Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2010
Met de brief van 11 november jl. (kenmerk 32500-X-7/2010D44419) heeft de vaste commissie van Defensie mij verzocht de Kamer te informeren over het tijdstip waarop het onderzoek naar de aard en omvang van de contacten tussen de politie en veteranen gereed zal zijn. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
Zoals uiteengezet in de brief van 13 oktober jl. (Kamerstuk 32 500 X, nr. 7) heeft de Politieacademie toestemming gevraagd om gegevens uit informatiesystemen te kunnen gebruiken. Het gaat om systemen van de politie waarin de contacten tussen burgers en de politie worden geregistreerd, het Veteranen Registratiesysteem (VRS) en het personeelsinformatiesysteem Peoplesoft bij Defensie. Op het gebruik van de gegevens uit deze systemen is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing.
Naar verwachting zal deze maand toestemming worden verleend voor het gebruik van deze persoonsgegevens. De onderzoekers verwachten, na een eerste analyse van de gegevens, in februari 2011 in een tussenrapport een uitspraak te kunnen doen over de aard en omvang van de contacten tussen politie en veteranen. Op grond van dit tussenrapport zullen de onderzoekers bezien of het zinvol is het onderzoek te vervolgen. De Kamer zal over de bevindingen van het tussenrapport worden geïnformeerd.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen