Voorgesteld 25 november 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het wenselijk is dat het systeem van het beslagrecht zoals opgenomen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt herijkt;
constaterende, dat de regering in antwoord op de Kamervragen over het beslagrecht (zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 3158) heeft toegezegd dat zij de aanbevelingen van de door het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele Sectoren ingestelde werkgroep zou afwachten alvorens zij een definitief oordeel over de gewenste wijzigingen zou geven;
verzoekt de regering om kort na de ontvangst van de aanbevelingen van de werkgroep een standpunt aan de Kamer kenbaar te maken en daarbij in ieder geval te betrekken een eventuele substantiëringsplicht, de toetsing van het verzoekschrift door de voorzieningenrechter, een eenvoudige manier voor de beslagene om na het beslag gehoord te worden en hoor en wederhoor in het algemeen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Steur
Berndsen
Van Toorenburg
Recourt
Helder