.1);

  • de saldibalans (§ 2.2);

  • de totstandkoming van de informatie over de bedrijfsvoering (§ 2.3);

  • de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid (§ 2.4).

In § 2.5 geven we een overzicht van de fouten en onzekerheden per begrotingsartikel.

2.1 Oordeel over de financiële informatie

Oordeel

De financiële informatie in het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij bij de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

Het totaalbedrag van alle geconstateerde fouten en onzekerheden blijft onder de tolerantiegrens voor de financiële informatie in het jaarverslag als geheel.

Het bedrag aan verplichtingen en uitgaven omvat in totaal € 1,0 miljoen, respectievelijk € 0,4 miljoen aan overschrijdingen op de begrotingsartikelen 1 en 3. Gaan de Staten-Generaal niet akkoord met de hiermee samenhangende slotwetmutaties, dan moeten wij ons oordeel over de financiële informatie mogelijk herzien.

Naleving Europese aanbestedingsregels

Wij zijn nagegaan in hoeverre de overige Hoge Colleges van Staat de Europese aanbestedingsregels naleven. Wij hebben vastgesteld dat bij de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten in vier gevallen met een totaalbedrag van € 1,0 miljoen deze regels niet zijn nageleefd.

2.2 Oordeel over saldibalans en toelichting

De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op deze balans.

Wij onderzoeken of de informatie op de saldibalans rechtmatig tot stand is gekomen, deugdelijk is weergegeven en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij bij de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

In 2010 is bij de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten voor een bedrag van € 0,05 miljoen aan openstaande voorschotten afgerekend.

Wij zijn van oordeel dat de afgerekende voorschotten voldoen aan de gestelde eisen.

Wij hebben geen fouten en onzekerheden aangetroffen in de saldibalans in dit jaarverslag.

2.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag verantwoordt de minister zich over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering (of het begrotingsgeld volgens de regels is uitgegeven) en over de totstandkoming van de beleidsinformatie.

Wij onderzoeken of deze informatie op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2010 van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

2.4 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid

Voor ons oordeel over de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid hebben wij dit jaar het prestatiegegeven «Klachten in onderzoek genomen en waarover rapport is uitgebracht» van de Nationale ombudsman onderzocht.

Oordeel

Op grond van ons onderzoek hebben we vastgesteld dat de onderzochte informatie over het gevoerde beleid op deugdelijke wijze tot stand is gekomen.

Het jaarverslag van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten voldoet niet geheel aan de verslaggevingsvoorschriften. In het jaarverslag wordt geen helder onderscheid gemaakt tussen indicatoren en kengetallen. Dit onderscheid is belangrijk omdat een indicator iets zegt over de mate waarin de overige Hoge Colleges en Kabinetten een beleidsdoelstelling bereiken. Een kengetal geeft alleen achtergrondinformatie bij het beleid en het beleidsterrein.

2.5 Overzicht per begrotingsartikel

Het volgende overzicht toont dat bij geen begrotingsartikel fouten of onzekerheden zijn geconstateerd in de rechtmatigheid of deugdelijke weergave van de inning en besteding van de middelen die de tolerantiegrenzen overschrijden. Daarnaast toont het overzicht dat er geen onvolkomenheden in de bedrijfsvoering zijn geconstateerd bij de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten die gevolgen kunnen hebben voor de begrotingsartikelen van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten, bijvoorbeeld op het gebied van rechtmatigheid en betrouwbaarheid van gegevens.

Voor een toelichting op het overzicht en op de gehanteerde criteria en ordeningsprincipes verwijzen wij naar onze website: www.rekenkamer.nl.

3 BEDRIJFSVOERING

Wij hebben de bedrijfsvoering van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten onderzocht. Onder de bedrijfsvoering vallen alle bedrijfsprocessen die ervoor zorgen dat de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten functioneren, zoals het financieel beheer en het materieelbeheer en de processen op het gebied van personeel, informatievoorziening, administratie, communicatie en huisvesting.

In dit hoofdstuk geven we ons oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer en gaan we in op eventuele onvolkomenheden die we daarin hebben aangetroffen (§ 3.1). Dit jaar hebben we extra aandacht besteed aan de personeelsuitgaven bij de Algemene Rekenkamer. In § 3.2 doen we daar verslag van en in § 3.3 geven we schematisch een overzicht van de bedrijfsvoering.

3.1 Oordeel financieel beheer en materieelbeheer

Het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties moeten op grond van de CW 2001 voldoen aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid.

Oordeel

De onderzochte onderdelen van het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten voldeden in 2010 aan de in de CW 2001 gestelde eisen.

Wij hebben over 2010 geen onvolkomenheden aangetroffen in het financieel beheer en het materieelbeheer.

3.2 Personeelsuitgaven

Onderwerp van het deelonderzoek

Het onderwerp van ons rijksbrede deelonderzoek naar het personeelsbeheer was de betrouwbaarheid van de personeels- en salarisadministratie van zowel de organisaties die volledig gebruikmaken van de P-Direktdienstverlening 2 als de organisaties die daar (nog) niet volledig op aangesloten zijn en alleen gebruikmaken van de salarisverwerking, alsook de organisaties met een eigen personeels- en salarissysteem. Onze conclusies daarover zijn opgenomen in onze rapporten bij de jaarverslagen van de desbetreffende organisaties en in de Staat van de rijksverantwoording 2010 (Algemene Rekenkamer, 2011).

Van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten zijn de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman en het Kabinet der Nederlandse Orden aangesloten op de P-direktdienstverlening. Bij de Algemene Rekenkamer, die sinds juli 2009 is aangesloten op het zelfbedieningsportaal van P-Direkt, hebben we onderzoek gedaan met gebruikmaking van onderzoek van een openbaar accountantskantoor.

Zoals blijkt uit § 3.1 hebben wij in 2010 geen onvolkomenheden aangetroffen in het personeelsbeheer van de Algemene Rekenkamer. Ook de salarisverwerking was op orde.

In het onderzoek hebben we gekeken naar de opzet van de volgende processen:

  • verlof;

  • schadevergoeding;

  • inconveniënten.

Daarnaast hebben we gekeken naar de werking van de volgende processen:

  • buitengewoon verlof van lange duur zonder behoud van bezoldiging;

  • reis- en verblijfskosten;

  • de afkoop van verlofuren voor meer dan € 10 000;

  • IKAP. 3

Voorts hebben we aandacht besteed aan ontslagmutaties met terugwerkende kracht langer dan drie maanden.

Conclusies

Bij de Algemene Rekenkamer zijn de procedures in opzet voldoende voor een goede uitvoering van de onderzochte processen. Ook blijken ze in de praktijk goed te functioneren. De Algemene Rekenkamer heeft geen specifiek sanctiebeleid voor personeelsprocessen. Het algemene sanctiebeleid, conform het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) artikel 80 tot en met 84, is van toepassing.

3.3 Overzicht bedrijfsvoering

Uit onderstaand overzicht bedrijfsvoering van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten blijkt dat 25 beheerdomeinen 5 relevant zijn voor de bedrijfsvoering.

Aan één van deze in totaal 25 beheerdomeinen hebben wij extra onderzoeksaandacht besteed, namelijk het personeelsbeheer van de Algemene Rekenkamer.

Wij hebben bij geen van de beheerdomeinen een onvolkomenheid geconstateerd.

4 REACTIE MINISTER VAN BZK

De minister van BZK heeft op 28 april 2011 gereageerd op het concept van ons Rapport bij het Jaarverslag 2010 van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (IIB). Hieronder geven wij de integrale tekst van zijn reactie weer. De brief is ook te raadplegen op www.rekenkamer.nl.

«Met belangstelling heb ik kennis genomen van uw concept rapporten bij de Jaarverslagen 2010 van de Staten-Generaal en de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten, dat mij bij brief van 15 april 2011 is aangeboden.

Uw oordeel over de financiële informatie, de saldibalans met toelichting en de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag 2010 van zowel hoofdstuk 2A als hoofdstuk 2B van de Rijksbegroting geeft geen aanleiding tot een nadere inhoudelijke reactie.

Zoals u bekend zijn de Staten-Generaal en de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten op grond van artikel 19, lid 5 van de Comptabiliteitswet (2001) en op basis van de gemaakte beheersafspraken zelf verantwoordelijk voor het (financieel) beheer.

Gelet op deze eigen verantwoordelijkheid van de Colleges zal ik uw rapporten bij het jaarverslag 2010, en in het bijzonder de aandachtspunten, onder de aandacht brengen van de Colleges in het zogenoemde HoCoSta-overleg.»

De reactie van de minister heeft ons geen aanleiding gegeven tot een nawoord.

BIJLAGE OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN IN DE FINANCIËLE INFORMATIE IN HET JAARVERSLAG 2010 VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN (IIB)

Het totale overzicht van fouten en onzekerheden in deze bijlage bestaat uit de volgende tabellen:

  • A Verplichtingen

  • B/C Uitgaven + ontvangsten

  • B Uitgaven

  • C Ontvangsten

  • D Baten-lastendiensten

  • E Saldibalans

  • F Afgerekende voorschotten

We nemen alleen die tabellen (hierboven vet gedrukt) op over de onderdelen waarin we fouten en/of onzekerheden hebben geconstateerd.

A. Verplichtingen (€ x 1 000)

Art. nr.

Omschrijving

Verantwoord bedrag

Fout

 

Onzekerheid

 

Totaal F + O

Tolerantie overschreden?

Onzekerheid over volledigheid

   

Rechtmatigheid

Deugdelijke weergave

Rechtmatigheid

Deugdelijke weergave

   

Beleidsartikelen

1

Raad van State

59 773

311

311

nee

2

Algemene Rekenkamer

29 886

 

3

De Nationale ombudsman

15 169

158

158

nee

4

Kanselarij der Nederlandse Orden

3 795

199

199

nee

5

Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

4 474

 

6

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

1 928

 

          

Niet-beleidsartikelen

10

Nominaal en onvoorzien

 

 

Totaal

115 025

668

 

 

Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden

Art. nr.

Post

 

Fout

 

Totaal individuele fouten

 

0

    
 

Totaal verplichtingen

115 025

 
 

Procentuele fout

0,58%

Tolerantiegrens niet overschreden

 

Procentuele onzekerheid

0,00%

 
B/C. Uitgaven + ontvangsten (€ x 1 000)

Art. nr.

Omschrijving

Verantwoord bedrag 1

Fout

 

Onzekerheid

 

Totaal F + O

Tolerantie overschreden?

Onzekerheid over volledigheid

   

Rechtmatigheid

Deugdelijke weergave

Rechtmatigheid

Deugdelijke weergave

   

Beleidsartikelen

1

Raad van State

61 907

385

31

416

nee

2

Algemene Rekenkamer

30 915

25

32

57

nee

3

De Nationale ombudsman

14 757

12

43

55

nee

4

Kanselarij der Nederlandse Orden

4 422

4

3

7

nee

5

Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

4 831

28

28

nee

6

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

2 092

29

29

nee

          

Niet-beleidsartikelen

10

Nominaal en onvoorzien

 

 

Totaal

118 924

426

166

 

 

(1)

Totaal Uitgaven en Ontvangsten

118 924

Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten

    
 

Procentuele fout

0,36%

Tolerantiegrens niet overschreden

    
 

Procentuele onzekerheid

0,14%

Tolerantiegrens niet overschreden

    
          

(2)

Totaal

118 924

Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten + bijdrage(n) van derden baten-lastendiensten

 
 

Procentuele fout

0,36%

Tolerantiegrens niet overschreden

    
 

Procentuele onzekerheid

0,14%

Tolerantiegrens niet overschreden

    
X Noot
1

Uitsplitsing van het verantwoord bedrag naar uitgaven en ontvangsten vindt plaats in bijlagen B en C

B. Uitgaven (€ x 1 000)

Art. nr.

Omschrijving

Verantwoord bedrag

Fout

 

Onzekerheid

 

Totaal F + O

Tolerantie overschreden?

Onzekerheid over volledigheid

   

Rechtmatigheid

Deugdelijke weergave

Rechtmatigheid

Deugdelijke weergave

   

Beleidsartikelen

1

Raad van State

58 .882

385

31

416

nee

2

Algemene Rekenkamer

29 971

25

32

57

nee

3

De Nationale ombudsman

14 652

12

43

55

nee

4

Kanselarij der Nederlandse Orden

4 328

4

3

7

nee

5

Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

4 428

– 28

28

nee

6

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

1 927

29

29

nee

          

Niet-beleidsartikelen

10

Nominaal en onvoorzien

 

 

Totaal

114 188

426

166

  

Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden

Art. nr.

Post

  

Fout

 

Totaal individuele fouten

  

0

     
 

Totaal uitgaven

114 188

  
 

Procentuele fout

0,37%

Tolerantiegrens niet overschreden

 

Procentuele onzekerheid

0,15%

Tolerantiegrens niet overschreden

GEBRUIKTE AFKORTINGEN

ARAR

Algemeen Rijksambtenarenreglement

BZK

(Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CW 2001

Comptabiliteitswet 2001

IKAP

Individuele keuzen in het arbeidsvoorwaardenpakket

Op www.rekenkamer.nl staat een verklarende woordenlijst met begrippen die veel voorkomen in onze rapporten bij de jaarverslagen.

LITERATUUR

Algemene Rekenkamer (2011). Staat van de rijksverantwoording 2010. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 710, nr. 2. Den Haag: Sdu.