Vastgesteld 21 maart 2011
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 28 januari 2010 over de stand van zaken van het onderzoek naar de gevolgen van het gebruik van PX-10 (Kamerstuk 32 500 X, nr. 81).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 maart 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Van Beek
De griffier van de commissie,
De Lange
1
Hoeveel (oud) Defensiemedewerkers hebben zich inmiddels gemeld bij het informatiepunt PX-10? Kunt u een overzicht geven per jaar van hun aantallen vanaf het startjaar van het informatiepunt PX-10 tot en met 2011?
Sinds de opening van het informatiepunt PX-10 zijn 2008 meldingen ontvangen. In de onderstaande tabel is de verdeling over de jaren weergegeven:
Jaar | Aantal ontvangen formulieren |
---|---|
2008 | 1 536 |
2009 | 430 |
2010 | 33 |
2011 (jan + feb) | 9 |
Totaal | 2 008 |
2
Kunt u uiteenzetten voor welk aandeel van het totaal aantal (oud) Defensiemedewerkers dat zich meldde bij het informatiepunt PX-10 is vastgesteld dat er een causaal verband is tussen de gezondheidsklachten en blootstelling aan PX-10? Kunt u een overzicht geven per jaar van hun aantallen vanaf het startjaar van het informatiepunt PX-10 tot en met 2011?
In de brief van 11 juni 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 120) is uiteengezet dat bij het informatiepunt PX-10 onder meer de blootstelling aan PX-10 van (voormalige) defensiemedewerkers en hun gezondheidsklachten kunnen worden vastgelegd. Met de gegevens kan een algemeen beeld worden gevormd van de omstandigheden waaronder destijds met het middel is gewerkt. Ook kan Defensie de melders periodiek over de voortgang van het onderzoek informeren. Aan de melders wordt uitgelegd dat de registratie niet is bedoeld als beginpunt van een schadeclaim, maar desgewenst ook hoe zij wel een claim kunnen indienen.
Sinds 2008 heeft Defensie 134 claims in relatie tot werken met PX-10 ontvangen. In drie gevallen is op grond van de tot dusverre gehanteerde criteria een causaal verband aangenomen tussen de gezondheidsklachten en het werken met PX-10.
Jaar | Aantal ontvangen claims | Aantal erkende claims |
---|---|---|
2008 | 18 | 1 |
2009 | 110 | 0 |
2010 | 6 | 1 |
2011 | 0 | 1 |
totaal | 134 | 3 |
3
Welke van de drie aandoeningen uit het eerste deelonderzoek is het meest voorkomend bij de (oud) Defensiemedewerkers die zich meldden bij het informatiepunt PX-10? Kunt u hiervan een overzicht geven vanaf het startjaar van het informatiepunt PX-10 tot en met 2011?
In de brief van 11 juni 2009 is uiteengezet dat van drie aandoeningen kan worden aangenomen dat zij kunnen zijn veroorzaakt door het beroepsmatig werken met benzeenhoudend PX-10. Dit betreft acute myeloïde leukemie (AML), het myelodysplastisch syndroom (MDS) en aplastische anemie (AA). In de brief is tevens uiteengezet aan welke criteria moet worden voldaan om dit verband te kunnen leggen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat bij het informatiepunt slechts in totaal drie gevallen van de genoemde aandoeningen zijn gemeld. Zoals uiteengezet in de antwoorden op vraag 2 en de vragen 15 tot en met 19 wordt in deze gevallen een verband aangenomen tussen de gezondheidsklachten en het werken met PX-10 en heeft Defensie de claim toegewezen.
Ziekte gemeld bij informatiepunt | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|
AML | 1 | 0 | 0 | 0 |
MDS | 0 | 1 | 1 | 0 |
AA | 0 | 0 | 0 | 0 |
4
Wat is de reden dat het eerste deelonderzoek, het interne rapport, extern wordt beoordeeld?
Defensie beschikt niet over de deskundigheid om een schatting te maken van de gezondheidsrisico’s ten gevolge van vroegere en moeilijk te reconstrueren arbeidsomstandigheden. Voorts is het van belang dat het rapport beoordeeld wordt door gezaghebbende wetenschappelijke instituten.
5, 6 en 7
Wat zijn de redenen voor de vertraging van het eerste deelonderzoek? Verloopt de samenwerking tussen de drie instituten bijvoorbeeld moeizaam, of zijn niet alle benodigde onderzoeksgegevens verzameld? Wat is op dit moment de status van dit eerste deelonderzoek? Wanneer (over hoeveel weken/maanden) wordt het eerste deelonderzoek naar de Kamer gestuurd?
Wat zijn de oorzaken van de (laatste) vertraging van beide onderzoeken?
Welke stappen zijn ondernomen om vertraging van publicatie van de onderzoeken tegen te gaan?
De beoordeling van het eerste rapport door de wetenschappelijke instituten heeft langer geduurd dan voorzien. Met mijn brief van 28 januari jl. heb ik de Kamer geïnformeerd over de nieuwe planning en de toezending van beide rapporten. Het rapport van het RIVM is intussen voltooid en wordt op korte termijn met een appreciatie aan de Kamer aangeboden.
8 en 22
Op welke wijze worden de betrokkenen geïnformeerd over de voortgang van het onderzoek?
Kunt u uiteenzetten wat er gedaan is om te voldoen aan de oproep zo «spoedig mogelijk» duidelijkheid te verschaffen in de motie Poppe (32 123 X, nr. 14) aan alle mensen die tijdens hun werkzaamheden voor Defensie in aanraking zijn gekomen met PX-10?
Na het beschikbaar komen van nieuwe rapporten worden alle (oud-)medewerkers die zich bij het informatiepunt PX-10 hebben gemeld, per mail of per post over het rapport geïnformeerd. Daarnaast wordt voor meer informatie verwezen naar de internet- en intranetsites van Defensie waar de meest recente informatie beschikbaar is.
9
Is er inmiddels meer bekend over de relatie tussen roken en het risico door blootstelling aan benzeen in de risicogroepen? Heeft Defensie inmiddels een standpunt over deze relatie ingenomen?
Defensie kan hierover pas een standpunt innemen na de voltooiing van het rapport van het RIVM.
10
Is de medische dienst van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) in voldoende mate in staat om met voldoende toxicologische en oncologische kennis haar werk als «tussenpersoon» goed te kunnen uitvoeren? Worden keuringszaken bij het ABP binnen de gestelde termijnen behandeld?
De verzekeringsartsen van het ABP beschikken over voldoende toxicologische en oncologische kennis voor de uitvoering van hun taken. Zij doen dit aan de hand van adviezen en informatie van medisch specialisten en deskundigen. Niet in alle gevallen is de keuring binnen de streeftermijn voltooid.
11
Zijn er in het buitenland gevallen bekend van leukemie en andere ziektes veroorzaakt door PX-10? Zo ja, zijn daar ook vergelijkbare onderzoeken uitgevoerd als die Defensie nu uitvoert over het gebruik van PX-10 en de mogelijke gevolgen ervan? Heeft Defensie gebruik gemaakt van deze onderzoeken?
Voor zover bekend is de problematiek rondom PX-10 alleen in Nederland aan de orde. Wel is er veel internationale literatuur over de blootstelling aan benzeen en andere chemische stoffen in PX-10 beschikbaar. Deze literatuur is gebruikt bij het onderzoek.
12, 13 en 14
Hoeveel (oud) Defensiemedewekers kregen in totaal zorg en/of rechtspositionele voorzieningen ten gevolge van een causale relatie tussen hun aandoening(en) en het beroepsmatige benzeengebruik?
Hoeveel (oud) Defensiemedewerkers wachten op dit moment op (eventuele) vaststelling van een causale relatie tussen hun aandoening en het beroepsmatige benzeengebruik? Hoe lang duurt het gemiddeld voordat een (eventuele) causale relatie tussen aandoeningen en beroepsmatig benzeengebruik kan worden vastgesteld?
Hoeveel (oud) Defensiemedewerkers hebben zich in totaal direct gemeld bij het Zorgloket Militaire Oorlogs- en Dienst- slachtoffers om een beroep te doen op rechtspositionele voorzieningen en begeleiding van een zorgcoördinator?
Tot op heden zijn er 102 PX-10 gerelateerde pensioenaanvragen bij het ABP ingediend. Zeventien aanvragen zijn intussen ingetrokken en drie personen moeten nog besluiten of ze de aanvraag willen intrekken. Dat betekent dat het ABP 82 definitieve aanvragen in behandeling neemt. Daarvan heeft het ABP in drie gevallen het dienstverband kunnen vaststellen en in vijf gevallen is vastgesteld dat er geen verband met de militaire dienst is. De overige aanvragen worden aangehouden in afwachting van de resultaten van de onderzoeken. In deze gevallen is er wel een geneeskundig onderzoek uitgevoerd maar wordt gewacht met de medische rapportage. Alle aanvragers hebben een casemanager van het Zorgloket Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers toegewezen gekregen. Het duurt gemiddeld negen maanden om een PX-10 gerelateerde pensioenaanvraag te behandelen.
15, 16, 17, 18 en 19
Door hoeveel (oud) Defensiemedewerkers is het ministerie van Defensie aansprakelijk gesteld voor gezondheidsklachten ontstaan door PX-10?
Hoeveel schadeclaims zijn er momenteel in totaal ingediend bij de afdeling Claims van het Dienstencentrum Juridische Dienstverlening?
Hoeveel aan PX-10 gerelateerde schadeclaims zijn er inmiddels behandeld of in behandeling? Hoeveel zijn er inmiddels aan- of afgewezen?
Hoeveel van de 91 schadeclaims die de afdeling Claims van het Dienstencentrum Juridische Dienstverlening in juni 2009 in behandeling had, zijn inmiddels afgehandeld en uitbetaald? Wat is het totale aantal schadeclaims dat op dit moment nog niet is afgehandeld? Wat zijn hiervoor de redenen?
Hoe vaak is reeds aansprakelijkheid erkend, afgewezen of nog in afwachting van het onderzoek?
Er zijn 134 claims ingediend bij Defensie. De ingediende claims worden behandeld door de afdeling claims van het Dienstencentrum Juridische dienstverlening van het Commando DienstenCentra. Van de indieners zijn 46 personen bekend bij het ABP vanwege een pensioenaanvraag. Tot op heden heeft Defensie drie claims toegewezen en (gedeeltelijk) afgehandeld en is een claim afgewezen. Van 70 claims is niet gemeld voor welke ziekte Defensie aansprakelijk is gesteld, waardoor zij ondanks herhaald rappel niet in behandeling kunnen worden genomen. In de behandeling van een aantal claims zit geen voortgang omdat de indieners weigeren hun medisch dossier te overleggen waardoor het geneeskundig onderzoek niet worden uitgevoerd. Voorts is van een aantal claims de afhandeling aangehouden in afwachting van de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek.
20
Is Defensie bekend met de gezondheidstoestand van de mensen die in afwachting zijn of hun claim wordt toegekend? Hoeveel van deze mensen zijn terminaal?
Alle personen die een claim hebben ingediend krijgen een zorgcoördinator van het Zorgloket toegewezen die het noodzakelijke contact onderhoudt en bij wie men terecht kan met alle relevante vragen. Op grond van deze contacten is Defensie van een aantal indieners op de hoogte van de gezondheidstoestand. Daarnaast heeft een aantal melders bij registratie al informatie over de gezondheid verstrekt. Defensie houdt echter niet bij hoeveel van de mensen die een claim hebben ingediend in een terminale fase verkeren.
21
Hoeveel voorschotten op de schadevergoeding zijn reeds uitgekeerd?
Elk verzoek om een voorschot wordt per situatie beoordeeld op noodzaak. Tot nu toe zijn geen voorschotten uitgekeerd.