Voorgesteld 8 februari 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat Iran net als Nederland is aangesloten bij het Internationaal Gerechtshof;
constaterende, dat Iran stelselmatig weigert, Nederlanders die ook de Iraanse nationaliteit bezitten en in Iran zijn gedetineerd, toegang te verschaffen tot consulaire bijstand door de Nederlandse regering;
constaterende, dat in het internationale recht een duidelijke trend waar te nemen is dat mensen met een dubbele nationaliteit, op basis van het principe van effective nationality, het recht op consulaire bijstand door de staat van hun effectieve of overheersende nationaliteit niet mag worden ontzegd;
constaterende, dat de zaak van de heer Al Mansouri geschikt lijkt om op grond van effective nationality een procedure over zijn recht op consulaire bijstand te starten;
verzoekt de regering onderzoek te doen naar de mogelijkheid, procedures te starten tegen Iran bij het Internationaal Gerechtshof vanwege de ontzegging van het recht op Nederlandse consulaire bijstand aan de in Iran gedetineerde Nederlanders;
verzoekt de regering tevens hierbij ook in te gaan op de meest kansrijke zaken van in Iran gedetineerde Nederlanders en de uitkomsten van dit onderzoek binnen drie maanden naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
El Fassed