Gepubliceerd: 2 november 2010
Indiener(s): Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-XIV-10.html
ID: 32500-XIV-10

Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 november 2010

Artikel I

In het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2011 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A.

Het opschrift komt te luiden:

Voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2011.

B.

In wetsartikel 1 komen de woorden «het Ministerie van» te vervallen.

C.

In wetsartikel 2 worden de woorden «van het Ministerie van» vervangen door: met betrekking tot .

D.

In het opschrift boven de departementale begrotingsstaat en boven de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten komen de woorden «Ministerie van» te vervallen.

Artikel II

De departementale begrotingsstaat wordt gewijzigd als volgt (bedragen x € 1 000):

Art.

Omschrijving

Stand van ontwerpbegroting vóór Nota van wijziging

Stand van ontwerpbegroting na Nota van wijziging

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

1 964 084

2 627 274

546 617

 

2 580 146

461 323

        
 

Beleidsartikelen

1 691 577

2 354 771

233 061

 

2 307 643

147 767

21

Duurzaam ondernemen

286 978

275 597

36 466

301 001

277 871

11 966

22

Agrarische Ruimte

18 032

51 368

52 631

18 032

53 368

44 231

23

Natuur

261 590

571 173

42 394

261 590

562 972

44 394

24

Landschap en recreatie

77 225

301 724

32 160

166 304

260 123

7 560

25

Voedselkwaliteit en diergezondheid

66 301

67 211

1 247

66 301

67 211

1 247

26

Kennis en Innovatie

961 826

977 539

21 435

963 326

979 039

10 435

27

Bodem, water en reconstructie in zandgebieden

19 625

110 159

46 728

19 625

107 059

27 928

        
 

Niet-beleidsartikelen

272 507

272 503

313 556

 

272 503

313 556

28

Nominaal en onvoorzien

4 019

4 019

4 019

4 019

29

Algemeen

268 488

268 484

313 556

268 488

268 484

313 556

Toelichting

Algemene toelichting

De wijziging van het opschrift van het wetsvoorstel en de wijziging van wetsartikel 1 en 2, alsmede van het opschrift boven de begrotingsstaten hangen samen met de opheffing van het ministerie, waartoe het kabinet heeft besloten, en met de verdeling van de beleidsaangelegenheden waarmee het ministerie was belast, over andere ministeries (zie Staatscourant van 18 oktober 2010, Stcrt. 2010, nr. 16584). Die verdeling of beleidsherverkaveling zal in de loop van 2011 organisatorisch vorm worden gegeven. De begroting 2011 zal daartoe stapsgewijs worden aangepast.

Omdat met ingang van 14 oktober 2010 het Ministerie van LNV is opgeheven, kan er bij een juiste toepassing van artikel 1, lid 1, onder a, van de Comptabiliteitswet 2001 geen sprake meer zijn van een begroting van het Ministerie van LNV. Er is een (spoed)wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 in voorbereiding die voor de (overgangs)periode waarin de verdeling van de beleidsaangelegenheden over andere ministeries plaatsvindt, voorziet in een de mogelijkheid van een aparte begroting van LNV. Aan die wetswijziging zal voldoende terugwerkende kracht worden verleend, zodat thans al in het onderhavige wetsvoorstel op die naamswijziging vooruit kan worden gelopen.

In deze nota van wijziging worden de begrotingsaanpassingen voor 2011 voorvloeiend uit het Regeerakkoord in de onderhavige begroting doorgevoerd, exclusief de beleidsherverkavelingen. De beleidsherverkavelingen – de integratie van LNV en EZ in het ministerie van EL&I – zullen voor zover die herverkavelingen op korte termijn organisatorisch kunnen worden doorgevoerd, in een incidentele suppletoire begroting worden opgenomen, die rond het kerstreces bij de Tweede Kamer zal worden ingediend.

Toelichting bij de departementale begrotingsstaat

Uitgaven

In deze nota van wijziging worden de volgende taakstellingen aan de uitgavenkant verwerkt.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (incl. HGIS)

2 627,2

2 368,6

2 330,6

2 200,7

2 144,0

      

Mutaties Regeerakkoord

–65,0

–245,0

–331,0

–401,0

–449,0

Taakstelling Rijk, agentschappen,ZBO’s (bruto)

 

–23,0

–60,0

–97,0

–135,0

Flankerend Beleid

 

23,0

29,0

14,0

20,0

Taakstelling Rijk, agentschappen,ZBO’s (netto)

 

0,0

–31,0

–83,0

–115,0

Bundeling verantwoordelijkheden waterschappen

  

–10,0

–20,0

–20,0

Efficiencywinst uitvoering natuurbeheer

 

–10,0

–20,0

–30,0

–40,0

Geen inzet SBB buiten EHS

   

–10,0

–10,0

Versoberingmaatregelen

  

–10,0

–20,0

–30,0

Afschaffen RodS

–40,0

–40,0

–40,0

–10,0

–10,0

Ontstapeling gebiedscategorieën

–10,0

–20,0

–20,0

–20,0

–30,0

Gebiedsconcessies natuurgebieden

 

–10,0

–20,0

–30,0

–30,0

Bovenplanse verevening voor natuurinvesteringen

   

–10,0

–10,0

Kosten MER doorberekenen

   

–3,0

–3,0

Robuuste verbindingen schrappen

–10,0

–30,0

–40,0

–50,0

–50,0

Sluitreeks

    

9,0

Taakverbreding provincies

 

–125,0

–125,0

–95,0

–85,0

Taakstelling subsidies / verkoop gronden ZBO’s LNV

–5,0

–10,0

–15,0

–20,0

–25,0

      

Overig

17,9

51,0

55,0

10,9

2,8

FES: aanpassen kasritme

4,6

2,2

7,0

4,4

2,8

FES: uitgekeerd uit het FES (reservering)

13,3

48,8

48,0

6,5

 
      

Stand Startbrief (incl. HGIS)

2 580,1

2 174,6

2 054,6

1 810,6

1 697,8

Taakstelling Rijk, agentschappen ZBO’s (netto)

In het concept Regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» is voor LNV een generieke apparaatstaakstelling (personeel en materieel) van € 35 mln. in 2015 en een additionele taakstelling van € 80 mln. opgenomen. Het gaat dus om een totale taakstelling van € 115 mln. in 2015. Deze taakstelling komt bovenop de eerder opgelegde taakstellingen. Deze taakstelling wordt vooralsnog verwerkt op artikel 28 Nominaal en onvoorzien.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 28 Nominaal en onvoorzien

0,0

0,0

–31,0

–83,0

–115,0

Bundeling verantwoordelijkheden op het terrein van milieu- en watercondities voor natuur bij waterschappen

Waar de waterschappen actief zijn bij de gebiedsgerichte inrichting van (delen van) het landelijk gebied krijgen zij ook de regierol voor het realiseren van water en milieucondities. Door deze gebiedsgerichte benadering ontstaat synergiewinst op de te decentraliseren middelen voor water en milieukwaliteit voor natuur.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

0,0

0,0

–2,0

–6,0

–6,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

0,0

0,0

–4,0

–5,0

–5,0

Artikel 27 Bodem, water en reconstructie zandgebieden

0,0

0,0

–4,0

–9,0

–9,0

Efficiencywinst uitvoering natuurbeheer 1

Efficiencywinst wordt binnen het natuurdomein gerealiseerd door:

  • 1) concentratie van uitvoeringsactiviteiten en intensievere samenwerking tussen de terreinbeherende instanties (bijvoorbeeld Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Provinciale Landschappen en Recreatieschappen, Rijkswaterstaat, Waterschappen, provincies en gemeenten).

  • 2) Vermindering administratieve lasten en transactiekosten

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

0,0

–10,0

–19,0

–28,0

–38,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

0,0

 0,0

–1,0

  

Artikel 28 Nominaal en onvoorzien1

   

–2,0

–2,0

XNoot
1

Een aantal van de bij regeerakkoord afgesproken ombuigingen leidt tot meerjarig negatieve standen op het niveau van operationele doelstellingen van de begroting. Dit is op grond van de Comptabiliteitswet 2001 niet toegestaan. Om die reden wordt dat deel van de ombuigingsreeksen dat thans niet op de betrokken operationele doelstellingen budgettair verwerkt kan worden voorlopig verwerkt op artikel 28 Nominaal en onvoorzien. Correctie hiervan zal, met het oog op een juiste budgettaire verwerking van de ombuigingen, plaatsvinden bij Voorjaarsnota 2011.

Geen inzet Staatsbosbeheer buiten EHS

Gebieden buiten de EHS van Staatsbosbeheer (SBB) worden niet meer als prioritair gezien en afgestoten. Dit leidt tot besparing op de uitgaven voor beheer.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

0,0

0,0

0,0

10,0

10,0

Versoberingsmaatregelen

Deze maatregel gaat over het beëindigen van subsidieregelingen en voorzieningen die vooral het lokale beleid ondersteunen zoals routenetwerken (aanleg en onderhoud van aaneengesloten wandel en fietsroutes), instandhouding van een netwerk veelzijdig platteland, kennis en deskundigheid voor recreatie, het uitvoeren van lokale natuurprojecten en het ondersteunen van lokale en regionale natuurorganisaties. Deze bijdragen worden stopgezet. Daarnaast betreffen het uitgaven van regionale gebiedsprocessen, zoals reconstructie zandgebieden.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

  

–2,0

–2,0

–2,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

  

–8,0

–8,0

–9,0

Artikel 27 Bodem, water en reconstructie zandgebieden

   

–10,0

–19,0

Afschaffen RodS

De doelstelling voor Recreatie om de Stad wordt niet meer als rijksverantwoordelijkheid beschouwd. Op de rijksmiddelen wordt er zodoende omgebogen. De lopende verplichtingen worden in het kader van de decentralisatie overgedragen aan de provincies.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 24 Landschap en recreatie

–40,0

–40,0

–40,0

–10,0

–10,0

Ontstapeling gebiedscategorieën

Door verschillende groene gebieden in te richten vanuit meerdere functies (zowel voor biodiversiteit, landschap als recreatie) ontstaat er synergiewinst op de te decentraliseren middelen op verwerving, inrichting en beheer. In de herijking EHS wordt deze maatregel meegenomen.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

–1,0

–8,0

–5,0

–14,0

–24,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

–9,0

–12,0

–15,0

–3,0

–3,0

Artikel 28 Nominaal en onvoorzien1

   

–3,0

–3,0

Gebiedsconcessies natuurgebieden

Door het toestaan van private activiteiten in en rond natuurgebieden en het toepassen van gebiedsconcessies ontstaat ruimte voor alternatieve financiering. Gebieden worden in concessie uitgegeven aan (project) ontwikkelaars die rond en bij nieuwe natuurgebieden activiteiten ontplooien die economisch kunnen bijdragen aan de ontwikkeling of exploitatie van het gebied. Derhalve is er een besparing op de te decentraliseren middelen op inrichting en beheer mogelijk.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

 

–8,0

–18,0

–28,0

–28,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

 

–2,0

–2,0

  

Artikel 28 Nominaal en onvoorzien1

   

–2,0

–2,0

Bovenplanse verevening voor natuurinvesteringen

Door de bijdrage voor landschap mee te nemen in de grondexploitatie als kostenpost, levert een projectontwikkelaar via een forfaitaire bijdrage een bijdrage aan het landschap. Deze opbrengst komt vooral ten goede van rijksprioritaire gebieden in de buurt van grote steden en ontwikkellocaties. Daarom is er een besparing op de te decentraliseren middelen op landschap mogelijk.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 24 Landschap en recreatie

   

–8,0

–8,0

Artikel 28 Nominaal en onvoorzien1

   

–2,0

–2,0

Kosten MER doorberekenen

Een Milieu Effect Rapportage (MER) is een belangrijk instrument om het milieu belang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming. De MER draagt bij aan besluitvorming van zowel decentrale als rijksoverheden. De advieskosten MER worden nu gedragen door o.a. het ministerie van LNV. Deze kosten worden voortaan doorberekend aan de adviesaanvragers, dus is er een ombuiging mogelijk op de LNV-begroting.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

   

–3,0

–3,0

Robuuste verbindingen schrappen

De robuuste verbindingen worden geschrapt, inclusief de Oostvaarderswold. De lopende verplichtingen worden in het kader van de decentralisatie overgedragen aan de provincies.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23 Natuur

–10,0

–30,0

–40,0

–50,0

–50,0

Sluitreeks

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 28 Nominaal en onvoorzien

    

9,0

Taakverbreding provincies 4

De onderdelen van de EHS en ILG die na ombuigingen resteren worden gedecentraliseerd naar de provincies in een decentralisatie-uitkering met een decentralisatie-korting, zoals opgenomen in het regeerakkoord. De begrotingstechnische verdeling van deze decentralisatie-korting over de verschillende onderdelen is opgenomen in de bijgevoegde tabel.

Over de wijze waarop de feitelijke decentralisatie van middelen vorm zal worden gegeven zal in het kader van de bestuursakkoorden met de provincies nader overleg en uitwerking plaatsvinden.

Het rijk blijft verantwoordelijk voor kaderstelling als gevolg van internationale wet- en regelgeving en zal hier op monitoren en evalueren. De herijking van de EHS loopt mee in het traject rondom de decentralisatie van de EHS. In dat kader zullen met de provincies kwaliteitseisen ten aanzien van het natuurlijk systeem worden meegenomen welke de provincies moeten borgen in hun aanpak. De verantwoordelijkheid, zowel financieel als beleidsmatig, voor lopende verplichtingen, nieuwe verplichtingen aangegaan na het regeerakkoord en uitfinanciering van projecten die thans onderdeel zijn van ILG en EHS worden overgedragen aan de provincies.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 22 Agrarische ruimte

 

–7,0

–6,0

–6,0

–6,0

Grondgebonden Landbouw

 

–7,0

–6,0

–6,0

–6,0

Artikel 23 Natuur

 

–91,0

–90,0

–67,0

–65,0

Verwerven EHS

 

–5,0

–3,0

0,0

–2,0

Inrichten EHS

 

–34,0

–34,0

–21,0

–16,0

Inrichting EHS (NURG) en mainport Rotterdam

 

–3,0

–4,0

–4,0

–4,0

Beheer EHS

 

–22,0

–25,0

–20,0

–21,0

Nationale parken/soorten bescherming/beheer buiten EHS

 

–6,0

–6,0

–5,0

–6,0

Staatsbosbeheer

 

–12,0

–10,0

–9,0

–8,0

Dienst Landelijk Gebied

 

–9,0

–8,0

–8,0

–8,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

 

–17,0

–15,0

–13,0

–14,0

Nationale landschappen

 

–6,0

–7,0

–6,0

–7,0

Toegankelijkheid routenetwerken

 

–3,0

0,0

0,0

0,0

Dienst Landelijk Gebied

 

–8,0

–8,0

–7,0

–7,0

Artikel 27 Bodem, water en reconstructie zandgebieden

 

–10,0

–14,0

–9,0

0,0

Reconstructie zandgebieden

 

10,0

14,0

9,0

0,0

Totaal

 

125,0

125,0

95,0

85,0

Taakstelling subsidies

Door aanbrengen van focus op onderzoek en daarnaast korten op een aantal regelingen waar minder rijksbemoeienis van toepassing is, kan er bezuinigd worden (oplopend tot € 25 mln. vanaf 2015). Het gaat hierbij om kortingen op onderzoek en kennis, regeling jonge agrariërs, monitoring derogatie, grondgebonden landbouw, regeling energie netwerk, publieksvoorlichting voeding, biologische landbouw en het stopzetten van de bijdrage aan het recreatieschap Midden Delfland

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 21 Duurzaam ondernemen

 

–1,0

–2,0

–4,0

–6,0

Artikel 22 Agrarische ruimte

 

–2,0

–4,0

–4,0

–5,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

 

–1,0

–1,0

–1,0

–1,0

Artikel 25 Voedselkwaliteit en Diergezondheid

   

–1,0

–1,0

Artikel 26 Kennis en Innovatie

–5,0

–6,0

–8,0

–10,0

–12,0

Aanpassen kasritme FES-projecten

Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment, dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Met betrekking tot de Nota Ruimte projecten in het ILG wordt aangesloten bij de afspraken in de Bestuursovereenkomsten met de provincies.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 21 Duurzaam ondernemen

–1,7

–0,6

0,9

2,1

3,0

Artikel 22 Agrarische ruimte

2,0

    

Artikel 23 Natuur

2,8

    

Artikel 24 Landschap en recreatie

   

0,4

 

Artikel 26 Kennis en Innovatie

4,6

3,6

4,2

–0,2

–0,2

Artikel 27 Bodem, water en reconstructie zandgebieden

–3,1

–0,9

1,9

2,1

 

Nieuwe FES-projecten

De gereserveerde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van middelen op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en Innovatie wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijke de departementale begrotingen. Voor LNV zijn dit de projecten «Bioproces Pilot Facility Delft», «Westerschelde», «Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)», Technologisch Topinstituut Groene Genetica.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 21 Duurzaam ondernemen

4,0

7,1

2,5

0,5

 

Artikel 23 Natuur

2,3

35,7

40,0

6,0

 

Artikel 24 Landschap en recreatie

5,1

5,0

5,0

  

Artikel 26 Kennis en Innovatie

1,9

1,0

0,5

  

Ontvangsten

In deze nota van wijziging worden de volgende taakstellingen aan de ontvangstenkant verwerkt.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011

546,6

527,0

494,6

425,6

383,2

      

Mutaties Regeerakkoord

15,0

20,0

35,0

40,0

45,0

Verkoop gronden SBB buiten EHS

  

10,0

10,0

20,0

Verkoop gronden ZBO’s LNV

15,0

20,0

25,0

30,0

25,0

      

Overig

–100,3

–93,2

–64,3

–46,5

–4,1

Beëindigen FES

–100,3

–93,2

–64,3

–46,5

–4,1

      

Stand Startbrief

461,3

453,8

465,4

419,1

424,1

Verkoop gronden Staatsbosbeheer buiten EHS

Gebieden buiten de EHS van Staatsbosbeheer (SBB) worden niet meer als prioritair gezien en afgestoten. SBB krijgt hiertoe een inkomstentaakstelling. Uit hoofde van de verkoop gronden buiten EHS.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23

  

10,0

10,0

20,0

Verkoop gronden ZBO’s LNV

Gronden van ZBO’s van LNV worden afgestoten voor zover deze buiten de EHS vallen. De ZBO’s krijgen hiervoor een taakstelling opgelegd.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 23

15,0

20,0

25,0

30,0

25,0

Beëindigen FES

Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Om dit mogelijk te maken, worden de ontvangstenartikelen op de LNV-begroting leeggeboekt.

 

2011

2012

2013

2014

2015

Artikel 21 Duurzaam ondernemen

–24,5

–16,0

–5,7

–2,2

–0,2

Artikel 22 Agrarische ruimte

–8,4

–7,3

–3,3

–7,3

0,0

Artikel 23 Natuur

–13,0

–8,0

–4,0

0,0

0,0

Artikel 24 Landschap en recreatie

–24,6

–27,6

–16,0

–1,4

0,0

Artikel 26 Kennis en Innovatie

–11,0

–5,8

–6,3

–6,5

–3,9

Artikel 27 Bodem, water en reconstructie zandgebieden

–18,8

–28,5

–29,0

29,1

0,0

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen