Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2010
Hierbij doe ik u het Jaarplan 2011 van de SZW-Inspectie in oprichting toekomen.1
In de SZW-Inspectie in oprichting zullen de activiteiten van de Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst worden gebundeld. De plannen voor 2011 van de diensten zijn voor het eerst in dit jaarplan samengebracht.
Het jaarplan vormt de basis voor het toezicht en de opsporing op het hele domein van sociale zaken en werkgelegenheid. Het betreft daarbij het toezicht op naleving van de Arbowet, de Arbeidstijdenwet, de Wet arbeid vreemdelingen en de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag, verder de strafrechtelijke opsporing op het hele SZW terrein waaronder grootschalige fraude, arbeidsuitbuiting en illegale arbeid en het toezicht op het functioneren van het uitvoerend stelsel van werk en inkomen. Met dit toezicht draagt de SZW-Inspectie i.o. bij aan veilige en gezonde arbeid, een veilige procesindustrie, een goed functionerende arbeidsmarkt, een rechtvaardige inkomensverdeling en een goed functionerend stelsel van werk en inkomen.
De SZW-Inspectie in oprichting gaat meer in samenhang en selectiever inspecteren. Daarbij streeft de inspectie naar een minimale last van toezicht voor bedrijven en instellingen, maar zet zij ook in op krachtig handhaven waar dat nodig blijkt. Voor een goede samenhang in het optreden en een goed gecoördineerd optreden geeft de inspectie samenwerking met andere Inspectiediensten onverminderd aandacht De coördinatie via de Inspectieraad, de samenwerking via interventieteams en de regionale samenwerking rondom het toezicht op het Besluit Risico Zware Ongevallen dragen daartoe bij.
Ik wil uw aandacht vestigen op onderstaande prioriteiten in het toezicht voor 2011.
Op het terrein van arbeidsomstandigheden zijn dat drie speerpunten:
• vermindering van arbeidsongevallen;
• omgaan met gevaarlijke stoffen;
• agressie en geweld tegen werknemers met publieks contacten.
Daarbij wordt samengewerkt met sociale partners en wordt de aandacht vooral gericht op 18 prioritaire sectoren. Arbo-catalogi van sociale partners voor sectoren zijn daarbij de referentiepunten voor handhaving.
Wat betreft rampenpreventie en het beheersen van de risico’s bij bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken zijn er eveneens drie speerpunten:
• onderhoudsstops (waarbij naast procesveiligheid gelijktijdig op illegale tewerkstelling door onderaannemers, naleving van de wet minimumloon en op reguliere arbozorg wordt gecontroleerd);
• veiligheidscultuur;
• grote bovengrondse opslagtanks met brandbare stoffen.
Op het terrein van arbeidsmarktfraude zijn de specifieke speerpunten:
• het laten werken van buitenlandse studenten, kennismigranten en stagiaires;
• het aanpakken van notoire overtreders.
De prioritaire sectoren op basis van risicoanalyse zijn:
• land- en tuinbouw, bouw, schoonmaak, intermediairs, detailhandel, autobedrijven en horeca.
De inspecties worden verricht op basis van landelijke inspectieprojecten en in samenwerkingsverbanden met de Belastingdienst, UWV, SVB en politie. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van gegevens van de IND en UWV Werkbedrijf.
Signalen over uitbuiting van buitenlandse werknemers of mensenhandel worden verzameld ten behoeve van een mogelijke strafrechtelijke opsporing.
De inspectie heeft voor strafrechtelijk onderzoek een eigen eenheid, die onder aansturing van het Openbaar Ministerie opsporing verricht; de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst. Op het gebied van arbeidsuitbuiting, mensensmokkel en illegale arbeid wordt samengewerkt met de Vreemdelingenpolitie, Koninklijke Marechaussee en Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel. Bedrijfstakken waarop de SIOD zijn opsporing primair richt zijn land- en tuinbouw, bouw, schoonmaak, horeca en de uitzendbureaus. Deze dienst van de inspectie neemt deel aan de Proeftuinen Zuid-Holland-Zuid (uitbuiting in de schoonmaakbranche en de uitzendbureaus) en Brabant Zuid-Oost (uitbuiting in de land- en tuinbouw). Daarnaast wordt ingezet op het structureel ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De inspectie houdt tenslotte systeemgericht toezicht op de werking en resultaten van het stelsel van werk en inkomen gerelateerd aan de beleidsdoelen.De Inspectie Werk en Inkomen voert hiertoe in 2011 vier programma’s uit:
• Participatie;
• Inkomenszekerheid;
• Dienstverlenende overheid;
• Informatieprocessen.
Uitgebreide informatie over deze programma’s is ogenomen in het Jaarplan 2011 van de Inspectie Werk en Inkomen, dat eerder aan u is toegezonden.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. G. J. Kamp