Vastgesteld 9 december 2010
De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van een vraag en een antwoord.
De vraag is op 2 december 2010 voorgelegd. Bij brief van 9 december 2010 is deze door de minister van Financiën beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Dezentjé Hamming-Bluemink
De griffier van de commissie,
Berck
1
Kennelijk hebben gemeenten en provincies meer gedeclareerd dan verwacht. Hoe kan dit verschil zomaar ontstaan, aangezien de projecten waar het bij het BTW-compensatiefonds om draait meestal eerder bekend zijn?
Uitkeringen via het BTW-compensatiefonds geschieden op declaratiebasis. Pas achteraf is bekend hoeveel BTW kan worden gecompenseerd op basis van de werkelijke uitgaven. De raming is gebaseerd op realisaties uit het verleden. Op basis van de meest recente inzichten is bij Najaarsnota een aanpassing van de raming gemaakt.