Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2011
Op 10 februari 2011 vroeg mevrouw Arib om opheldering over de benoeming van mevr. Samson-Geerlings tot voorzitter van de commissie die onderzoek doet naar seksueel misbruik van kinderen die onder de verantwoordelijkheid van de overheid uit huis zijn geplaatst. Zij vroeg dit vanwege het eerdere lidmaatschap van mevr. Samson-Geerlings van het bestuur van de Otto Gerhard Heldringstichting, een instelling waarvan bekend is dat daar seksueel misbruik heeft plaatsgevonden. Met deze brief ga ik, mede namens de Staatssecretaris van VWS, op deze vraag in.
Mevr. Samson-Geerlings was tussen 1996 en 1999 bestuurslid van de Otto Gerhard Heldringstichting. De zaken van seksueel misbruik waar mevr. Arib aan refereert speelden ruim daarvóór. In mei 1990 is de betreffende psychiater namelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, een straf die later door het gerechtshof is bevestigd. Ik beschouw het bestuurslidmaatschap dan ook niet als een belemmering voor het voorzitterschap van mevr. Samson-Geerlings van de commissie die onderzoek doet naar seksueel misbruik van kinderen die onder de verantwoordelijkheid van de overheid in o.a. residentiële instellingen zijn geplaatst.
Overigens was de informatie m.b.t. het bestuurslidmaatschap bij de aanstelling van de voorzitter reeds bekend, en na het aantreden van de commissie gepubliceerd op de website van de commissie. Ook de cv’s van de overige commissieleden zijn op deze website geplaatst.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven