Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2010
Zoals toegezegd in het Wetgevingsoverleg met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie d.d. 15 november jl. (kamerstuk 32 500 VII, nr. 22) geef ik onderstaand antwoord op de door uw leden gestelde nog openstaande vragen.
Mobiliteitscentrum
Door mijn voorganger was met het politieveld en de politievakbonden al de afspraak gemaakt een dergelijk centrum in te richten. Dit wordt nu uitgewerkt. Daarbij bekijk ik ook waar het mobiliteitscentrum het beste kan worden georganiseerd. Werving en selectie kunnen inderdaad nog meer worden gecentraliseerd. Nog bezien zal worden of dit het beste binnen de Politieacademie of het Politiedienstencentrum kan plaatsvinden.
Nullijn in de CAO-politie
Onderzoek heeft uitgewezen dat de beloning van agenten nu meer dan marktconform is. De vakbonden onderschrijven dat. Daarom is door de vorige Minister al de nullijn voor 2011 afgesproken. De CAO-politie loopt tot 1 januari 2012. De inzet voor de nieuwe CAO zal in de loop van 2011 worden bepaald. Werkgelegenheid, werkbeleving en professionele ruimte voor de individuele agent zullen daarin zwaar wegen.
Tegemoetkoming in kosten in plaats van salaris voor aspiranten
De huidige situatie van de aspirant met een salaris is niet eigentijds te noemen, en ook uitzonderlijk in vergelijking met andere beroepsopleidingen waarvoor het beursstelsel gebruikelijk is. Op vergelijkbare wijze kan dat voor aspiranten bij de politie ook worden geregeld. Na de opleiding zal de overgang naar een salaris plaatsvinden.
Knelpunten rechtspositie
Met de vakbonden is al afgesproken dat alle belemmeringen in de rechtspositie van de politie in kaart zullen worden gebracht die de inzetbaarheid van agenten in de weg zitten. De Arbeidstijdenwet en de Landelijke Arbeidstijdenregeling Politie maken hier onderdeel van uit. Het wegnemen van deze belemmeringen vergt overigens nog wel overleg met de vakbonden. Ik reken daarbij echter op hun positieve medewerking.
Motie Brinkman en Kuiken
Tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 november 2007 hebben de leden Brinkman en Kuiken een motie ingediend over de levensloopregeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaarde politiemensen. In de afgelopen jaren is gezocht naar
een geschikte oplossing voor deze groep politiemensen.
De minister van BZK heeft samen met de politievakorganisaties voor een deel van de arbeidsongeschikten, namelijk de medewerkers met een herplaatsingstoelage (HPT) die door het ABP verstrekt wordt, een oplossing gevonden. In de pensioenkamer van 13 oktober 2010 is besloten, de levensloopbijdragen aan zgn. HPT-ers niet meer in mindering te brengen op deze uitkering. Hiervoor wordt het ABP-pensioenreglement aangepast. Verder ligt op dit moment een verzoek voor bij de Belastingdienst om het toepassen van een constructie die korting bij WAO-ers te voorkomen.
Met dit antwoord beschouw ik de voornoemde motie als afgehandeld.
Doorbelasting veiligheidskosten bij evenementen
In het Regeerakkoord is opgenomen dat doorbelasting van veiligheidskosten zal plaatsvinden bij incidentele, grote commerciële evenementen. Dit betreft dus bijvoorbeeld níet de voetbalcompetitie of bepaalde jaarlijkse evenementen zoals Koninginnedag en de 4/5 mei herdenking/viering. De eerste ideeën zijn om deze doorbelasting te koppelen aan de vergunningverlening. Hierover ga ik overleg plegen met de burgemeesters. Bij de verdere uitwerking zal ik ook kijken naar de criteria uit eerdere plannen en wetsvoorstellen. Ook zal het vraagstuk van de grotere en kleinere evenementen worden meegenomen. Bij mijn komende wetsvoorstel zal ik aandacht zal schenken aan de suggesties die in het Wetgevingsoverleg zijn gedaan.
«Handen af van onze agenten»
Op geen enkele wijze kan ik geweld tegen onze agenten accepteren. Ik merk daarbij naar aanleiding van de inbreng tijdens het WGO graag nog het volgende op.
Volgens de huidige richtlijnen van Polaris is de strafeis 150% bij geweld tegen werknemers met een publieke taak. Die eis zal worden verhoogd naar 200%. Bij geweld tijdens evenementen wordt deze strafeis nog eens met 75% verhoogd. Afhankelijk van de omstandigheden (bijvoorbeeld door gebruik van een wapen door de dader) kunnen deze strafeisen nog verder oplopen. Het binnen twee weken oppakken van een strafzaak en binnen een half jaar afronden ervan is nog wel afhankelijk van de complexiteit van de zaak.
Geweldsmiddelen
De weerbaarheid en bewapening van de politie heeft mijn voortdurende aandacht en de ontwikkelingen op dit terrein worden nauwgezet gevolgd. Ik streef er naar om de politie zodanig uit te rusten dat zij zo optimaal mogelijk zijn toegerust om hun taak op een zo veilig mogelijk manier te vervullen. Dit heeft er onder meer toe geleid dat er recentelijk verbeterde munitie is ingevoerd (De Action NP Patroon) en dat het pistool van de Nederlandse politie op korte termijn vervangen zal worden door een nieuw modern pistool. Daarnaast is er op 1 mei 2009 een proef gestart met de invoering van een stroomstootwapen (de Taser) in de bewapening van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden. De evaluatie hiervan is naar verwachting begin volgend jaar gereed en zal zo spoedig mogelijk aan uw kamer worden toegezonden. Tot slot zal binnenkort een proef van start gaan met de uitschuifbare wapenstok. Aan de hand van de uitkomsten van deze proef zal worden besloten of de vervanging van de huidige wapenstok door een uitschuifbare wapenstok een verbetering oplevert voor de bewapening van de gehele Nederlandse politie.
De verwachtingen hierover zijn positief gelet op de vele internationale ervaringen met een dergelijke uitschuifbare wapenstok.
Aangifte
De aangifte is één van de belangrijkste contactmomenten van de burger met de politie en dus een belangrijk ijkpunt voor het vertrouwen in en de tevredenheid over de politie. Een aangifte opnemen en verwerken moet zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd. Maar het kan voor zowel de burger en het bedrijfsleven als de agent, gemakkelijker worden gemaakt. Snel en adequaat aangifte doen moet het uitgangspunt zijn, bijvoorbeeld langs elektronische weg. Ook moeten burgers kunnen volgen wat er met hun aangifte gebeurt.
De politie werkt momenteel aan de verbetering van het aangifteproces ten behoeve van een betere dienstverlening aan de burger en met oog op betere slachtofferzorg. Bij deze aanpak staat de burger centraal. Hij kan kiezen uit het «kanaal» waarlangs hij communiceert met de politie, bijvoorbeeld aan de balie (indien mogelijk op afspraak), telefonisch, op locatie (bijvoorbeeld aan huis) of per internet. De bereikbaarheid, betrokkenheid en beschikbaarheid van de politie wordt hierdoor vergroot. Concreet is gestart met de voorbereidingen van de landelijke uitrol van een aangiftevolgsysteem. Hiermee kan de burger de voortgang van zijn aangifte volgen. Daarnaast wordt de mogelijkheid tot uitbreiding van internetaangifte onderzocht.
Klachtafhandeling
Op 16 november 2009 heeft de Kamer een motie van het lid Corüz aangenomen waarin de regering wordt opgeroepen om maatregelen te nemen zodat er minder ongegronde klachten worden ingediend bij de politie. Hierbij werd gedacht aan een griffierecht. Op 19 februari 2010 heeft de minister van BZK een brief met kenmerk 2010–93256 gestuurd waarvan ik de strekking onderschrijf. De Awb biedt een aantal mogelijkheden om klachten niet in behandeling te hoeven nemen bijvoorbeeld «Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is» (9:8, lid 2). Daarnaast geldt dat op voorhand meestal niet duidelijk is of een klacht ongegrond is. Dit moet eerst onderzocht worden. Wat betreft de griffierechten ben ik van mening dat het mogelijk moet zijn dat politie en burgers met elkaar in gesprek zijn over onwenselijke situaties zonder dat daar een financiële vergoeding tegenover staat.
Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB)
In reactie op de eerdere motie Çorüz (2009/10 32 123 VII, nr. 18) is toegezegd dat de regering er naar streeft voor eind 2010 de Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar mogelijkheden om misbruik van de Wob tegen te gaan. In dat onderzoek is er ook aandacht voor de afhandeling van Wob-verzoeken bij de politie. Ik ben doende de relatie tussen de WOB en de Wet Politiegegevens nader te bezien. Dit alles moet wel zorgvuldig plaatsvinden. Transparantie over het politiewerk is namelijk cruciaal voor het vertrouwen van de samenleving in de politie.
C2000
C2000 komt uitgebreid aan de orde in het Algemeen Overleg met uw Kamer op 7 december as. Daar zijn ook de diverse brieven over C2000 van het vorige kabinet geagendeerd. Ik stel voor daar te spreken over de voorstellen die in het Wetgevingsoverleg zijn gedaan.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten