Voorgesteld 3 februari 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat Iran onlangs is overgegaan tot de executie van een Nederlands staatsburger zonder dat er sprake was van een eerlijk proces;
overwegende, dat mensenrechten in Iran nog altijd dagelijks met voeten worden getreden;
overwegende, dat het Nederlandse kabinet de Kamer heeft toegezegd, zich in EU-verband hard te maken voor het verruimen van de sancties jegens Iran, zodat deze naast de ontwikkeling van het nucleaire programma ook de mensenrechten betreffen;
overwegende, dat deze toezegging werd gedaan naar aanleiding van het verzoek van de Kamer om naar Amerikaans voorbeeld per direct acht Iraanse functionarissen toe te voegen aan de zwarte lijst;
van mening, dat de aanhoudende mensenrechtenschendingen, waarvan de barbaarse executie van mevrouw Bahrami een recent voorbeeld is, eens te meer aantonen dat dergelijke sancties per direct gewenst zijn;
verzoekt de regering om de zeven functionarissen welke nog niet zijn toegevoegd aan de zwarte lijst alsook de leden van de rechterlijke macht, per direct de toegang tot Nederland te ontzeggen en eventuele tegoeden in Nederland te bevriezen;
verzoekt de regering tevens er tijdens de aanstaande Europese top met klem op aan te dringen, per direct de sancties jegens Iran te verruimen, zodat deze ook de mensenrechtenschendingen omvatten, alsook de sancties tegen leden van de rechterlijke macht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind
Kortenoeven
Van der Staaij