Ontvangen 8 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel III, onderdeel A, wordt in artikel 6f, eerste lid, na «met dien verstande dat het programma» ingevoegd: in de eerste twee leerjaren per leerjaar ten minste 1 040 uren omvat en.
II
In artikel III, onderdeel A, wordt aan artikel 6f, eerste lid, een volzin toegevoegd, luidende: Tot de uren, bedoeld in de eerste volzin, worden tevens gerekend ten hoogste 60 uren, die alleen voor een specifieke groep leerlingen verplicht zijn en worden ingevuld met onderwijsactiviteiten gericht op excellentie, achterstand of ander maatwerk.
III
In artikel IVB, onderdeel A, wordt in artikel 12a, eerste lid, na «met dien verstande dat het programma» ingevoegd: in de eerste twee leerjaren per leerjaar ten minste 1 040 uren omvat en.
IV
In artikel IVB, onderdeel A, wordt aan artikel 12a, eerste lid, een volzin toegevoegd, luidende: Tot de uren, bedoeld in de eerste volzin, worden tevens gerekend ten hoogste 60 uren, die alleen voor een specifieke groep leerlingen verplicht zijn en worden ingevuld met onderwijsactiviteiten gericht op excellentie, achterstand of ander maatwerk.
Met dit amendement handhaaft de indiener de bestaande 1040-urennorm. Hij wil daarmee de geleidelijke teruggang van het aantal lesuren tot staan brengen. Met dit amendement wordt tegelijkertijd meer ruimte geboden om binnen de urennorm onderwijs te verzorgen voor achterstandsleerlingen, excellente leerlingen en andere specifieke groepen leerlingen. In beginsel is dit maatwerkonderwijs toegankelijk voor alle leerlingen.
Door de 1040-urennorm op deze wijze te handhaven kunnen onderwijsachterstanden worden weggewerkt, wat de onderwijskwaliteit ten goede komt.
Beertema