Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2010
Uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij gevraagd een reactie te geven op de door de Stichting Duurzame Paling Sector Nederland (DUPAN) gesignaleerde ecologische risico’s die voortkomen uit de plannen van het bedrijf Ripple Fish om paling uit Madagascar te kweken in Nederland. Ook heeft uw Kamer mij verzocht u te informeren over de voortgang van het onderzoek naar welzijnsvriendelijke bedwelmingsmethoden voor de meerval en paling. In deze brief ga ik op beide zaken in.
Het bedrijf Ripple Fish is sinds 2 jaar actief in Madagascar met de vangst en kweek van de Afrikaanse paling (Anguilla mossambica). Uw eerdere vragen over de activiteiten van Ripple Fish en de samenwerking met IMARES heb ik beantwoord op 19 maart 2010 (Tweede Kamer vergaderjaar 2009–2010, aanhangselnr. 1985). De soort mag niet in Nederland worden gehouden omdat deze niet is opgenomen in de lijst van soorten welke voor productiedoeleinden gehouden mogen worden. Het protocol voor tijdelijke toelating van de soort, op basis van criteria zoals destijds door de Raad voor Dieraangelegenheden geformuleerd, is daarom van toepassing. Daarnaast is de Afrikaanse paling een uitheemse soort en valt daarmee onder de Europese Verordening inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur (708/2007/EG). Het doel van deze Verordening is om ecologische risico’s bij de kweek van uitheemse soorten zoveel mogelijk te voorkomen. Ten gevolge van deze Verordening kan een uitheemse soort alleen worden geïntroduceerd voor de kweek, indien hiervoor een vergunning is afgegeven door de bevoegde autoriteit, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De verordening geeft richtsnoeren voor het dossier dat de aanvrager moet opstellen om een vergunning te verkrijgen.
Inmiddels heeft Ripple Fish een aanvraag ingediend om glasaal en pootaal van de Afrikaanse paling in Nederland op te kweken. Ik zal haar dossier op basis van de genoemde wetgeving zorgvuldig beoordelen.
Tenslotte wijs ik u erop dat het importeren van levende vis uit Madagascar naar de Europese Unie niet is toegestaan, omdat het land niet staat op de lijst van derde landen waaruit levende vis mag worden geïmporteerd bestemd voor de kweek (Verordening 1251/2008/EG). De Commissie kan echter, bijvoorbeeld indien er nieuwe informatie beschikbaar is, besluiten om het land alsnog op de lijst te plaatsen van derde landen waaruit levende vis mag worden geïmporteerd. Veelal zal een inspectiemissie van de Food and Veterinary Office (FVO) noodzakelijk zijn.
De praktijkproeven met het op een welzijnsvriendelijke wijze elektrisch bedwelmen en doden van in Nederland gekweekte meerval zijn succesvol verlopen. Onderzoekers van Wageningen UR hebben samen met het Nederlands en Noors bedrijfsleven een apparaat ontwikkeld en in de praktijk getest. Het onderzoek wijst uit dat het apparaat voldoet aan de door de onderzoekers gedefinieerde welzijnscriteria. Met het apparaat worden momenteel circa 70% van de in Nederland gekweekte meervalsoorten bedwelmd en gedood.
Het onderzoek naar het bedwelmen en doden van paling heeft geresulteerd in een prototype wat momenteel op bedrijfsschaal wordt getest. Ik verwacht dat het onderzoek voor het einde van dit jaar kan worden afgerond.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg