Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2011
Tijdens de procedurevergadering van de algemene commissie voor Immigratie en Asiel op woensdag 13 april jl. is door het lid Voordewind (ChristenUnie) gevraagd naar informatie omtrent het gesprek dat het COA zou voeren met organisaties die de belangen van homoseksuele en christelijke asielzoekers behartigen. Door het lid Voordewind c.s. werden in het debat over de vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Justitie voor het jaar 2011 twee moties ingediend (Kamer II; 2010–2011, 32 500 VI, nrs. 56 en 57). In deze moties werd de regering verzocht om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de vraag op welke wijze de bereidheid om incidenten te melden, met name door kwetsbare groepen asielzoekers, kan worden verhoogd alsmede om een vertrouwenspersoon in de opvang aan te stellen waar incidenten kunnen worden gemeld.
Bij de behandeling van beide moties is door mij voorgesteld om eerst het gesprek aan te gaan met vertegenwoordigers van het COC, de Stichting Gave en Secret Garden teneinde gezamenlijk te zoeken naar gerichte, praktische oplossingen om de problemen aan te pakken.
Beide moties zijn vervolgens aangehouden in afwachting van informatie omtrent mijn gesprek met Stichting Gave, het COC en Secret Garden.
In de beantwoording van de Kamervragen van het lid Spekman (PvdA) (Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 2114) met kenmerk 2011Z02921, d.d. 29 maart 2011, heb ik uw Kamer reeds meegedeeld dat ik een gesprek heb gevoerd met vertegenwoordigers van de drie eerder genoemde organisaties. Tijdens dit gesprek is afgesproken dat het COA, samen met de drie organisaties, onderzoekt hoe mogelijke drempels voor de meldingsbereidheid van incidenten in de opvang, die gerelateerd zijn aan geloofsovertuiging of seksuele gerichtheid, zoveel mogelijk kunnen worden weggenomen.
Door het COA is inmiddels, na aanbesteding, een onafhankelijk bureau ingeschakeld om het onderzoek te verrichten.
Het onderzoek bestaat uit het verzamelen en analyseren van informatie op basis van interviews onder ongeveer 50 (ex)asielzoekers die geselecteerd worden door het COC, Stichting Gave en Secret Garden.
De onderzoeksopzet, alsmede de vragen die in de interviews worden gesteld, worden afgestemd met de betrokken organisaties.
Op basis van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport, dat naar verwachting voor de zomer gereed zal zijn, zal ik met het COA en de belangenorganisaties bezien welke maatregelen mogelijk zijn om de meldingsbereidheid te vergroten.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers