Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2018
Bij brieven van 24 mei en 7 juni 2018 heeft u mij gevraagd uw Kamer te informeren over mijn standpunt m.b.t. de positie van brandweervrijwilligers tegen de achtergrond van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra)(Kamerstuk 32 550). Ik informeer u hierover mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Wnra heeft als doel de rechtspositie van ambtenaren zoveel mogelijk gelijk te stellen aan die van werknemers in de private sector, die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Van de normalisering van de rechtspositie zijn in de initiatiefwet Wnra verschillende groepen uitgezonderd, waaronder de rechterlijke ambtenaren en politieambtenaren.
Op dit moment is onder primaire verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wetgeving in voorbereiding die noodzakelijk is voor de goede invoering van de Wnra. Het personeel van de veiligheidsregio’s, waaronder brandweervrijwilligers, valt onder het bereik van de Wnra. Bij de voorbereiding van de implementatie van de Wnra is gebleken dat de situatie binnen de veiligheidsregio’s uitermate complex is, vanwege de verscheidenheid aan groepen medewerkers en de verschillende arbeidsvoorwaardenregelingen die voor hen gelden. Gelet op deze complexiteit en de zorgvuldigheid waarmee de overgang naar het private arbeidsrecht dient plaats te vinden, is het voornemen om de invoering van de Wnra voor het personeel van de veiligheidsregio’s, met uitzondering van het ambulancepersoneel, uit te stellen.
De implementatie van de overgang naar het private arbeidsrecht is een verantwoordelijkheid van de werkgevers – de veiligheidsregio’s1 – in overleg met de vakbonden. Hierbij zal ook uitdrukkelijk aandacht worden besteed aan de positie van brandweervrijwilligers. Zoals aangegeven in mijn brief van 11 december 20172 hecht ik grote waarde aan de inzet van vrijwilligers. De brandweerzorg in Nederland is in grote mate van hen afhankelijk. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het stelsel van veiligheidsregio’s is mijn ministerie betrokken bij de nadere uitwerking en monitor ik de voortgang op dit dossier. Ook zal ik bij de werkgevers aandacht vragen voor zorgvuldige communicatie naar het personeel van de veiligheidsregio’s. Ik verwacht uw Kamer over de nadere uitwerking in de 2e helft van 2018 te kunnen informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus