Kamerstuk 32565-VIII-4

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake kinderopvang naar aanleiding van de 2de suppletoire wet 2010 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Gepubliceerd: 13 december 2010
Indiener(s): Jan van Bochove (SGP)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32565-VIII-4.html
ID: 32565-VIII-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 december 2010

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen over het onderdeel kinderopvang2 met de daarop gegeven antwoorden.

Met vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van Bochove

De griffier van de commissie,

De Kler

47

Kunt u bevestigen dat de extra uitgaven voor kinderopvang grotendeels worden veroorzaakt door het grotere aantal kinderen dat gebruik maakt van dagopvang en buitenschoolse opvang (BSO)? Wat zijn de aantallen kinderen voor dagopvang, gastouderopvang en BSO waar in de ramingen van uit wordt gegaan? Waarop zijn deze ramingen gebaseerd? In hoeverre is de groei in de vraag naar kinderopvang, die zich in de afgelopen jaren heeft gemanifesteerd, meegenomen in deze ramingen? Wat zijn deze ramingen per jaar voor deze drie categorieën voor de periode van 2011 tot 2015?

Ja. De extra uitgaven zijn grotendeels op het conto te schrijven van grotere aantallen kinderen in de opvang dan geraamd, zowel in de buitenschoolse opvang als in de dagopvang. Bij Miljoenennota 2011 werden er voor 2010 347 000 kinderen geraamd in de dagopvang, 297 000 kinderen in de buitenschoolse opvang en 128 000 kinderen in de gastouderopvang. Bij najaarsnota 2010 worden er voor 2010 371 000 kinderen geraamd in de dagopvang, 314 000 kinderen in de buitenschoolse opvang en 131 000 kinderen in de gastouderopvang.

Iedere maand verstrekt de Belastingdienst beleidsinformatie over de uitgaven aan kinderopvangtoeslag, aantallen kinderen, uren en uurprijzen. De meeste recente uitvoeringsinformatie wordt in de raming betrokken.

Op dit moment is er nog geen nieuwe raming voor de periode 2011–2015 t.o.v. de raming die bij miljoenennota met de kamer is gedeeld. Bij voorjaarsnota 2011 zal een nieuwe meerjarenraming van de kinderopvangtoeslag worden gepresenteerd, waarin de uitvoeringsgegevens over heel 2010 worden meegenomen.

48

Wat is de verklaring voor het feit dat de bedragen voor 2010 uit de tabel Budgettaire gevolgen van beleid niet gelijk zijn aan de bedragen voor 2010 in tabel 24.2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 uit de Rijksbegroting 2011?

De begroting 2011 is eind augustus opgesteld op basis van de uitvoeringsinformatie tot en met juni. Bij de najaarsnota is de uitvoeringsinformatie tot en met september meegenomen. Hieruit bleek dat er meer nabetaald was over in voorgaande jaren verstrekte voorschotten en dat de toename van het aantal kinderen in de buitenschoolse opvang en de dagopvang sterker was dan geraamd werd bij miljoenennota. Dit leidde tot een overschrijding van het budget met € 65 miljoen.

49

Kan de verlaging van de uitgaven van € 2,9 miljoen aan de Taskforce wachtlijsten in het kader van kinderopvang nader worden toegelicht?

De uitgaven aan de Taskforce wachtlijsten zijn niet verlaagd. Voor de aanpak van de wachtlijsten in de kinderopvang is € 2,7 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds en € 0,2 miljoen naar het Netwerkbureau Kinderopvang.

50

Kan de verlaging van de uitgaven van € 46,8 miljoen aan kwaliteit en opleidingen in het kader van kinderopvang nader worden toegelicht?

Het bedrag van € 46,8 miljoen bestaat uit een bedrag van € 25,3 miljoen dat is overgeboekt naar artikel 4, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, voor de kosten van opleidingen van gastouders; een bedrag van € 4 miljoen dat is overgeboekt naar artikel 1 (primair onderwijs) voor de uitvoering van de regeling voor tussenschoolse opvang; een bedrag van ruim € 2,5 miljoen dat is overgeboekt naar de Belastingdienst voor extra uitvoeringskosten in verband met noodzakelijke koppelingen aan het Landelijk Register Kinderopvang; en een bedrag van € 13,4 dat is ingezet ter dekking van de hogere uitgavenprognose kinderopvangtoeslag. Tenslotte is een bedrag van ongeveer € 1,6 miljoen doorgeschoven naar 2011 voor doorlopende verplichtingen die pas in 2011 tot betaling komen.

51

Waaruit bestaat de technische mutatie van € 21 miljoen?

Het betreft een ramingbijstelling van de ontvangsten aan werkgeverspremie. Omdat de raming van de totale loonsom naar beneden is bijgesteld wordt de raming van de werkgeverspremie kinderopvang neerwaarts bijgesteld.

52

Kunt u bevestigen dat van het budget voor subsidies kinderopvang en de knelpunten bij de uitbreiding van de kinderopvang capaciteit € 13,9 miljoen niet is besteed en dat van het budget scholing overblijfmedewerkers, de uitbreiding van capaciteit BSO en de verdere ontwikkeling van het Landelijk Register Kinderopvang € 5,9 miljoen niet is besteed? Waarom zijn deze bedragen niet tot besteding gekomen? Waar zijn deze gelden dan wel voor ingezet?

Van het totale budget ad € 31 mln. voor de hogere kosten van opleidingen gastouders, de ontwikkeling van de gemeenschappelijke inspectie ruimte en het toezicht in de kinderopvang is € 13,9 gebruikt ter dekking van de hogere uitgavenprognose van de kinderopvangtoeslag.

Het bedrag van € 5,8 miljoen dat niet tot besteding is gekomen, betreft verplichtingen die in 2011 tot uitbetaling komen.