Kamerstuk 32609-VI-3

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake de incidentele suppletoire begrotingen van Veiligheid en Justitie (VI)

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de incidentele suppletoire begrotingen)

Gepubliceerd: 29 maart 2011
Indiener(s): Raymond de Roon (PVV)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32609-VI-3.html
ID: 32609-VI-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 maart 2011

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De griffier van de commissie,

Nava

1

Welke activiteiten werden precies bekostigd uit de Montfransgelden voor sociale veiligheid voor € 41 mln. per jaar? Welke taken en projecten/activiteiten kunnen gemeenten straks niet meer uitvoeren door het vervallen van de Montfransgelden? Wat zijn hiervan de gevolgen voor de sociale veiligheid?

De Van Montfransgelden worden in 2011 door 40 gemeenten ingezet om de afspraken uit het manifest «Overlast en verloedering» na te komen. Het wegvallen van de Van Montfransmiddelen (als onderdeel van de Leefbaarheids- & Veiligheidsmiddelen) heeft een bezuinigingsopgave tot gevolg van gemiddeld € 1mln. per gemeente. De consequenties variëren sterk per gemeente en laten zich door andere maatregelen van het kabinet (o.a. intensivering veiligheidshuizen) moeilijk in concrete effecten uitdrukken. Het kabinet ondersteunt daarom gemeenten de komende jaren onder meer door het vormgeven van wettelijk instrumentarium, het bevorderen van de lokale en regionale samenwerking (bij voorbeeld in het kader van de veiligheidshuizen) en kennisdeling.

2

Waarom is bij de Raad voor de rechtspraak- gerechten de mutatie in het jaar 2012 € 1,25 mln. en de daarop volgende jaren € -112,5 mln.?

Deze bedragen zijn het saldo van twee maatregelen uit het regeerakkoord, namelijk het beperken van de instroom en het verkorten van de doorlooptijden bij de raad voor de Rechtspraak en het instroombeperkend effect van het kostendekkend maken van de griffierechten.

Bedragen x € 1 000

3

Waaruit bestaan de mutaties van € 1,250 mln. in 2012 ten aanzien van het beperken van de instroom en het verkorten van de doorlooptijden?

Eén van de maatregelen uit het Regeerakkoord op het terrein van Asiel en Immigratie betreft de verkorting van de doorlooptijden in de vreemdelingenketen. Om dit te realiseren heeft de raad voor de rechtspraak € 2,5 mln. structureel nodig voor het zo efficiënt mogelijk plannen van de zittingen binnen de Vreemdelingenkamer. Het bedrag in 2012 is het budget voor een half jaar.

4

Waarom is voor de jaren 2013 tot en met 2015 bedraagt de mutatie met betrekking tot het beperken van de instroom en verkorten van de doorlooptijden € 2,5 mln.? Waaruit bestaat deze verhoging?

Voor het verkorten van de doorlooptijden in de vreemdelingenketen is in 2012 € 1,25 mln. nodig. Dit betreft het budget voor een half jaar en is gebaseerd op het verwachte implementatiemoment. De gereserveerde middelen vanaf 2013 betreffen de middelen die benodigd zijn voor een volledig jaar.

5

Wat worden de tarieven van de griffierechten in 2011? Welke effecten verwacht de regering daarvan op de instroom van zaken? Wat betekent dat vervolgens voor de griffierechten in 2012? Komt de toegang tot de rechter niet in gevaar door een instroombeperkende effect van de kostendekkendheid van de griffierechten? Hoe wordt de toegang tot de rechter gegarandeerd voor on- en minvermogenden?

Er wordt een wetsvoorstel uitgewerkt waarbij goed naar de samenhang met de kabinetsvoornemens wordt gekeken. In april a.s. kan het wetsvoorstel in consultatie bij betrokkenen in de rechtspleging. In dit wetsvoorstel wordt nader ingegaan op de tarieven, de soort zaken, het effect op de instroom en de compensatie voor de middeninkomens en on- en minvermogenden. De rechter blijft voor iedereen toegankelijk. Het voornemen is om in juli 2011 het voorstel aan te bieden aan de Raad van State voor advies. Daaropvolgend wordt naar verwachting in september 2011 het wetsvoorstel aan uw Kamer verstuurd. Pas na aanname van het wetsvoorstel is duidelijk wat de gevolgen zijn voor de griffierechten in 2012.

6

Wat wordt onder «kostendekkende» griffierechten verstaan? Kan de regering een percentage noemen dat wordt nagestreefd? Welke kosten, investeringen blijven er dan voor de Staat?

Het kabinet komt dit voorjaar met een voorstel voor een nieuw, kostendekkend tarievenstelsel voor griffierechten. Het nieuwe stelsel zal leiden tot reële tarieven. Voor de nul-tariefcategorieën (strafrechtzaken, alsmede civiel en bestuursrechtelijke zaken voor jeugd, asielrecht en gedwongen opnamen in een psychiatrisch ziekenhuis) zal geen griffierecht worden geheven. De kosten blijven voor deze categorieën voor de Staat.

De griffierechten zullen op systeemniveau kostendekkend zijn (behoudens waar er sprake is van compensatie voor min- en onvermogenden), niet op het niveau van afzonderlijke zaakscategorieën, want dat levert in bepaalde categorieën excessieve tarieven op.

De kostendekkende griffierechten zullen in de (ICT-)systemen geïmplementeerd moeten worden. Dit zal ongetwijfeld kosten met zich meebrengen. De exacte hoogte is (nog) niet bekend, maar valt in het niet bij de beoogde besparing. Bovendien zijn deze implementatiekosten eenmalig.

7

Wat zijn de gevolgen van de beperking van de instroom voor de griffiekosten, gezien hogere griffierechten leiden tot minder procedures en dus tot nog hogere griffierechten?

Een eerste inschatting van de gevolgen van een nieuw griffierechtenstelsel laat zien dat het aantal zaken met gemiddeld ca. 10% zal teruglopen. Op onderdelen is een grotere vraaguitval niet uit te sluiten. Er wordt een impactanalyse gemaakt om de gevolgen van het nieuwe tarievenmodel in kaart te brengen. Die zal worden betrokken bij het wetsvoorstel. Het nog in te dienen wetsvoorstel zal meer duidelijkheid hierover geven, zie het antwoord bij vraag 5.

8

Zal door een verhoging van het griffierecht een zodanig bedrag extra vrijkomen dat dit bedrag (uiteindelijk € 100 mln.) gebruikt kan worden om de toegang voor on- en minvermogenden te garanderen? Zo ja, klopt het dat de betalende rechtzoekende dan in feite de toegang financieren van de niet-betalende rechtzoekende? Kan inzichtelijk worden gemaakt hoe de flankerende maatregelen zullen worden ingezet?

De totale opbrengst van kostendekkende griffierechten was geschat op € 340 mln. Daarvan is € 100 mln. door het kabinet beschikbaar gesteld om de toegang voor min- en onvermogenden te garanderen, zodat de opbrengst per saldo € 240 mln. zal bedragen. Er worden dus geen hogere griffierechten geheven teneinde de toegang te financieren van de niet-betalende rechtzoekende.

Het nog in te dienen wetsvoorstel zal meer duidelijkheid over de inzet van flankerende maatregelen geven.

9

Kan inzichtelijk worden gemaakt tot welke bedragen de griffierechten voor de verschillende rechtsgangen zullen oplopen: hoe hoog worden de griffierechten voor een kantongerechtprocedure (huur/arbeidsrecht) en wat worden de kosten voor een verzoekschriftprocedure bij de rechtbank (bijvoorbeeld echtscheiding, alimentatie of onderbewindstelling)?

De exacte nieuwe tarieven zijn nog niet bekend, in het nog in te dienen wetsvoorstel komt hier meer duidelijkheid over, zie het antwoord bij vraag 5.

10

Hoe hoog worden de griffierechten in hoger beroep (civiel en belastingzaken)?

De exacte nieuwe tarieven zijn nog niet bekend, in het nog in te dienen wetsvoorstel komt hier meer duidelijkheid over, zie het antwoord bij vraag5.

11

Klopt de stelling van de Raad voor de rechtspraak dat vooral de kleine zelfstandige voor problematisch hoge kosten komt te staan?

De exacte nieuwe tarieven zijn nog niet bekend, in het nog in te dienen wetsvoorstel komt hier meer duidelijkheid over, zie het antwoord bij vraag 5.

12

Zou dat het feit dat de partij die in het ongelijk wordt gesteld, kan worden veroordeeld in de kosten, waaronder de griffierechten van de wederpartij, niet tot disproportioneel hoge kosten kunnen leiden?

Het nog in te dienen wetsvoorstel zal hier nader op in gaan.

13

Zijn er voor het jaar 2011 nog geen mutaties op het budget voor de raden voor rechtsbijstand en de Raad voor de rechtspraak? Zijn de bezuinigingen pas voorzien voor 2012 en later?

Mutaties als gevolg van maatregelen uit het Regeerakkoord hebben voor wat betreft de Raad voor rechtsbijstand en de Raad voor de rechtspraak geen betrekking op het jaar 2011.

De bezuinigingen zijn voorzien vanaf 2012. Vanaf 2014 wordt opnieuw het budget van de rechtsbijstand met € 50 mln. verlaagd. Hierover wordt de Tweede Kamer binnenkort nader geïnformeerd.

14

Waarom levert de mogelijkheid om zonder tussenkomst van een advocaat een echtscheiding aan te kunnen vragen een bezuiniging op de rechtsbijstand op? Hoeveel?

Aangezien nu nog een echtscheiding door de rechter wordt uitgesproken en er sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging wordt voor on- en minvermogenden gesubsidieerde rechtsbijstand verleend. De mogelijkheid om te scheiden zonder advocaat levert dus een aanzienlijke besparing op de rechtsbijstand op.

Echter dit zou ook een enorme lastenverzwaring voor de rechtspraak betekenen en zodoende wordt gewerkt aan andere voorstellen om een besparing op de rechtsbijstand te realiseren. Uw Kamer wordt binnenkort geïnformeerd over de beoogde bezuinigingen.

15

Waar gaan de investeringen bij het Openbaar Ministerie (OM) ten behoeve van het verhogen van de plukze-opbrengsten precies naar toe? Hoeveel financieel rechercheurs worden er extra aangesteld? Waarom worden er in dit kader alleen investeringen gedaan bij het OM en niet bij de politie?

De investeringen bij de ketenpartners ter realisatie van het investeringsvoorstel Ontnemen Crimineel Vermogen zullen voornamelijk plaatsvinden in onder meer extra financieel rechercheurs en vermogenstraceerders. Het Openbaar Ministerie legt periodiek verantwoording af, onder meer over gerealiseerde personele versterking en de realisatie van de taakstelling. Het Openbaar Ministerie is door de Minister van Veiligheid en Justitie aangesteld als gemandateerd opdrachtgever van de verdere invulling van de investeringen.

Het Openbaar Ministerie doet dit in overleg met de politie, de bijzondere opsporingsdiensten en andere ketenpartners. De investering moet leiden tot een versterking van de gehele keten en niet alleen tot een versterking van het Openbaar Ministerie. Aan de investering is een minimum verbonden van af te nemen criminele winsten. Het geïnvesteerde bedrag loopt op tot een bedrag van twintig miljoen euro vanaf 2013. Om het Openbaar Ministerie en de ketenpartners voldoende flexibiliteit te geven om de middelen zo effectief mogelijk in de keten aan te wenden is vooraf niet vastgelegd tot welke personele versterking de investering moet leiden. Gedurende de invulling van de investeringen de komende jaren, zal dus blijken hoeveel extra financieel rechercheurs zijn aangesteld.

16

Kan meer inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze de bezuiniging op de uitvoering van de taakstraffen zal worden uitgevoerd? Is een groepsuitvoering niet juist goedkoper dan een individueel uit te voeren taakstraf?

De bezuiniging wordt gerealiseerd door meer individuele werkstraffen uit te voeren in plaats van groepstaakstraffen. Daarnaast vindt nog een besparing plaats op de efficiency van de uitvoering van taakstraffen. Individuele taakstraffen zijn goedkoper dan groepstaakstraffen, omdat de uitvoering van groepstaakstraffen in eigen beheer van de reclassering is en individuele taakstraffen plaatsvinden bij bestaande non-profitorganisaties, zoals in de keuken van een zorginstantie of bij een kringloopwinkel etc. De personele inzet is bij groepswerkstraffen bovendien veel hoger.

17

Is het wel mogelijk om 90% van de groepstaakstraffen te vervangen door individuele taakstraffen? Zijn alle taakgestraften hier wel geschikt voor om niet door reclasseringswerkers begeleid te worden? Vindt hierover nog overleg plaats met Reclassering Nederland?

Ja, er moet een bezuiniging van € 10 mln. op de groepstaakstraffen worden gerealiseerd. Dit wordt zoveel mogelijk bereikt door groepstaakstraffen te vervangen door individuele taakstraffen. Ook bij individuele taakstraffen vindt overigens begeleiding plaats. Deze begeleiding wordt vrijwillig gegeven vanuit de non-profitorganisatie, waar de taakgestrafte is geplaatst. Voor personen die echt niet geschikt zijn voor een individuele taakstraf blijft in beperkt aantal gevallen een groepstaakstraf tot de mogelijkheden behoren. Over de uitvoering van deze bezuinigingsmaatregel vindt intensief overleg plaats met Reclassering Nederland.

18

Waarom levert de Automatic NumberPlate Recognition (ANPR) jaarlijks naar verwachting € 3 mln. op? Hoe verhouden de opbrengsten van het ANPR zich met de efficiency opbrengsten (blz. 11 van de memorie van toelichting)? Wat levert het ANPR precies op en wat zijn de kosten van het in te voeren systeem?

Voertuigherkenning draagt bij aan preventie en vereenvoudiging van opsporing en vervolging van strafbare feiten en aan de handhaving van fiscale verplichtingen. Hiertoe komt er een bredere inzet van systemen van automatische kentekenplaatherkenning, en kunnen dankzij deze nieuwe techniek meer ontvangsten worden gegenereerd. Op de begroting van VenJ worden daartoe € 3 mln. extra aan boeteontvangsten verwacht. Daarnaast kunnen door gebruik te maken van deze techniek effiëncyvoordelen worden behaald bij de politie. Deze bedragen € 7 mln. Structureel levert invoering van ANPR dus in totaal een gunstig effect op de VenJ begroting op van € 10 mln. Daarbij moet worden opgemerkt dat de kosten van het in te voeren systeem op dit moment nog niet precies in kaart zijn gebracht.

19

Waaruit bestaat het verschil (€ 15,001 mln.) dat van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 41,968 mln.) naar de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 56,969 mln.) wordt overgedragen op het terrein van nationale crisis-en veiligheidsbeleid (en terrorismebestrijding)?

Bij het ministerie van VenJ worden apparaatsbudgetten gescheiden van beleidsbudgetten, de apparaatsmiddelen worden op artikel 91 geplaatst. Bij het ministerie van BZK stond het apparaatbudget van het nationale crisis-en veiligheidsbeleid op het beleidsartikel. Voor 2011 is € 6,155 mln. overgezet naar artikel 91. Daarnaast is het NCTb van artikel 13.6 overgegaan naar artikel 21.4. Hierdoor is € 21,156 mln. overgeboekt.

Samenvattend komt het saldo op artikel 21 als volgt tot stand:

Apparaatbudget overgeboekt vanuit BZK

€ 41 968 000

Van NCTb-budget artikel 13.6

€ 21 156 000

Naar artikel 91

– € 6 155 000

Saldo

€ 56 969 000

20

Waaruit bestaat het verschil (€ 287,557 mln.) dat van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 5 159,841 mln.) naar de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 5 447,398 mln.) wordt overgedragen op het terrein van veiligheidsregio’s en politie?

In de Incidentele suppletoire begroting van VenJ is de politie intensivering van € 300 mln. opgenomen. Daarnaast is het apparaatbudget voor artikel 23 (€ 11,858 mln.) ondergebracht op artikel 91. Ook heeft nog een mutatie plaatsgevonden op het overgehevelde budget. Samenvattend komt het saldo op artikel 23 als volgt tot stand:

Bedragen x € 1 000

Budgetoverboeking vanuit BZK

€ 5 159 841

Intensivering politiemiddelen

€ 300 000

Naar apparaat artikel 91

– € 11 858

Naar BZK bijdrage ABD

– € 585

Saldo

€ 5 447 398

21

Wat gaat er gebeuren met de door efficiencywinst vrijvallende middelen van € 30 mln. tot € 230 mln. structureel in 2013? Wordt dit geld opnieuw geïnvesteerd in de politie? Zo ja, waar wordt dit geld voor gereserveerd? Zo nee, waar gaat dit geld dan naar toe?

De politie heeft € 300 mln. oplopend tot € 370 mln. gekregen om de operationele sterkte van 49 500 fte betaalbaar te maken. Daar staat tegenover dat de politie moet besparen op de overhead (niet-operationele sterkte).

De vorming van het Politiedienstencentrum en de nationale politie zijn noodzakelijk om deze besparing ook mogelijk te maken. De recent uitgevoerde business cases op de bedrijfsvoering geven aan dat deze besparing realistisch is.

22

Kan de haalbaarheid van de efficiencymaatregelen verder worden toegelicht? Hoe verhoudt dit zich precies tot de intensivering van de politie?

De efficiencymaatregelen worden gerealiseerd in de niet-operationele sterkte (overhead).

De vorming van de nationale politie en het politiedienstencentrum maken deze besparingen mogelijk. Dat blijkt uit recent uitgevoerde businesscases

23

Waaruit bestaat het verschil (€ - 4,265 mln.) dat van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 89,572 mln.) naar de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 85,307 mln.) wordt overgedragen op het terrein van veiligheid en bestuur?

Bij het ministerie van VenJ worden apparaatsbudgetten gescheiden van beleidsbudgetten, de apparaatsmiddelen worden op artikel 91 geplaatst. Bij het ministerie van BZK stond het apparaatbudget van Veiligheid en Bestuur op het beleidsartikel. Voor 2011 is € 4,265 mln. overgezet naar artikel 91.

Samenvattend komt het saldo op artikel 25 als volgt tot stand:

Apparaatbudget overgeboekt vanuit BZK

€ 89 572 000

Naar artikel 91

– € 4 265 000

Saldo

€ 85 307 000

24

Hoe verhoudt dit zich de met de reorganisatie van de meldkamers gemoeide besparing € 10 mln.) met de kostenposten die een dergelijke reorganisatie met zich meebrengt, zoals frictiekosten, kapitaalverlies meldkamers en de inrichting van drie nieuwe meldkamers?

Er is nog geen zicht op de investeringskosten. Deze hebben nadrukkelijk de aandacht bij de uitwerking. De investeringskosten zijn afhankelijk van de inrichting na de reorganisatie.

25

Waaruit bestaan de verplichtingen en uitgaven van € 11,130 mln., die opgenomen zijn bij de post nominaal en onvoorzien bij mutaties verplichtingen en uitgaven?

Op artikel 92 worden nog door te verdelen posten geparkeerd. Door de herverkaveling zijn geparkeerde posten gesplitst en overgeboekt tussen de ministeries van BZK en VenJ.

Het bedrag van € 11,130 mln. is sommatie van onderstaande posten:

(x € 1000)

Prijsbijstelling Immigratie & Asiel overgeboekt naar BZK

– € 3 564

Prijsbijstelling DG -Veiligheid ontvangen vanuit BZK

€ 13 987

Budget overgeboekt vanuit BZK van fte’s i.h.k.v. de herverkaveling

€ 2 425

Budget overgeboekt naar Immigratie & Asiel i.h.k.v. de herverkaveling

– € 1 718

Saldo

€ 11 130

26

Hoe zal de besparing van € 10 mln. met betrekking tot het toespitsen van het hoger beroep en cassatie verder worden verdeeld binnen de rechtspleging?

Deze maatregel wordt nog nader uitgewerkt. Bij de uitwerking zal tevens de nadere verdeling over de diverse onderdelen binnen de rechtspleging worden meegenomen.