Voorgesteld 14 december 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat voor het garanderen van voldoende basisvaardigheden rekenen en taal de lat hoog genoeg moet liggen en dat het streefniveau in het referentiekader voor rekenen en taal aan moet sluiten bij het niveau dat de meeste leerlingen op dat moment kunnen bereiken;
overwegende, dat de referentieniveaus niet bedoeld zijn als statisch model en dat eventuele onvolkomenheden in de niveaubeschrijvingen juist gaandeweg aangepast moeten worden, in tegenstelling tot de evaluatie van het systeem op zich;
constaterende, dat het referentiekader voor het onderdeel spelling aan het eind van de basisschool niveau 1F voorschrijft, terwijl uit onderzoek over de afgelopen twintig jaar blijkt dat ongeveer 80% van de leerlingen op dat moment niveau 3F al beheerst;
verzoekt de regering voor het onderdeel spelling in het referentiekader de lat hoger te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijkgraaf
Van der Ham