Voorgesteld 30 juni 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de regering het moment waarop de basisscholen de Cito-toets afnemen, wil verschuiven naar de tweede helft van april;
overwegende, dat dit tot gevolg kan hebben dat ouders al op basis van het schooladvies hun kind bij een school voor voortgezet onderwijs hebben aangemeld als de uitslag van de Cito-toets later een hoger niveau blijkt te rechtvaardigen;
voorts overwegende, dat dit in de praktijk kan betekenen dat het niet in alle gevallen nog mogelijk zal zijn om tijdig van school of niveau te veranderen en dat vooral ouders en leerlingen hier de dupe van zullen worden;
van oordeel, dat de Cito-toets in geen geval mag verworden tot mosterd na de maaltijd en dat het koste wat kost zijn waarde moet behouden als een volwaardige second opinion, naast het schooladvies;
verzoekt de regering om de positie van ouders en leerlingen en de waarde van de Cito-toets te borgen door scholen voor voortgezet onderwijs een systeem voor te schrijven van voorlopige en definitieve inschrijvingen, net zoals dat nu al het geval is in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Çelik