Ontvangen 21 februari 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «€ 187 340» vervangen door: € 144 108.
2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «€ 28 767» vervangen door: € 22 457.
In het wetsvoorstel wordt een bezoldigingsmaximum gesteld waarbij wordt uitgegaan van een beloning die 30 procent hoger ligt dan het bruto salaris van een minister. Dit amendement regelt dat voor het maximum wordt uitgegaan van 100 % van het bruto salaris van een minister. Daarmee doet dit amendement recht aan het uitgangspunt dat topfunctionarissen die door de wet onder het bezoldigingsmaximum worden gesteld niet meer mogen verdienen dan een minister.
Het bedrag van € 144 108 is twaalf maal het bedrag genoemd in artikel 1, eerste lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 8,3% eindejaarsuitkering (het huidige bruto slaris van een minister). Het bedrag van € 22 457 is berekend, uitgaande van € 144 108, op basis van de voor de sector Rijk geldende ABP-premies per 1 januari 2011, te vinden op de website www.abp.nl.1
Van Raak