Voorgesteld 14 juni 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het kabinet de persoonlijke dienstverlening aan grensarbeiders via de Bureaus voor Belgische en Duitse Zaken wenst te beëindigen als onderdeel van de invulling van de taakstelling op het SZW-domein;
overwegende, dat grensarbeiders te maken hebben met een aantal gecompliceerde sociale zekerheidssystemen, zoals van het woonland, van het werkland en vanwege de Europese verordening 883/2004;
verzoekt de regering in de komende tijd te onderzoeken of e-dienstverlening in deze complexe situaties kan worden ingevoerd en wanneer dit slaagt, te komen tot een stapsgewijze afbouw van de huidige activiteiten van de grensbureaus;
verzoekt de regering tevens te onderzoeken of en in hoeverre provincies en Euregio's bereid zijn deze bureaus mede te financieren, waarbij de omvang van deze bijdragen het tempo van de afbouw kan vertragen;
verzoekt de regering voorts na te gaan welke werkzaamheden van de bureaus tegen kostprijs kunnen worden uitgevoerd;
verzoekt de regering ten slotte een definitief besluit over opheffing van de Bureaus niet eerder te nemen dan in het kader van de begroting voor 2014,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Besselaar
Ortega-Martijn