Vastgesteld 14 januari 2011
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave | Blz. | |
I. | Algemeen | 1 |
II. | Artikelsgewijs | 5 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) in verband met de verbetering van de selectiecriteria voor de aanspraak op een tegemoetkoming. Naar aanleiding van het voorliggende wetsvoorstel hebben zij nog een aantal vragen en opmerkingen. Er zijn een aantal vragen rondom de evaluatie van de Wtcg. In de beantwoording van verschillende schriftelijke vragen over de Wtcg wordt toegelicht dat de regeling na de uitkeringsronde over 2010, die plaats zal vinden in het najaar van 2011, wordt geëvalueerd. Als dan blijkt dat de regeling niet werkt zoals beoogt wil de regering nog een poging wagen de criteria te verbeteren. Langs welke meetlat wil de regering de regeling leggen bij deze evaluatie? Met andere woorden: welke resultaten moet de regeling opleveren tijdens de uitkeringsronde over 2010 om in de huidige vorm voortgezet te worden of nader aangescherpt te worden?
In de beantwoording van schriftelijke vragen wordt verwezen naar de vierde Wtcg-voortgangsrapportage waar de Kamer in februari 2011 over wordt geïnformeerd wordt. Deze informatie komt ruim voor het Wtcg evaluatiemoment dat de regering heeft aangekondigd (najaar 2011). De leden van de VVD fractie vragen of de regering voornemens is op basis van de informatie in februari 2011 waar nodig al aanpassingen door te voeren in de afbakening van de Wtcg en zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in verband met de verbetering van de selectiecriteria voor de aanspraak op een tegemoetkoming. Deze leden willen weten of de genoemde financiële middelen voor de gemeenten die worden toegevoegd aan het Wmo-kader wel voldoende zijn? Indien blijkt dat de eenmalige bijdrage voor Bureaus Jeugdzorg (BJZ’s) niet voldoende is, welke mogelijkheden zijn er dan voor cliënten die aanspraak willen doen op de Wtcg-tegemoetkoming? Welke voorstellen van de Taskforce worden niet overgenomen door de regering en waarom niet?
Genoemde leden willen verder weten hoe het nu geregeld is voor mensen met een auditieve en -visuele beperking en voor mensen met een zeldzame aandoening. Komen deze mensen die bewezen meerkosten hebben alsnog in aanmerking voor een tegemoetkoming? Ook willen zij weten of terugwerkende kracht wordt toegepast in ieder geval voor de groepen die in 2011 aan de afbakening worden toegevoegd en waarvan aannemelijk gemaakt kan worden dat zij ook in 2009 chronisch ziek waren en hoge zorgkosten hadden.
Er is gebleken dat mensen ten onrechte een tegemoetkoming hebben ontvangen. Achterliggende oorzaken hiervan kunnen zijn dat mensen bijvoorbeeld genoeg verdienen en de tegemoetkoming niet nodig hebben. Maar ook mensen die voor een korte duur fysiotherapie hebben gehad en geen meerkosten hebben gemaakt. Kan de worden toegelicht hoe zulke systeemfouten aangepakt zullen worden? Welke rol is hierin weggelegd voor het Centraal Administratie Kantoor (CAK)? Tot slot vragen deze leden naar de stand van zaken omtrent de commissies die bezwaarprocedures met betrekking tot een Wtcg-tegemoetkoming beoordelen. Wat is de concrete taakopdracht van deze commissies, hoe is de samenstelling en wat is de ervaring van de betreffende commissieleden?
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Alvorens deze leden een aantal opmerkingen plaatsen over het wetsvoorstel geven zij aan dat zij graag zo spoedig mogelijk de vierde Wtcg-voortgangsrapportage wensen te ontvangen met de evaluatie van de uitkeringen in het najaar van 2010. Het zou goed zijn om de lessen van die evaluatie te betrekken bij aanhangig wetsvoorstel. De berichten die genoemde leden bereiken verplichten hen om nog eens naar de selectiecriteria te kijken. Zoals van tevoren aangekondigd kan dit systeem niet worden ingevoerd zonder kinderziektes en houden deze leden daarom graag vinger aan de pols.
Een aantal vragen en opmerkingen over dit wetsvoorstel. Kan worden toegelicht welke aanbevelingen van de Taskforce onder leiding van dhr. Linschoten geïmplementeerd zijn en met reden omkleed welke niet?
In de inleiding wordt opgemerkt dat dagdelen en uren AWBZ bij elkaar opgeteld kunnen worden, een wens die al langer bij deze leden leeft. Waar is dat geregeld en kan de regering een aantal rekenvoorbeelden geven?
In het wetsvoorstel staat dat de Wtcg niet beoogt na het overlijden van de rechthebbende op de tegemoetkoming diens nabestaanden financieel te ondersteunen. Is het waar dat wanneer iemand komt te overlijden waarbij wel extra kosten zijn gemaakt in dat jaar deze niet meer via een tegemoetkoming wordt uitgekeerd aan de nabestaanden? Is het niet vreemd dat de Belastingdienst wel verzoeken kan sturen aan de erfgenamen, maar dat een tegemoetkoming aan de erfgenamen in het kader van de Wtcg niet meer zal worden uitgekeerd? De leden van de CDA-fractie vinden dit geen goede ontwikkeling. De kosten voor een chronisch zieke worden niet alleen door het individu gedragen, maar ook door de partners en soms ook de kinderen. Graag een reactie van de regering op dit punt.
Nu de regering, gedeeltelijk tegen het advies van de Raad van State in, de ruime delegatiebepalingen in het besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten handhaaft en daarmee de mogelijkheid creëert om voor groepen van honderdduizenden verzekerden een inkomensmaatregel te nemen, verzoeken deze leden de regering een stuitende voorhangprocedure op het hele besluit bij nota van wijziging door te voeren.
Verder grijpen de leden van de CDA-fractie dit wetsvoorstel aan om aan de regering te vragen welk overleg zij met de commissie gevoerd heeft over de mogelijke exporteerbaarheid van de tegemoetkoming uit hoofde van de Wtcg. De Belgische Europarlementariër I. Belet heeft tweemaal vragen aan de commissie gesteld (E-5638/09 en E-7726/2010) en die antwoordde dat de uitkeringen exporteerbaar zijn. Is aan die oproep gehoor gegeven en kan de regering toelichten hoeveel Wtcg-uitkeringen naar het buitenland geëxporteerd worden en dat uitsplitsen naar land?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel voor wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in verband met de verbetering van de selectiecriteria voor de aanspraak op een tegemoetkoming. Het is voor genoemde leden glashelder dat de huidige Wtcg niet functioneert. Sterker nog, het was voor deze leden op voorhand duidelijk dat de Wtcg niets kon worden. De vele meldingen die zij hebben ontvangen, bevestigen helaas dit beeld. Veel chronisch zieke en gehandicapte mensen met hoge zorgkosten beklagen zich erover dat zij ten onrechte geen tegemoetkoming ontvangen. Aan de andere kant ontvangen genoemde leden ook veel meldingen van mensen die zich afvragen waarom zij een paar honderd euro op hun rekening gestort krijgen, terwijl zij hieraan geen behoefte hebben. Genoemde leden beschouwen het als een fundamenteel onjuiste benadering dat niet de daadwerkelijke zorgkosten van mensen, maar ondoorzichtige bureaucratische criteria de doorslag geven bij het beoordelen van het recht op een tegemoetkoming. Zij wijzen er in dit verband ook op dat de Nationale Ombudsman in relatie tot het disfunctioneren van het CAK herhaaldelijk heeft opgemerkt dat de CAK-problemen ook samenhangen met de haast onmogelijke complexiteit van de wetten die deze instantie moet uitvoeren, zoals de Wtcg. De leden van de SP-fractie zouden graag zien dat weer een belastingaftrek van zorgkosten wordt ingevoerd, in plaats van de Wtcg. Hierdoor kan weer worden uitgegaan van de daadwerkelijke kosten van mensen in plaats van ondoorzichtige Wtcg-criteria die steeds moeten worden aangepast. Graag ontvangen deze leden van de regering een uiteenzetting als reactie op deze stelling.
Voorts ontvangen deze leden graag een nadere uitleg over paragraaf B van de memorie van toelichting. Het betreft het voorstel om het recht op een tegemoetkoming te laten vervallen indien de betrokkene lopende het tegemoetkomingsjaar komt te overlijden. De redenering van de regering is dat de tegemoetkoming uitsluitend dient om de betrokkene in staat te stellen volwaardig in de samenleving te participeren en daarom niet ten goede mag komen aan de nabestaanden. Genoemde leden vinden dit een nogal harteloze redenering, die voorbijgaat aan het feit dat de zorgkosten op het hele gezin drukken en niet uitsluitend op degene die de kosten heeft gemaakt. Daarnaast betwisten zij de lezing van de regering dat de Wtcg uitsluitend dient om de betrokkene te laten participeren in de samenleving. Was dit werkelijk de bedoeling, dan was het bedrag dat mensen ontvingen wel een stuk hoger en kwam een bredere groep in aanmerking dan de in de voorliggende wetswijziging wordt voorgesteld. De regering kan niet ontkennen dat de financiële positie van chronisch zieken en gehandicapten – en daarmee de mogelijkheid tot deelname aan de samenleving – sterk is verslechterd als gevolg van de hoge zorgkosten en andere specifieke financiële nadelen die deze groep ondervindt als gevolg van het regeringsbeleid. De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-raad) heeft hier onlangs nog op gewezen. Deze leden stellen dat de Wtcg vooral het resultaat is van een compromis tussen de wens om te bezuinigen door het afschaffen van de belastingaftrek enerzijds en de wens om de negatieve gevolgen hiervan nog enigszins te verzachten. Het zijn bij uitstek wetten die op deze wijze tot stand komen, die slecht zijn uit te voeren door instanties als het CAK en voor verwarring zorgen bij burgers. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar het verweer van de regering op het bovenstaande. Zij ontvangen graag ook antwoord op de vraag wat er concreet gebeurt in het geval dat de ontvanger van de tegemoetkoming aan het einde van het tegemoetkomingsjaar komt te overlijden. Indien reeds de tegemoetkoming is uitgekeerd, wordt deze dan teruggevorderd? Daarnaast hebben de uitgaven waarop de tegemoetkoming betrekking heeft in het aangehaalde geval reeds plaatsgevonden en drukken de kosten daarvan op de nabestaanden. Als de compensatie van deze kosten komt te vervallen, zoals voorgesteld, worden de kosten dan ook met terugwerkende kracht kwijtgescholden voor de nabestaanden? Genoemde leden verlangen van de regering een uitgebreide toelichting.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel dat strekt tot wijziging van de Wet tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten. Zij hebben voorts nog enkele opmerkingen en vragen over de wijze waarop deze wijziging ingevuld wordt. Genoemde leden ondersteunen de beoogde wijziging van de Wtcg, die bedoeld is om de bestaande selectiecriteria, die bepalend zijn voor de vaststelling of iemand aanspraak heeft op een tegemoetkoming op grond van de Wtcg, aan te scherpen dan wel te herdefiniëren, alsook om nieuwe selectiecriteria in de wet op te nemen. Hiermee wordt het advies van de Taskforce uit 2009 opgevolgd. Zij hechten belang aan een verbeterde afbakening, omdat in de bestaande situatie tegemoetkomingen verstrekt worden aan mensen die aangeven de tegemoetkoming niet nodig te hebben, of aan mensen die aangeven op een andere manier een tegemoetkoming te hebben ontvangen voor dezelfde kosten. Deze leden vinden dat een verspilling van overheidsmiddelen en wil toe naar een verantwoorde besteding van deze middelen.
De leden van de D66-fractie verwachten dat de beoogde wijzigingen in de selectiecriteria ertoe zullen leiden dat onbedoelde aanspraken op een tegemoetkoming worden tegengegaan. De Wtcg zal dan alleen nog gelden voor chronisch zieken en gehandicapten, die meerkosten maken als gevolg van hun aandoening of beperking en die deze meerkosten niet langs een andere weg vergoed krijgen. Welke onbedoelde aanspraken op een tegemoetkoming in 2009 (uitgekeerd in het najaar van 2010) en in 2010 (uit te keren in 2011) zijn niet meer mogelijk? Graag ontvangen genoemde leden een gespecificeerd overzicht, waaruit op te maken is welke aanspraken nog wel of alsnog, en welke aanspraken niet meer gedaan kunnen worden op een tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Zodoende wordt het mogelijk om te beoordelen in hoeverre de Wtcg een adequate vervanging is voor de fiscale regeling Buitengewone Uitgaven, die eind 2008 is ingetrokken. Bovendien zijn deze leden benieuwd of de bestaande overlap tussen vergoedingen vanuit de Zvw, de AWBZ en de Wmo enerzijds en de tegemoetkoming op grond van de Wtcg anderzijds met deze wijziging ongedaan is gemaakt. Dat wordt uit de beschikbaar gestelde stukken onvoldoende duidelijk.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de uitvoering van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Btcg) te allen tijde zorgvuldig dient te geschieden, met inachtneming van de privacy van chronisch zieken en gehandicapten. Genoemde leden vragen of met de uitvoering van het besluit door de zorgaanbieders, de zorgverzekeraars, de indicatiestellingsorganen enerzijds en het CAK anderzijds, de gegevensverstrekking van chronisch zieken en gehandicapten in zijn geheel geschied conform artikel 9 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Daarom is met interesse kennisgenomen van de memorie van toelichting, waarin de regering heel specifiek aangeeft hoe na de wijziging van de Wtcg de gegevensverstrekking tussen de Bureaus Jeugdzorg, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het CAK geregeld is en dat het CAK niet weet welke indicatie gesteld is bij de betrokken jeugdige. Hoe is de gegevensverstrekking door de bij de uitvoering van het Btcg betrokken partijen precies geregeld, ongeacht of aanspraak gemaakt wordt op de vergoeding omdat een chronisch zieke of gehandicapte een beroep doet op de Zvw, de AWBZ of de WMO? Hoe moet in dat kader artikel 5 Wtcg, lid 2 worden geïnterpreteerd? Daarin staat: «Zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet en indicatieorganen als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verstrekken aan het CAK persoonsgegevens van verzekerden, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, noodzakelijk voor de uitvoering van de in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde taak». Genoemde leden willen graag exact weten welke gegevens wel en welke gegevens niet worden verstrekt aan het CAK. Voorts vinden zij dat de informatie aan chronisch zieken en gehandicapten over de aanspraak die zij kunnen maken op een Wtcg-tegemoetkoming, alsook de informatie over de uitvoeringsregeling Btcg moet worden verbeterd. Op die manier wordt voorkomen dat opnieuw veel verwarring in de samenleving ontstaat over de rechtmatigheid van wel of niet uit te keren Wtcg-tegemoetkomingen. Op welke wijze wordt de informatievoorziening hierover verbeterd?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wijzigingsvoorstel. Deze leden zijn blij dat de adviezen van de Taskforce verbetering afbakening Wtcg, worden overgenomen. Zij constateren dat met het aanscherpen en herdefiniëren van de criteria de groepen rechthebbenden worden uitgebreid.
Deze leden vragen wat de totale toename zal zijn van aantal rechthebbenden en of de beschikbare financiële middelen ook zullen toenemen. Indien gekozen is voor een wijziging die budgetneutraal zal worden ingevoerd, wat zullen hiervan de financiële consequenties zijn voor de huidige groep rechthebbenden?
Wat wordt er geregeld voor chronisch zieken en gehandicapten die ook na het ingaan van deze wetswijziging terecht zullen klagen over de berichtgeving dat ze geen recht hebben op de tegemoetkoming? Deze leden denken hierbij aan bijvoorbeeld mensen met een ernstige auditieve en/of visuele beperking.
B
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de stopzetting van de tegemoetkoming bij overlijden per direct ingaat of dat de tegemoetkoming wel doorloopt voor nabestaanden, wanneer de kosten, van bijvoorbeeld huur van een serviceflat, van de overledene nog doorlopen na het overlijden?
C, D en E
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe deze wetswijziging zich verhoudt tot de toekomstvisie op het jeugdzorgstelsel om de jeugdzorg weg te halen bij de provincies en toe te wijzen aan de gemeenten. Hoe verloopt in dat geval de informatievoorziening van het toekennen van de tegemoetkoming? Tevens vragen zij hoe deze wetswijziging zich verhoudt tot de discussie omtrent het besluit indicatie jeugdzorg en eveneens aanspraak maken op AWBZ-zorg en/of Wmo-zorg of hulpmiddelen. Zij kunnen op basis van de voorgestelde afbakeningscriteria geen aanspraak maken op een tegemoetkoming.
De voorzitter van de commissie,
Smeets
Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp