Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2012
In mijn brief van 7 juni 2012 (Kamerstuk 32 550, nr. 32) heb ik aangegeven de Kamer te informeren over de voorlichting van de Raad van State over de positie van de gewetensbezwaarde (trouw)ambtenaar.
Bij brief van 3 januari 2012 heb ik, samen met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op grond van artikel 21a, eerste lid, van de Wet op de Raad van State aan de Afdeling advisering van de Raad van State gevraagd om ons van voorlichting te dienen over de positie van de gewetensbezwaarde (trouw)ambtenaren. Wij hebben om deze voorlichting gevraagd omdat het advies van de Commissie gelijke behandeling «Trouwen? Geen bezwaar!» 1 aanleiding gaf tot het stellen van nadere juridische vragen over de reikwijdte en onderlinge verhouding van de betrokken grondrechten.2
Op 9 mei 2012 heeft de waarnemend vice-president van de Raad van State ons voorlichting No. W04.12 0011/I toegezonden. Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de voorlichting van de Afdeling advisering toe (Kamerstuk 32 550/30 420, nr. 35).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies