Ontvangen 23 november 2010
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 21 Duurzaam ondernemen van de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden het verplichtingen- en uitgavenbedrag verhoogd met € 1 000 (x € 1 000).
II
In artikel 29 Algemeen van de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden het verplichtingen- en uitgavenbedrag verlaagd met € 1 000 (x € 1 000).
Dit amendement beoogt een reserve op te bouwen voor flankerend beleid in verband met een verbod op de pelsdierhouderij.
Vanuit artikel 29 wordt jaarlijks, met ingang van 2011 tot en met 2024, 1 miljoen toegevoegd aan een nieuwe interne begrotingsreserve voor het flankerend beleid in verband met een verbod op de pelsdierhouderij.
Indieners willen de reservering voor mogelijk flankerend beleid voor de nertsenhouders in verband met het voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) (30 826) en het voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij (32 369), welke voorzien in een verbod op de pelsdierhouderij vanaf 1 januari 2024. In een novelle zullen de initiatiefnemers Van Gerven en Dijsselbloem dit mogelijke flankerende beleid nader uitwerken.
De dekking wordt gevonden uit het bedrag van 20 miljoen euro, dat toegevoegd wordt aan artikel 29 van de landbouwbegroting, en dat bedoeld is voor «apurement». Het gaat dan om terugvorderingen door de EU vanwege onterechte uitkering van subsidies aan Nederland. De indieners gaan ervan uit dat Nederland geen onterechte declaraties indient bij de EU en wil daarom deze middelen deels reserveren voor toekomstig flankerend beleid bij de afbouw van de pelsdierhouderij.
Van Gerven
Dijsselbloem