Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2010
In het wetgevingoverleg overheidspersoneel op 15 november 2010 (kamerstuk 32 500 VII, nr. 21) heb ik toegezegd in te gaan op de gevolgen van het regeerakkoord voor de indicatoren op het terrein van diversiteit in de BZK-begroting (Tweede Kamer 2010–2011, 32 500 VII, nr. 2).
In het wetgevingsoverleg heb ik al aangegeven dat de kwantitatieve normen voor diversiteit uit de ontwerpbegroting 2011 door het huidige kabinet niet meer worden gehanteerd. Dit laat onverlet dat de waarde van diversiteit voor het functioneren van de overheid onverminderd groot is omdat dit samenhangt met de kwaliteit en de herkenbaarheid van de overheid. Aandacht voor diversiteit is ook van economisch belang. In de komende jaren zullen zeven op de tien overheidswerknemers vertrekken. Alleen door voor een breed scala aan potentiële werknemers een aantrekkelijke werkgever te blijven, zullen we in staat zijn deze uittocht op te vangen. Ik blijf hierop in de komende jaren actief de aandacht richten. Ik bezin mij nog op de vraag wat daarbij de beste middelen zijn.
Om bovenstaande redenen acht ik het wenselijk om de diversiteit van het overheidspersoneel te blijven monitoren. De nu bestaande indicatoren waarbij concreet gestuurd wordt op percentages wil ik echter loslaten. Omdat kwantitatieve normen voor diversiteit geen deel meer uitmaken van het beleid zullen ze geen deel meer uitmaken van de begroting. Ik ben voornemens de indicatoren te vervangen door kengetallen. Er wordt niet gestuurd op kengetallen, maar deze getallen geven wel inzicht in het personeelsbestand en de ontwikkeling in loop der jaren. Over de samenstelling van het personeelsbestand wordt ook jaarlijks gerapporteerd in de Trendnota Arbeidszaken Overheid en het Sociaal Jaarverslag Rijk. Een overzicht van de indicatoren en de vervangende kengetallen is opgenomen in de bijlage.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner
Tabel 35.2 (pagina 64) | |
---|---|
Indicator | vervangend kengetal |
50% van de nieuwe instroom bij de overheid is vrouw | Aandeel vrouwen in de instroom bij de overheid |
30% van de nieuwe instroom in topfuncties bij de overheid is vrouw | Aandeel vrouwen in de instroom in topfuncties bij de overheid |
50% meer niet-westerse allochtonen bij de overheid t.o.v. 2007 | Aandeel niet-westerse allochtonen bij de overheid |
Tabel 37.1 (pagina 71) | |
Indicator | vervangend kengetal |
Percentage vrouwen in de ABD | Percentage vrouwen in de ABD |
Tabel 37.3 (pagina 73) | |
Indicator | vervangend kengetal |
Aandeel allochtonen. | Aandeel allochtonen. |
Van de nieuwe instroom is 50% vrouw | Aandeel vrouwen in de nieuwe instroom |
Van de nieuwe instroom in topfuncties is 30% vrouw | Aandeel vrouwen in de nieuwe instroom in topfuncties |