Voorgesteld 28 april 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat Nederland de Internationale Humanitaire Hulporganisatie Nederland heeft aangewezen als rechtspersoon jegens welke de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is;
van mening, dat de tegoeden van IHH Nederland niet alleen bevroren moeten worden maar dat deze organisatie, welke binding heeft met de terroristische organisatie Hamas, verboden moet worden;
constaterende, dat Duitsland IHH Duitsland heeft aangewezen als een verboden terroristische organisatie vanwege banden met de terroristische organisatie Hamas;
verzoekt de regering IHH Nederland te verbieden;
verzoekt de regering tevens binnen de EU steun te verwerven voor het standpunt dat de IHH en haar zusterorganisaties op de lijst van de verboden terroristische organisaties moeten worden geplaatst wegens banden met de terroristische organisatie Hamas,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind
Van der Staaij
De Roon