Voorgesteld 11 november 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de huidige middelen voor het onderwijs effectiever moeten worden ingezet;
overwegende, dat het van belang is dat leerlingen zonder drempels het primair onderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoefte;
constaterende, dat uit recent onderzoek blijkt dat een deel van de kinderen onterecht in een programma voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt geplaatst, zodat de toewijzing van VVE-programma's niet aansluit bij de specifieke behoefte van kinderen;
verzoekt de regering het maatwerk in de toewijzing van VVE-programma's te verbeteren en te onderzoeken in hoeverre de effectievere inzet van de middelen voor VVE benut kan worden voor het beperken van de bezuiniging op passend onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijkgraaf
Çelik
Voordewind