INHOUDSOPGAVE | Pag. |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL | 2 |
B. BEGROTINGSTOELICHTING | 3 |
1. Leeswijzer | 3 |
2. Het beleid | 4 |
2.1. Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2010 (Najaarsnota) | 4 |
Artikelsgewijze toelichting | 6 |
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) | 6 |
2.2. De beleidsartikelen | 6 |
Artikel 1. Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw | 6 |
Artikel 2. Stimuleren van een duurzame kwaliteit van woningen, gebouwen en bouwwerken | 9 |
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt | 10 |
Artikel 4. Integratie niet-westerse migranten | 12 |
Artikel 5. Kennis en ordening Wonen, Wijken en Integratie | 13 |
Artikel 6. Rijkshuisvesting | 13 |
Artikel 95. Algemeen (Niet beleidsartikel) | 14 |
Artikel 96. Onverdeeld (Niet beleidsartikel) | 15 |
Wetsartikel 2 Begroting Baten- en lastendiensten | 15 |
2e suppletoire begroting 2010 Rijksgebouwendienst | 15 |
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) en van de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Artikel 4
Het kabinet heeft bij zijn aantreden op 14 oktober 2010 besloten om geen Minister voor Wonen, Wijken en Integratie te laten benoemen. De taken van Wonen, Wijken en Integratie zijn toebedeeld aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie het Koninklijk besluit van 14 oktober 2010 in de Staatscourant van 18 oktober 2010, nr. 16525).
De organisatorische uitwerking van deze besluiten vindt thans plaats en zal naar verwachting in 2011 kunnen worden afgerond. Om administratieve redenen is besloten om de begrotingen 2010 niet aan de nieuwe, inganggezette reorganisaties aan te passen. Evenwel, door het niet benoemen van een Minister voor Wonen, Wijken en Integratie is zonder nadere wettelijke voorziening onduidelijk welke minister verantwoordelijk is voor het beheer van de begroting van Wonen, Wijken en Integratie, omdat voor dat beheer op grond van artikel 19a van de Comptabiliteitswet 2001 de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie verantwoordelijk is.
Die onduidelijkheid wordt voor het jaar 2010 vanaf 14 oktober 2010 in het onderhavige wetsartikel weggenomen.
De Comptabiliteitswet 2001 zal hiervoor zo spoedig mogelijk structureel worden aangepast.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner
De 2e suppletoire begroting 2010 geeft een geactualiseerd beeld van de begroting 2010. De 2e suppletoire begroting 2010, gekoppeld aan de Najaarsnota van de Minister van Financiën, is het laatste moment waarop de financiële kaders van de in uitvoering zijnde begroting kunnen worden gemuteerd. Van mutaties wordt geen meerjarige doorwerking opgenomen omdat de 2e suppletoire begroting 2010 uitsluitend betrekking heeft op het lopende begrotingsjaar 2010.
De opbouw van de 2e suppletoire begroting 2010 is als volgt:
• Een begrotingsstaat, waarin de mutaties voor uitgaven, verplichtingen en ontvangsten zijn opgenomen;
• Een Memorie van Toelichting die de volgende onderdelen bevat:
• Een overzichtstabel waarin de majeure beleidsmutaties worden gepresenteerd;
• Per beleidsartikel een tabel Budgettaire gevolgen van beleid. In deze tabel worden alle mutaties opgenomen. De belangrijke beleidsmatige mutaties worden toegelicht. Alleen technische mutaties van grote omvang worden ook toegelicht.
• De stand van de 2e suppletoire begroting 2010 wordt opgebouwd door middel van mutaties op de stand van de 1e suppletoire begroting 2010. Hierbij wordt aangetekend dat er 2e suppletoire mutaties zijn die al in de Ontwerpbegroting 2011 van Wonen, Wijken en Integratie zijn vermeld.
• Als toelichting is een mutatietabel opgenomen waarin mutaties worden gepresenteerd die op het desbetreffende instrument zijn verwerkt. Indien van toepassing zijn ook mutaties voor 2010 uit de ontwerpbegroting 2011 opgenomen. De toelichtingen van deze mutaties staan ook in de verdiepingsbijlage van de Ontwerpbegroting 2011.
• Daarnaast worden soms ook nog de uitgaven aan incidentele subsidies vermeld om een wettelijke grondslag te creëren. Deze uitgaven komen niet direct terug in begrotingsmutaties omdat het hier uitgaven in de realisatiesfeer betreft.
Voor het goede begrip wordt de aanduiding «beleidsmatige mutatie» nader toegelicht. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (bijvoorbeeld een bezuiniging, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur). Niet-beleidsmatige mutaties zijn meer technisch van aard en worden alleen bij grote omvang toegelicht.
Art. nr. | Omschrijving | Beleidsverantwoordelijke minister |
---|---|---|
Beleidsartikelen |
| |
01 | Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw | Minister van BZK |
02 | Stimuleren van een duurzame kwaliteit van woningen, gebouwen en bouwwerken | Minister van BZK |
03 | Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt | Minister van BZK |
04 | Integratie niet-westerse migranten | Minister van BZK |
05 | Kennis en Ordening Wonen, Wijken en Integratie | Minister van BZK |
06 | Rijkshuisvesting | Minister van BZK |
| ||
Niet-beleidsartikelen |
| |
95 | Algemeen | Minister van BZK |
96 | Onverdeeld | Minister van BZK |
Uitgaven
x € 1 000 | Uitgaven | art.nr | |
---|---|---|---|
Stand Ontwerpbegroting 2010 | 3 717 348 | ||
Stand na 1e suppletore begroting 2010 | 3 787 111 | ||
Belangrijkste mutaties 2e suppletore begroting 2010 | |||
1. | Verlaging raming stimuleren wijkenaanpak | – 3 574 | 1 |
2. | Naar GF: rijksbijdrage aan krimpregio's | – 16 250 | 1 |
3. | Naar PF: rijksbijdrage aan krimpregio's | – 14 750 | 1 |
4. | Niet in 2010 uitkeren van BLS-budget aan gemeenten | – 7 000 | 1 |
5. | Aanpassing kasritme bijdrage aan NICIS | 2 672 | 1 |
6. | Kasschuif isolatieglasregeling | – 23 618 | 2 |
7. | Aanpassing fasering overige budgetten voor energiebesparing | – 6 600 | 2 |
8. | Aanpassing fasering bijdragen innovatie energiebesparing GO | – 20 177 | 2 |
9. | Naar GF: kwaliteitsimpuls inburgering | – 47 475 | 4 |
10. | Minder leningen aangevraagd voor inburgeringscursussen | – 4 000 | 4 |
11. | Aanpassing kasritme afrekening WIN 2005–2006 | – 11 500 | 4 |
12. | Aanpassing kasritme verzameluitkering | 4 195 | 95 |
Overige mutaties | – 1 051 | diverse | |
Stand na 2e suppletore begroting 2010 | 3 637 983 |
|
Toelichting
Ad 1.
De voor 2010 nog beschikbare budgetten voor het stimuleren van de wijkenaanpak zullen in 2011 worden toegekend aan projecten op basis van de tussenrapportages en het visitatierapport uit 2011.
Ad 2 en 3.
Met het interbestuurlijk actieplan «Krimpen met kwaliteit» geven VNG, IPO en rijk richting aan een gezamenlijke beleidsaanpak van bevolkingsdaling. Ter voorkoming van de verwachte structurele leegstand tussen 2010 en 2020 stelt het rijk voor de genoemde gebieden eenmalig in 2010 € 31 mln ter beschikking via resp. het gemeentefonds (voor Parkstad Limburg en Zeeuws Vlaanderen) en het provinciefonds (voor Noord-Oost Groningen).
Ad 4.
Naar de huidige inzichten zullen bij de eindafrekening niet alle beschikbare BLS middelen uitgekeerd worden aan de budgethouders. In niet alle gevallen is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw voldaan. Als gevolg hiervan valt in 2010 budget vrij. Een deel hiervan (€ 2 mln) zal naar verwachting eerst begin 2011 tot betaling komen, wanneer het proces van afrekening definitief zal zijn afgerond.
Ad 5.
Het kasritme van de aan het Nicis Institute toe te kennen bijdragen is geactualiseerd en leidt tot hogere uitgaven in 2010.
Ad 6.
De uitfinanciering van de budgetten voor de isolatieglasregeling is aangepast aangezien de daadwerkelijke betaling van afgegeven waardebonnen de jaargrens zal passeren. De verlaging in 2010 wordt toegevoegd aan het budget voor 2011.
Ad 7.
Op grond van de actuele inzichten wordt de fasering van de overige budgetten voor energiebesparing gebouwde omgeving aangepast. Dit leidt tot een verlaging van het budget 2010 en een verhoging van de budgetten voor 2011–2014.
Ad 8.
Mede in samenhang met de in het Regeerakkoord afgesproken opheffing van het FES is de raming van de bijdragen aan projecten op het gebied van innovatieve energiebesparing geactualiseerd. Dit leidt tot een verlaging van het budget in 2010. De verlaging in 2010 wordt toegevoegd aan de budgetten voor 2011 en 2012.
Ad 9.
In 2010 konden gemeenten die meer trajecten wilden aanbieden dan hun aandeel in 47 000 trajecten eenmalig aanspraak maken op extra budget. Met deze middelen kunnen gemeenten aanvullende maatregelen treffen (zoals beschreven in de brief van 25 augustus 2009, TK 31 143, nr. 67) om deze doelstelling te realiseren.
Ad 10.
In 2010 vragen inburgeringsplichtigen naar verwachting voor € 4 mln minder leningen aan om hun inburgeringscursus te financieren. Reden is dat gemeenten sinds 2007 rijksmiddelen ontvangen om inburgeringsplichtigen een voorziening aan te bieden en zij dus niet hoeven te lenen. Bijgevolg wordt het verplichtingen- en uitgavenbudget in 2010 navenant verlaagd.
Ad 11.
Door vertraging in de afrekening van de WIN 2005–2006 zal betaling eind 2010 en begin 2011 plaatsvinden. Een deel van het hiervoor bestemde budget wordt daarom niet gebruikt in 2010 en doorgeschoven naar 2011.
Ad 12.
De mutatie is het gevolg van het in overeenstemming brengen van de toegezegde bedragen aan gemeenten volgens de beschikking van BZK en de in de begroting beschikbare bedragen. Over de jaren heen (2010–2016) is de mutatie budgettair neutraal.
Ontvangsten
x € 1 000 | Ontvangsten | art.nr | |
---|---|---|---|
Stand Ontwerpbegroting 2010 | 485 786 | ||
Stand na 1e suppletore begroting 2010 | 472 389 | ||
Belangrijkste mutaties 2e suppletore begroting 2010 | |||
13. | Terugvorderingen bijdragen stimulering woningproductie | 7 000 | 1 |
14. | Aanpassing ontvangsten FES NICIS | 2 672 | 1 |
15. | Aanpassing ontvangsten FES innovatie energiebesparing GO | – 20 177 | 1 |
16. | Vertraging ontvangsten BDU SIV Inburgering | – 100 000 | 4 |
17. | Uitgestelde verkoop pand Anna Paulownastraat | 2 269 | 6 |
Overige mutaties | 6 755 | diverse | |
Stand na 2e suppletore begroting 2010 | 370 908 |
Toelichting
Ad 13.
Geraamd wordt dat € 7 mln aan bijdragen aan gemeenten voor de stimulering van de woningproductie zal worden gerestitueerd, vanwege het niet (tijdig) kunnen starten van projecten en daarmee niet voldoen aan de regeling.
Ad 14.
In samenhang met de in 2010 hogere uitgaven voor de aan het Nicis Institute toe te kennen bijdrage wordt ook de raming van de hieraan gerelateerde ontvangsten uit het FES verhoogd.
Ad 15.
In samenhang met de in 2010 lagere uitgaven voor innovatie energiebesparing gebouwde omgeving wordt ook de raming van de hieraan gerelateerde ontvangsten uit het FES verlaagd.
Ad 16.
In het kader van de afrekening van de BDU-SIV 2005–2009 is € 100 mln aan ontvangsten begroot in 2010. Het betreft terugvordering van de inburgeringmiddelen waarvoor geen prestatie is geleverd door gemeenten. Dat wil zeggen, van trajecten die niet zijn aangeboden, of trajecten die zijn gestart maar waarbij geen examen is afgelegd. Door vertraging in de verantwoordingsprocedure worden de middelen hoogstwaarschijnlijk begin 2011 ontvangen.
Ad 17.
Als gevolg van de van 2009 naar 2010 uitgestelde verkoop van het pand Anna Paulownastraat wordt de raming van de ontvangsten op artikel 6 verhoogd.
Artikelsgewijze toelichting
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
Artikel 1. Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 328 326 | 1 347 048 | – 35 400 | 1 311 648 | ||
Uitgaven: | 443 693 | 494 453 | – 40 635 | 453 818 | ||
Programma: | 443 693 | 494 453 | – 40 635 | 453 818 | ||
Bevorderen van de leefbaarheid van de woonwijken: | 307 050 | 306 459 | – 3 686 | 302 773 | ||
BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing | 287 406 | 303 866 | – 1 822 | 302 044 | ||
Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing | 15 051 | 0 | 0 | 0 | ||
BDU-veiligheidsmiddelen/leefbaarheid | 2 000 | 0 | 0 | 0 | ||
Faciliteren grotestedenbeleid | 1 656 | 1 656 | – 927 | 729 | ||
Sittard Geleen | 937 | 937 | – 937 | 0 | ||
Vitale wijken tot stand brengen | 4 274 | 3 574 | – 3 046 | 528 | ||
Stimuleren wijkaanpak/wijkverpleegkundigen | 2 389 | 2 389 | – 2 389 | 0 | ||
40+ wijkenbudget | 1 185 | 1 185 | – 1 185 | 0 | ||
Bewonersinitiatieven | 700 | 0 | 0 | 0 | ||
FES Maatschappelijke sectoren & ICT | 0 | 0 | 528 | 528 | ||
Voldoende woningproductie: | 126 004 | 176 132 | – 37 000 | 139 132 | ||
Budget BLS | 126 004 | 74 804 | – 38 000 | 36 804 | ||
Bijdragen stimulering woningproductie | 0 | 101 328 | 1 000 | 102 328 | ||
Overige programmabudgetten: | 6 365 | 8 288 | 3 097 | 11 385 | ||
Onderzoek | 1 382 | 1 298 | 1 048 | 2 346 | ||
Kennisoverdracht | 1 345 | 2 045 | – 623 | 1 422 | ||
FES NICIS | 3 638 | 4 345 | 2 672 | 7 017 | ||
Bijdrage aan Sophiatunnel Drechtsteden | 0 | 600 | 0 | 600 | ||
Ontvangsten: | 3 638 | 6 345 | 11 200 | 17 545 |
* BDU = Bijzondere Doeluitkeringen
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Instrument: BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing
In dit begrotingsjaar is bij de afwikkeling van ISV2 en de verdeling van de uitgavenbudgetten voor de ISV3 periode sprake van een vrijval van middelen van beperkte omvang.
Instrument: Faciliteren grotestedenbeleid
Op grond van een actualisatie van de in 2010 te verrichten uitgaven voor onderzoek en kennisoverdracht op het gebied van wonen, wijken en integratie als totaal wordt de raming van dit instrument verlaagd.
Instrument: Sittard Geleen
Vanwege de afloop van de GSB-periode vallen de in het kader van de BDU-SIV gereserveerde middelen voor Sittard-Geleen vrij voor het jaar 2010.
Instrument: Stimuleren wijkaanpak/wijkverpleegkundigen
Instrument: 40+ wijkenbudget
De voor 2010 nog beschikbare budgetten zullen in 2011 worden toegekend aan projecten op basis van de tussenrapportages en het visitatierapport uit 2011.
Instrument: Budget BLS
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt.
(x € 1000) | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 2e suppletore begroting | ||
1. Naar Gemeentefonds: rijksbijdrage aan krimpregio's | – 16 250 | – 16 250 |
2. Naar Provinciefonds: rijksbijdrage aan krimpregio's | – 14 750 | – 14 750 |
3. Niet in 2010 uitkeren van budget aan gemeenten | – 7 000 | |
Totaal | – 31 000 | – 38 000 |
Toelichting
Ad 1 en ad 2.
Met het interbestuurlijk actieplan «Krimpen met kwaliteit» geven VNG, IPO en rijk richting aan een gezamenlijke beleidsaanpak van bevolkingsdaling. Ter voorkoming van de verwachte structurele leegstand tussen 2010 en 2020 stelt het rijk voor de genoemde gebieden eenmalig in 2010 € 31 mln ter beschikking via resp. het gemeentefonds (voor Parkstad Limburg en Zeeuws Vlaanderen) en het provinciefonds (voor Noord-Oost Groningen).
Ad 3.
Naar de huidige inzichten zullen bij de eindafrekening niet alle beschikbare BLS middelen uitgekeerd worden aan de budgethouders. In niet alle gevallen is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw voldaan. Als gevolg hiervan valt in 2010 budget vrij. Een deel hiervan (€ 2 mln) zal naar verwachting eerst begin 2011 tot betaling komen, wanneer het proces van afrekening definitief zal zijn afgerond.
Instrument: bijdragen stimulering woningproductie
Van de eerste en tweede tranche van de Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten is per eind augustus 2010 € 36,89 mln door gemeenten terugbetaald omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Dit bedrag is op 30 augustus 2010 op grond van artikel 8 van de regeling opnieuw ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten te ondersteunen.
Het nadien door gemeenten tot en met 5 oktober 2010 terugbetaalde bedrag van € 10,3 mln van de eerste, tweede en derde tranche van de stimuleringsregeling is eveneens op grond van artikel 8 van de regeling heringezet om woningbouwprojecten te ondersteunen.
Hieraan is de resterende € 1 mln vanuit de aanvullende post toegevoegd. Deze laatste mutatie is in de onderhavige suppletoire begroting verwerkt.
Hiermee is gehoor gegeven aan de motie Weekers en Blanksma-van den Heuvel (32 395 nr. 3), waarbij verzocht is de middelen zo maximaal mogelijk te benutten.
Instrumenten: Onderzoek en kennisoverdracht
Op grond van een actualisatie van de in 2010 te verrichten uitgaven voor onderzoek en kennisoverdracht op het gebied van wonen, wijken en integratie wordt de raming 2010 op het onderhavige artikel per saldo verhoogd.
Instrument: FES NICIS
Het kasritme van de aan het Nicis Institute toe te kennen bijdragen is geactualiseerd en leidt tot hogere uitgaven in 2010.
Ontvangsten
Ontvangsten instrument: Bijdrage stimulering woningproductie
Geraamd wordt dat € 7 mln aan bijdragen aan gemeenten voor de stimulering van de woningproductie zal worden gerestitueerd, vanwege het niet (tijdig) kunnen starten van projecten en daarmee niet voldoen aan de regeling.
Ontvangsten instrument: FES NICIS
In samenhang met de in 2010 hogere uitgaven voor de aan het Nicis Institute toe te kennen bijdrage wordt ook de raming van de hieraan gerelateerde ontvangsten uit het FES verhoogd.
Artikel 2. Stimuleren van een duurzame kwaliteit van woningen, gebouwen en bouwwerken
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 62 800 | 99 211 | – 16 747 | 82 464 | ||
Uitgaven: | 79 095 | 118 824 | – 49 230 | 69 594 | ||
Programma: | 79 095 | 118 824 | – 49 230 | 69 594 | ||
Realisatie CO2 reductiedoelstellingen in de gebouwde omgeving: | 74 162 | 117 793 | – 50 599 | 67 194 | ||
Programma energiebudgetten | 8 791 | 2 119 | – 100 | 2 019 | ||
Subsidies energiebesparing (CO2 reductie) gebouwde omgeving | 50 337 | 86 404 | – 30 218 | 56 186 | ||
Regeling energiebesparing huishoudens met lagere inkomens | 34 | 312 | – 42 | 270 | ||
Innovatief bouwen | 0 | 62 | – 62 | 0 | ||
Subsidies innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (FES) | 15 000 | 28 896 | – 20 177 | 8 719 | ||
Overige programmabudgetten: | 4 933 | 1 031 | 1 369 | 2 400 | ||
Onderzoek | 661 | 661 | – 37 | 624 | ||
Kennisoverdracht | 1 682 | 326 | 1 406 | 1 732 | ||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 2 546 | 0 | 0 | 0 | ||
Nader aan te wijzen | 44 | 44 | 0 | 44 | ||
Ontvangsten: | 15 091 | 28 987 | – 20 177 | 8 810 |
Toelichting
Op dit artikel is de volgende incidentele subsidie verstrekt (vermelding in deze suppletoire begroting voor de wettelijke grondslag)
Op grond van artikel 4:23 lid 3 sub c van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt in artikel 2 voor € 0,9 mln een begrotingsbasis gecreëerd voor de verlening c.q. toekenning van de bijdrage voor de zogeheten «koplopergebieden» in Noord-Nederland. De bijdrage is toegekend aan de provincie Groningen ten behoeve van de drie noordelijke provincies (Groningen, Friesland, Drenthe).
Conform het gestelde in de WWI-begroting 2010, artikel 2, komen er nieuwbouwgebieden waarin geëxperimenteerd wordt met energiezuinig en innovatief bouwen. Kern is dat voor de gebieden een minimaal 25% scherpere norm geldt dan de landelijke EPC-norm. Ervaringen worden verspreid. De provincie Groningen is aanspreekpunt c.q. coördinerende provincie namens de drie noordelijke provincies en zij zullen tenminste aan de hand van door BZK/WWI gestelde minimum criteria maximaal negen koplopergebieden selecteren.
Budgetoverheveling naar het provinciefonds zal plaatsvinden bij 1e suppletoire begroting 2011.
Verplichtingen en uitgaven
Instrument: Subsidies energiebesparing (CO2 reductie) gebouwde omgeving
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
(x € 1000) | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 2e suppletore begroting | ||
1. Kasschuif isolatieglasregeling | – 23 618 | |
2. Aanpassing fasering overige budgetten voor energiebesparing | – 5 000 | – 6 600 |
Totaal | – 5 000 | – 30 218 |
Ad 1.
De uitfinanciering van de budgetten voor de isolatieglasregeling is aangepast aangezien de daadwerkelijke betaling van afgegeven waardebonnen de jaargrens zal passeren. De verlaging in 2010 wordt toegevoegd aan het budget voor 2011.
Ad 2.
Op grond van de actuele inzichten wordt de fasering van de overige budgetten voor energiebesparing gebouwde omgeving aangepast. Dit leidt tot een verlaging van het budget 2010 en een verhoging van de budgetten voor 2011–2014.
Instrument: Subsidies innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (FES)
Mede in samenhang met de in het Regeerakkoord afgesproken opheffing van het FES is de raming van de bijdragen aan projecten op het gebied van innovatieve energiebesparing geactualiseerd. Dit leidt tot een verlaging van het budget in 2010. De verlaging in 2010 wordt toegevoegd aan de budgetten voor 2011 en 2012.
Instrument: Kennisoverdracht
Op grond van een actualisatie van de in 2010 te verrichten uitgaven voor onderzoek en kennisoverdracht op het gebied van wonen, wijken en integratie als totaal wordt de raming 2010 voor kennisoverdracht op het onderhavige artikel verhoogd.
Ontvangsten
Ontvangsten instrument: Subsidies innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (FES)
In samenhang met de in 2010 lagere uitgaven op dit instrument wordt ook de raming van de hieraan gerelateerde ontvangsten uit het FES verlaagd.
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 2 541 670 | 2 652 420 | – 1 243 | 2 651 177 | ||
Uitgaven: | 2 484 135 | 2 578 265 | – 1 243 | 2 577 022 | ||
Programma: | 2 484 135 | 2 578 265 | – 1 243 | 2 577 022 | ||
Garanderen betaalbaarheid voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling: | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Garanderen betaalbaarheid wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht): | 2 466 071 | 2 550 813 | 0 | 2 550 813 | ||
Huursubsidie en huurtoeslag | 2 439 624 | 2 522 624 | 0 | 2 522 624 | ||
Bevorderen eigen woonbezit | 26 447 | 28 189 | 0 | 28 189 | ||
Garanderen van een laagdrempelige geschillenbeslechting | 15 152 | 26 306 | – 1 328 | 24 978 | ||
Bekostiging Huurcommissie | 15 152 | 26 306 | – 1 328 | 24 978 | ||
Overige programmabudgetten: | 2 912 | 1 146 | 85 | 1 231 | ||
Onderzoek | 442 | 356 | 0 | 356 | ||
Kennisoverdracht | 525 | 790 | 85 | 875 | ||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 1 945 | 0 | 0 | 0 | ||
Ontvangsten: | 363 237 | 333 237 | 1 000 | 334 237 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Instrument: Bekostiging Huurcommissie
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
(x € 1000) | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 2e suppletoire begroting | ||
1. Verlaging budget DHC als gevolg van lager aantal geschillen | – 1 328 | – 1 328 |
2. Naar VROM: compensatie lagere ontvangsten DHC | – 2 600 | – 2 600 |
3. Aanpassing budget DHC als gevolg van overboeking naar VROM | 2 600 | 2 600 |
Totaal | – 1 328 | – 1 328 |
Ad 1.
Als gevolg van een lager aantal geschillen dan geraamd wordt het budget 2010 voor de Dienst van de Huurcommissie (DHC) met € 1,3 mln verlaagd.
Ad 2 en 3.
De op de begroting van VROM geraamde ontvangsten uit hoofde van de dienstverleningsovereenkomst (DVO) 2010 met de DHC vallen lager uit dan eerder geraamd, onder meer omdat bepaalde kosten door de DHC zelf rechtstreeks worden betaald. Ter dekking van het hierdoor ontstane tekort vindt een overboeking vanuit het onderhavige instrument naar de begroting van VROM plaats.
In samenhang met deze overboeking wordt de raming van dit instrument overeenkomstig verhoogd.
Ontvangsten
Ontvangsten instrument: Restituties subjectsubsidies
Het vermoedelijk beloop 2010 bij de ontvangsten huursubsidie zal € 5 mln bedragen. Daarmee wordt de raming voor 2010 met € 1 mln overschreden. De Belastingsdienst heeft de invordering van de nog openstaande vorderingen geïntensiveerd waardoor de ontvangsten sneller binnenkomen dan verwacht. Als gevolg hiervan komen de geraamde ontvangsten van € 1 mln uit de begroting 2011 te vervallen.
Artikel 4. Integratie niet-westerse migranten
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 582 790 | 500 787 | – 93 205 | 407 582 | ||
Uitgaven: | 582 790 | 505 515 | – 68 405 | 437 110 | ||
Programma: | 582 790 | 505 515 | – 68 405 | 437 110 | ||
Bewerkstelligen dat oud-en nieuwkomers hun inburgerings examen halen: | 504 243 | 439 846 | – 63 390 | 376 456 | ||
Facilitering inburgering | 504 243 | 439 846 | – 63 390 | 376 456 | ||
Het versterken van maatschappelijke emancipatie en het vergroten van de sociale integratie van niet-westerse migranten: | 78 547 | 65 669 | – 5 015 | 60 654 | ||
Facilitering remigratie | 36 981 | 37 492 | – 4 000 | 33 492 | ||
Overige instrumenten | 41 566 | 28 177 | – 1 015 | 27 162 | ||
Ontvangsten: | 103 249 | 103 249 | – 95 773 | 7 476 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Instrument: Facilitering inburgering
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt.
(x € 1000) | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 2e suppletore begroting | ||
1. Naar Gemeentefonds: kwaliteitsimpuls inburgering | – 47 475 | – 47 475 |
2. Aanpassing kasritme afrekening WIN 2005–2006 | – 11 500 | – 11 500 |
3. Minder leningen aangevraagd voor inburgeringscursussen | – 4 000 | – 4 000 |
4. Overige mutaties | – 17 915 | – 415 |
Totaal | – 80 890 | – 63 390 |
Ad 1.
In 2010 konden gemeenten die meer trajecten wilden aanbieden dan hun aandeel in 47 000 trajecten eenmalig aanspraak maken op extra budget. Met deze middelen kunnen gemeenten aanvullende maatregelen treffen (zoals beschreven in de brief van 25 augustus 2009, TK 31 143, nr. 67) om deze doelstelling te realiseren.
A 2.
Door vertraging in de afrekening van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) 2005–2006 zal betaling eind 2010 en begin 2011 plaatsvinden. Een deel van het hiervoor bestemde budget wordt daarom niet gebruikt in 2010 en doorgeschoven naar 2011.
Ad 3.
In 2010 vragen inburgeringsplichtigen naar verwachting voor € 4 mln minder leningen aan om hun inburgeringscursus te financieren. Reden is dat gemeenten sinds 2007 rijksmiddelen ontvangen om inburgeringsplichtigen een voorziening aan te bieden en zij dus niet hoeven te lenen. Bijgevolg wordt het verplichtingen- en uitgavenbudget in 2010 navenant verlaagd.
Ad 4.
Bij de overige mutaties is met name sprake van een administratief technische correctie van € 17,5 mln in de verplichtingen, omdat de verplichting aan DUO voor 2010 ten laste van het oude contract uit 2007 is geboekt.
Instrument: Facilitering remigratie
Naar verwachting wordt in 2010 een onderuitputting op het remigratiebudget verwacht van € 4 mln.
Ontvangsten
Ontvangsten instrument: Facilitering inburgering
In het kader van de afrekening van de BDU-SIV 2005–2009 is € 100 mln aan ontvangsten begroot in 2010. Het betreft terugvordering van de inburgeringmiddelen waarvoor geen prestatie is geleverd door gemeenten. Dat wil zeggen, van trajecten die niet zijn aangeboden, of trajecten die zijn gestart maar waarbij geen examen is afgelegd. Door vertraging in de verantwoordingsprocedure worden de middelen hoogstwaarschijnlijk begin 2011 ontvangen.
Ontvangsten instrumenten: Facilitering remigratie en Overige instrumenten
Diverse niet voorziene ontvangsten op het gebied van remigratie en integratie leiden tot een verhoging van de raming met € 3,4 mln.
Artikel 5. Kennis en ordening Wonen, Wijken en Integratie
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 3 372 | 3 067 | 1 139 | 4 206 | ||
Uitgaven: | 8 630 | 10 328 | 239 | 10 567 | ||
Programma: | 8 630 | 10 328 | 239 | 10 567 | ||
Versterken van de positie van de woonconsument: | 1 363 | 1 363 | 0 | 1 363 | ||
Subsidies woonconsumentenorganisaties | 1 363 | 1 363 | 0 | 1 363 | ||
|
| |||||
Overige programmabudgetten: | 7 267 | 8 965 | 239 | 9 204 | ||
Onderzoek | 3 959 | 5 553 | – 15 | 5 538 | ||
Experimenten en kennisoverdracht | 3 308 | 3 412 | 254 | 3 666 | ||
Ontvangsten: | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Artikel 6. Rijkshuisvesting
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 102 842 | 50 237 | 0 | 50 237 | ||
Uitgaven: | 102 842 | 50 237 | 0 | 50 237 | ||
Programma: | 102 842 | 50 237 | 0 | 50 237 | ||
Het adviseren en implementeren beleid rijkshuisvestingsstelsel: | 10 804 | 7 504 | 0 | 7 504 | ||
Beleid (mede) van toepassing op de rijkshuisvesting en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel | 3 051 | 3 051 | 0 | 3 051 | ||
Onderzoek Rgd | 599 | 599 | 0 | 599 | ||
Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw | 1 212 | 1 212 | 0 | 1 212 | ||
Energiebesparing rijkshuisvesting | 5 942 | 2 642 | 0 | 2 642 | ||
De architectonische kwaliteit stimuleren en monumenten beheren: | 15 259 | 15 259 | 0 | 15 259 | ||
Stimuleren architectonische kwaliteit | 0 | 0 | ||||
Beheer monumenten in rijksbezit | 15 259 | 15 259 | 0 | 15 259 | ||
Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken: | 76 779 | 27 474 | 0 | 27 474 | ||
Onderhoud HCvS/AZ | 3 627 | 0 | 0 | 0 | ||
Investeringen HCvS/AZ | 41 356 | 0 | 0 | 0 | ||
Huren HCvS/AZ | 5 474 | 0 | 0 | 0 | ||
Paleizen | 26 322 | 0 | 0 | 0 | ||
Functionele kosten Koninklijk Huis | 0 | 0 | ||||
Huisvestingskosten HCvS/AZ | 18 096 | 0 | 18 096 | |||
Huisvestingskosten Paleizen | 9 378 | 0 | 9 378 | |||
Ontvangsten: | 357 | 357 | 2 269 | 2 626 |
Toelichting
Ontvangsten
Als gevolg van de van 2009 naar 2010 uitgestelde verkoop van het pand Anna Paulownastraat wordt de raming van de ontvangsten op het onderhavige artikel verhoogd.
Artikel 95. Algemeen (Niet beleidsartikel)
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | 3 242 | 5 568 | 1 998 | 7 566 | ||
Uitgaven: | 17 741 | 31 129 | 8 088 | 39 217 | ||
Programma: | 17 741 | 31 129 | 8 088 | 39 217 | ||
Betaalbare woonkeuze koop- en huursector | 8 063 | 8 063 | 2 000 | 10 063 | ||
Budget BWS 1992–1994 | 2 169 | 2 169 | 0 | 2 169 | ||
Huisvesting gehandicapten en woon-zorg | 57 | 420 | 161 | 581 | ||
LVS en W I | 3 262 | 1 262 | – 1 262 | 0 | ||
Verzameluitkering | 4 190 | 19 215 | 7 189 | 26 404 | ||
Ontvangsten: | 214 | 214 | 0 | 214 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Instrument: Betaalbare woonkeuze koop- en huursector
Als gevolg van minder intrekkingen dan voorzien, moet de uitgavenraming 2010 van de niet meer vigerende Eigen Woningenregelingen worden verhoogd.
Instrument: Verzameluitkering
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt.
(x € 1000) | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 2e suppletore begroting | ||
1. Aanpassing kasritme budgetten toegevoegd aan verzameluitkering | 4 195 | |
2. Bijdrage aan knelpunt nieuw Den Helder | 1 000 | 1 000 |
3. Overboeking van instrument «LVS en WI» | 1 262 | 1 262 |
4. Overige mutaties | 998 | 732 |
Totaal | 3 260 | 7 189 |
Ad 1.
De mutatie is het gevolg van het in overeenstemming brengen van de toegezegde bedragen aan gemeenten volgens de beschikking van BZK en de in de begroting beschikbare bedragen. Over de jaren heen (2010–2016) is de mutatie budgettair neutraal.
Ad 2.
Voor de gemeente Den Helder is in het kader van het knelpunt nieuw Den Helder een budget van € 1 mln toegevoegd aan de verzameluitkering. Op grond van de Financiële verhoudingswet is het ministerie van BZK belast met de verstrekking, verlening en vaststelling van deze bijdrage.
Ad 3.
Het budget voor de Regeling Werkgelegenheidsimpuls 1994, project «Stedelijk Museum Amsterdam» is met ingang van deze suppletoire begroting opgenomen in de verzameluitkering.
Artikel 96. Onverdeeld (Niet beleidsartikel)
(x € 1 000) | (1) | (2) | (3) | (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutaties 2e suppletore begroting 2010 | Stand 2e suppletore begroting 2010 | |||
Verplichtingen: | – 6 143 | – 6 143 | 2 053 | – 4 090 | ||
Uitgaven: | – 1 578 | – 1 640 | 2 058 | 418 | ||
Programma: | – 1 578 | – 1 640 | 2 058 | 418 | ||
Prijsbijstelling: | – 664 | – 664 | 1 077 | 413 | ||
Prijsbijstelling | ||||||
Nog te verdelen: | – 914 | – 976 | 981 | 5 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Instrumenten: Prijsbijstelling en Nog te verdelen
De aan de WWI begroting toegevoegde prijsbijstelling wordt ten dele ingezet ten behoeve van de interne budgettaire problematiek, tijdelijk gestald op het onderhavige artikel.
Wetsartikel 2 Begroting Baten- en lastendiensten
Rijksgebouwendienst
Anticiperende handelingen door de Rijksgebouwendienst
2e suppletoire begroting 2010 Rijksgebouwendienst
Suppletoire begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten (Najaarsnota) behorende bij de Wet van ...... Stb. ......
Begroting 2010
Totaal baten | Totaal lasten | Saldo van baten en lasten | |
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | 1 483 931 | 1 483 471 | 460 |
Mutaties 1e suppletoire begroting | – 30 114 | – 30 114 | – |
Stand 1e suppletoire begroting 2010 | 1 453 817 | 1 453 357 | 460 |
Mutaties 2e suppletoire begroting | – 52 843 | – 52 843 | – |
Stand 2e suppletoire begroting 2010 | 1 400 974 | 1 400 514 | 460 |
Totaal kapitaaluitgaven | Totaal kapitaalontvangsten | ||
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | 725 371 | 470 000 | |
Mutaties 1e suppletoire begroting | 162 788 | 145 000 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2010 | 888 159 | 615 000 | |
Mutaties 2e suppletoire begroting | 620 324 | 463 000 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2010 | 1 508 483 | 1 078 000 |
Exploitatieoverzicht
bedragen in € * 1 000 | ||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting | Totaal geraamd |
Baten | ||||
Leveren producten/diensten: | ||||
Opbrengst departementen | 1 348 290 | 39 620 | – 53 000 | 1 334 910 |
Opbrengst moederdepartement | 105 753 | – 79 734 | 157 | 26 176 |
Opbrengst derden | 11 650 | 0 | 0 | 11 650 |
Bedrijfsvoering: | ||||
Rentebaten | 5 151 | 0 | 0 | 5 151 |
Overige baten | 13 087 | 10 000 | 0 | 23 087 |
Totaal baten | 1 483 931 | – 30 114 | – 52 843 | 1 400 974 |
Lasten | ||||
Product Huisvesting: | ||||
Apparaatskosten (netto) | 89 473 | 0 | 0 | 89 473 |
Huren | 328 132 | 180 | – 13 000 | 315 312 |
Rentelasten | 329 122 | 2 932 | – 40 000 | 292 054 |
Afschrijvingen | 302 634 | 22 932 | 0 | 325 566 |
Onderhoud | 155 438 | – 15 847 | 0 | 139 591 |
Dotaties voorzieningen | 19 406 | – 18 000 | 0 | 1 406 |
Belastingen en heffingen | 24 056 | 0 | 0 | 24 056 |
Investeringen buiten gebruiksvergoedingen | 139 968 | – 44 656 | 0 | 95 312 |
Overige producten: | ||||
Services | 65 975 | 0 | 0 | 65 975 |
Adviezen | 5 807 | 0 | 0 | 5 807 |
Beleidsondersteuning | 7 773 | 345 | 157 | 8 275 |
PPS-lasten | 10 400 | 7 000 | 0 | 17 400 |
Overige lasten | 5 287 | 15 000 | 0 | 20 287 |
Totaal lasten | 1 483 471 | – 30 114 | – 52 843 | 1 400 514 |
Saldo | 460 | 0 | 0 | 460 |
Toelichting
De huren vanuit de markt dalen omdat een aantal objecten is aangekocht en minder markthuur hoeft te worden betaald. De mutaties op de rentelasten en de opbrengst departementen betreffen ramingstechnische bijstellingen.
Kasstroom
bedragen in € * 1 000 | |||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting | Stand 2e suppletoire begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari | 304 923 | 265 571 | 0 | 570 494 |
2. | Operationele kasstroom | 293 418 | – 8 000 | 0 | 285 418 |
3a. | Investeringen | – 425 000 | – 145 000 | – 463 000 | – 1 033 000 |
3b. | Desinvesteringen | 45 000 | 0 | 0 | 45 000 |
3. | Investeringskasstroom | – 380 000 | – 145 000 | – 463 000 | – 988 000 |
4a. | Afdracht | 0 | – 17 788 | – 157 324 | – 175 112 |
4b. | Aflossing | – 300 371 | 0 | 0 | – 300 371 |
4c. | Beroep op leenfaciliteit | 425 000 | 145 000 | 463 000 | 1 033 000 |
4. | Financieringskasstroom | 124 629 | 127 212 | 305 676 | 557 517 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december | 342 970 | 239 783 | – 157 324 | 425 429 |
Toelichting
Voor de aankoop van het onderhanden werk voor de projecten van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de drie staatspaleizen wordt een betaling aan het voormalige ministerie voor WWI gedaan. Zoals vermeld in de 1e suppletoire begroting 2010 (TK, vergaderjaar 2009–2010, 32 395 XVIII, nr. 2) worden deze projecten in het kader van de systeemwijziging met ingang van 2010 middels de leenfaciliteit gefinancierd. Deze boekhoudkundige handeling is niet van invloed op het emu-saldo, maar verhoogt wel het leenplafond.
Het beroep op de leenfaciliteit is verder verhoogd door voornoemde aankoop, door de voorgenomen aankoop van gehuurde objecten en door een versnelling in de uitfinanciering van lopende huisvestingsprojecten.