Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 april 2011
U heeft mij per brief d.d. 4 maart verzocht om een reactie op een brief die u hebt ontvangen van de Stuurgroep Plattelandsparlement.
Naar aanleiding van een gesprek dat de Stuurgroep met uw commissie heeft gehad op 10 februari meent de Stuurgroep dat er brede ondersteuning bij uw Kamer is voor het Plattelandsparlement. Bij de ministeries van EL&I en BZK is een verzoek om financiële ondersteuning ingediend. De Stuurgroep meldde dat er vanuit EL&I nog geen duidelijkheid was omtrent een eventuele bijdrage.
Dat is niet juist.
Op 25 januari heeft een gesprek plaatsgevonden met een aantal vertegenwoordigers van mijn departement met de heer Broekhuizen van de LvKK, de heer Janmaat van Netwerk Platteland en de heer Van Bussel van de KNHM als vertegenwoordigers van de Stuurgroep Plattelands-parlement.
In dat gesprek is aangegeven dat EL&I sympathiek staat tegenover het fenomeen Plattelandsparlement waarbij door plattelandsbewoners zelf actuele kwesties op de politieke agenda van lokale en regionale bestuurders gezet worden. De afgelopen jaren heeft het ministerie het Plattelandsparlement dan ook ruimhartig ondersteund.
Bij het laatste debat over het Plattelandparlement met uw Kamer heeft toenmalig minister Verburg wel aangegeven dat een eventuele bijdrage van het Rijk meer in verhouding zou moeten komen te staan met die van overige partners. Immers, het Plattelandsparlement is een beweging van onderop die bovendien de kinderschoenen is ontgroeid.
Inmiddels is er een nieuw kabinet aangetreden. Dit kabinet heeft besloten de primaire verantwoordelijkheid voor een aantal taken over te dragen aan provincies en gemeenten. Voor het ministerie van EL&I betekent dit onder meer dat regionale plattelandsontwikkeling geen primaire taak is.
Daarnaast ziet het kabinet zich geconfronteerd met een ingrijpende bezuinigingstaakstelling waardoor scherp prioriteiten dienen te worden gesteld met betrekking tot subsidies die kunnen worden verleend. Deze worden steeds meer gekoppeld aan primaire beleidsvelden.
Op basis daarvan is tijdens het gesprek met de vertegenwoordigers van het Plattelandsparlement expliciet aangegeven dat het ministerie van EL&I niet langer financieel zal bijdragen aan de organisatie van het Plattelandsparlement.
Inmiddels heeft uw Kamer mij tijdens het AO Landbouwraad op 15 maart jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 473) gevraagd toch middelen beschikbaar te stellen voor ondersteuning van het Plattelandsparlement.
Ik zal de middelen vrijmaken binnen mijn begroting.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker