Ontvangen 11 juli 2011
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel II, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt in artikel 20, vierde lid, «in de in artikel 7» vervangen door: de in artikel 7.
2. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1a. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Het bestuur zendt onverwijld een afschrift van de voorzittersuitspraak aan partijen.
B
Artikel II, onderdeel P, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden: Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:.
2. In onderdeel 1 wordt «Na de eerste volzin wordt» vervangen door: In het eerste lid wordt na de eerste volzin.
3. In onderdeel 2 wordt «de derde volzin (nieuw)» vervangen door: het eerste lid, derde volzin (nieuw),.
4. Na onderdeel 2 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Het bestuur zendt onverwijld een afschrift van de uitspraak van de huurcommissie aan partijen.
Onderdeel A (deels)
De voorgestelde wijziging in artikel 20, vierde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw) is redactioneel van aard (artikel II, onderdeel L, onder 1).
Onderdelen A (deels) en B
Het voorgestelde wijzigen van de artikelen 20, vijfde lid, en 37, derde lid, van de Uhw betreft een uitvoeringstechnische wijziging tot het efficiënter en klantvriendelijker verzenden van uitspraken door het bestuur van de huurcommissie. Door de eenduidige registratie van de datum van verzending door het bestuur is het niet langer noodzakelijk uitspraken aangetekend te verzenden om de rechtszekerheid van partijen te waarborgen inzake de onherroepelijkheid van de voorzittersuitspraak of de uitspraak van de huurcommissie.
Het niet-aangetekend verzenden vergroot de klantvriendelijkheid omdat dit voorkomt dat de huurder thuis moet zijn om de uitspraak te ontvangen of naar het postkantoor moet om deze op te halen. Tevens voorkomt dit dat een uitspraak in het geheel niet wordt opgehaald en nogmaals per post moet worden verzonden, waarna de huurcommissie geconfronteerd wordt met brieven, klachten en telefoontjes. Hierdoor ontstaat er onnodig vertraging in de afhandeling van aanvragen. Niet langer aangetekend verzenden levert bovendien een besparing op in de kosten voor de huurcommissie van ongeveer € 100 000 per jaar (onderdelen A (deels): artikel II, L, onder 2, en B (deels): artikel II, P, onder 4).
De voorgestelde wijzigingen in onderdeel B (deels): artikel II, P, onder 1, 2 en 3, zijn wetstechnisch van aard.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner