Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat en in de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu als gevolg van de in het kader van het Regeerakkoord doorgevoerde departementale herindelingen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Door middel van deze incidentele begrotingswijziging wordt invulling gegeven aan de departementale beleidsherkavelingen waartoe in het Regeerakkoord is besloten.

Het gaat in dit wetsvoorstel om:

• 1. De overdracht van innovatiemiddelen van IenM naar de begroting van EL&I, waarbij het penvoerderschap van Deltares en NLR overgaat van IenM naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII EL&I). Dit omdat in het Regeerakkoord is afgesproken dat het innovatiebeleid, de coördinatie hiervan en het loket voor innovatiemiddelen worden geconcentreerd bij het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie. In de tabellen «budgettaire gevolgen van beleid» voor de artikelen 35, 40 en 41 is dit verder inzichtelijk gemaakt en toegelicht.

• 2. De (begrotingstechnische) samenvoeging van de oude ministeries van Verkeer en Waterstaat (XII VenW) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI VROM) tot het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII IenM). Dit betreft louter het budgettair neutraal overboeken van de betrokken budgetten tussen de begrotingen. Dit zonder beleidsmatige consequenties en, met het oog op de traceerbaarheid van de herverkaveling, met behoud van de huidige begrotingsstructuur.

• 3. Een verdere herindeling van de begroting van IenM zal indien noodzakelijk op zijn vroegst bij ontwerp-begroting 2012 plaatsvinden. De tabellen «budgettaire gevolgen van beleid» voor de nieuw toegevoegde artikelen 51 tot en met 62 geven een herleidbaar inzicht in de vraag waar het beleid vandaan komt (van welke begroting). Voor een meer uitgebreide toelichting hierbij wordt verwezen naar de incidentele suppletoire begroting van het beleidsafstaande departement (XI VROM).

Dit betreft de overdracht van de innovatiemiddelen NLR van IenM naar de begroting van EL&I. De bedragen gaan netto over, dat wil zeggen gecorrigeerd voor het aandeel in de subsidietaakstelling uit het regeerakkoord.

De bijdragen van EL&I, Defensie en OCW aan NLR zijn afgeboekt onder de ontvangsten op dit artikel en op nul gesteld. Genoemde departementen zullen hun bedragen nu zelf overhevelen naar en/of binnen EL&I.