Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2011
Bij brief van 9 juni jl. (32 500 VI, nr. 104/2011D30572) heeft de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie namens u verzocht een reactie te geven op twee individuele zaken die in de uitzending van de Vara-Ombudsman op 1 april jl.1 aan de orde zijn geweest. Naar aanleiding hiervan heb ik persoonlijk beide zaken uitvoerig bekeken. Mijn conclusie is dat een zorgvuldige en juiste afweging is gemaakt conform de beleidsregels VOG en dat de VOG in beide gevallen terecht is geweigerd. Echter, vanwege het feit dat ik op grond van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens2 geen gegevens over individuele VOG-aanvragen kan verstrekken, kan ik niet nader ingaan op de inhoudelijke afweging die ertoe heeft geleid in deze gevallen geen VOG te verstrekken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven