Kamerstuk 32550-22

Amendement van de leden Van der Burg en Koopmans over het volledig uitzonderen van openbaar onderwijspersoneel van de Ambtenarenwet 201., alsmede het omzetten van aanstellingen van dit personeel naar arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht

Dossier: Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren)


Nr. 22 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER BURG EN KOOPMANS

Ontvangen 29 maart 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, wordt aan artikel 1 een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Geen ambtenaar is degene die krachtens een arbeidsovereenkomst met een overheidswerkgever werkzaam is bij:

    • a. een openbare school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

    • b. een krachtens publiek recht ingestelde instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of een krachtens publiek recht ingesteld academisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

II

Na artikel IXb wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel IXc

  • 1. De aanstelling die vóór de inwerkingtreding van artikel I is verleend aan een ambtenaar die werkzaam is bij:

    • a. een openbare school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

    • b. een krachtens publiek recht ingestelde instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of een krachtens publiek recht ingesteld academisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

    wordt met ingang van de tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van rechtswege omgezet in een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

  • 2. De artikelen 14, eerste lid, tweede volzin, 15 en 17 van de Ambtenarenwet 201. zijn van overeenkomstige toepassing op de personen wiens aanstelling op grond van het eerste lid is omgezet in een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Toelichting

Via dit amendement wordt het personeel in het openbaar onderwijs volledig uitgesloten van de werking van de Ambtenarenwet (onderdeel I), en worden de aanstellingen van het deel van dit personeel dat thans op basis van een aanstelling werkzaam is, omgezet in een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Het betrokken overgangsrecht uit de Ambtenarenwet wordt daarbij van toepassing verklaard.

Het gaat daarbij om al het personeel van de onderwijsinstellingen die openbaar onderwijs verzorgen, waaronder de openbare scholen, hogescholen en universiteiten.

Van der Burg Koopmans