Ontvangen 26 oktober 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel IVC, wordt na onderdeel A, een onderdeel ingevoegd, luidende:
AA
In artikel III, wordt na onderdeel A, een onderdeel ingevoegd, luidende:
AA
Aan artikel 6f, wordt, onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor de huidige tekst, een lid toegevoegd, luidende:
2. Het in uren uitgedrukte tijdsbestek dat door de leerling wordt besteed aan de maatschappelijke stage wordt niet gerekend tot het aantal uren bedoeld in artikel 10, tweede lid; artikel 10b, tweede lid; artikel 10d, tweede lid; artikel 10f, lid 3a; artikel 11c, eerste lid, of artikel 12, vijfde lid, tweede volzin.
II
In artikel IVD, komt onderdeel A, te luiden:
A
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «artikel 6e» vervangen door: artikel 6f.
2. Aan het in te voegen artikel 6f wordt, onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor de huidige tekst, een lid toegevoegd, luidende:
2. Het in uren uitgedrukte tijdsbestek dat door de leerling wordt besteed aan de maatschappelijke stage wordt niet gerekend tot het aantal uren bedoeld in artikel 10, tweede lid; artikel 10b, tweede lid; artikel 10d, tweede lid; artikel 10f, lid 3a; artikel 11c, eerste lid, of artikel 12, vijfde lid, tweede volzin.
Met dit amendement wordt geregeld dat de maatschappelijke stage niet meetelt als onderwijstijd. De indiener is van mening dat de maatschappelijke stage niet ten koste mag gaan van het aantal echte lessen dat scholen voor hun leerlingen moeten organiseren.
Van der Ham