Voorgesteld 1 december 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat veel prostituees worden geworven in Midden- en Oost-Europese landen, om zogenaamd als zelfstandige in Nederland te werken;
overwegende, dat gelet op de kwetsbare omstandigheden waarin zij in de landen van herkomst verkeerden, zoals weeshuizen in Hongarije, de scheidslijn tussen vrijwillig en onvrijwillig in de praktijk vaak moeilijk te trekken is en de risico's op mensenhandel en pooierpraktijken groot zijn;
verzoekt de regering daarom, vanwege het zwaarwegende belang mensenhandel te bestrijden maatregelen te nemen om de immigratie ten behoeve van werk in de prostitutie te stoppen, dan wel binnen de Europese Unie zich ervoor in te zetten het mogelijk te maken dergelijke maatregelen voortaan te kunnen nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Voordewind
Knops